Aan het einde van de cursus is de student in staat om:
- de kerndoelen voor Kunstzinnige Oriëntatie te expliciteren;
- leerdoelen te bepalen voor de kunstvakken;
- effectieve lessen te ontwerpen en uit te voeren voor de kunstvakken;
- rekening te houden met het niveau van leerlingen;
- didactisch en pedagogisch handelen te verantwoorden, evalueren en bij te stellen;
- passende leer- en werkvormen te kiezen of ontwikkelen;
- testresultaten van deze vakken te beoordelen, analyseren en interpreteren;
- de voortgang van leerlingen te volgen en onderwijs op basis daarvan bij te stellen.
|
|
Het uitgangspunt van de cursus is dat de student kennis en vaardigheden opdoet op het gebied van het domein dat met een algemene term worden aangeduid als: Kunstzinnige Oriëntatie. Verder maakt de student kennis met Cultuuronderwijs in de brede zin van het woord. Binnen het domein Kunstzinnige Oriëntatie worden de volgende vakgebieden behandeld: jeugdliteratuur, muziek en drama, en beeldende vorming. Binnen elk vakgebied staan vier vragen centraal: a) Wat moeten de leerlingen allemaal leren? b) Hoe leer je het aan? c) Wat levert het op? en d) Hoe reflecteer je kritisch? De student leert in deze cursus de kerndoelen voor Kunstzinnige oriëntatie kennen, leerdoelen op te stellen en effectieve lessen te ontwerpen en uit te voeren, resultaten te analyseren en op basis hiervan het onderwijs bij te stellen. Hierbij wordt er steeds een koppeling gemaakt tussen de theorie, inzichten uit de literatuur en de praktijk.
Toetsinformatie
De cursus wordt met een voldoende afgesloten indien de student a) de voorbereidende opdrachten en de eindopdracht tijdig heeft ingeleverd, b) een voldoende heeft behaald voor de eindopdracht.
Deze cursus moet gelijktijdig gevolgd worden met de cursus ‘PWPO Bachelorstage 3’. Een deel van de opdrachten wordt namelijk uitgevoerd tijdens de stage.
Voorkennis
PWPO Bachelorstage 2 dient met voldoende resultaat afgesloten te zijn.
|
|
|
|
|
|
|