Aan het einde van de cursus is de student in staat om onder begeleiding voor enkelvoudige vraagstukken toegepast in de onderwijspraktijk als een scientist-practitioner:
- De diagnostische cyclus te doorlopen, waarbij een klacht- en probleemanalyse wordt gedaan, hypothesen worden geformuleerd en getoetst en deze informatie wordt geïnterpreteerd en geïntegreerd tot een coherent geheel.
- Een verantwoorde, wetenschappelijk gefundeerde, best passende behandelaanpak te formuleren bij een hulpvraag.
- Evidence- en practice based interventies uit te voeren, welke gericht zijn op het verminderen van de problematiek van de leerling.
- Een behandelproces te evalueren en indien nodig aan te passen gedurende het proces.
- Adequaat verslag te leggen van een hulpverleningscyclus.
- Een hulpverleningsrelatie aan te gaan met de leerling, waarin de student afstemt op de leerling en er een veilige werkrelatie ontstaat.
- Een professionele attitude te hanteren, kritisch te reflecteren op zijn/haar functioneren als hulpverlener, inzicht te hebben in zijn/haar persoonlijke sterke en zwakke kanten en zijn/haar professioneel handelen hierop aan te passen.
|
|
|
Het uitgangspunt van de cursus is dat de student leert de diagnostische en behandelcyclus te doorlopen bij een individuele leerling met een leerprobleem op de stageschool. De student gaat hierbij te werk als scientist-practitioner en maakt steeds een koppeling tussen de theorie, de nieuwste inzichten uit de literatuur en de praktijk. Het Expliciete Directe Instructiemodel in combinatie met het taakanalytisch model worden hierbij als uitgangspunt genomen. De student leert dit hulpverleningsproces op professionele wijze vorm te geven en leert hierbij te reflecteren op het eigen handelen.
Gedurende het opzetten en uitvoeren van het hulpverleningstraject volgt de student intervisiebijeenkomsten op de universiteit. Tijdens deze bijeenkomsten staan steeds thema’s centraal die op dat moment in het hulpverleningsproces van belang zijn. Studenten wisselen van gedachten over het vormgeven van het hulpverleningsproces, geven elkaar feedback aan de hand van video-opnames en voorzien elkaar van feedback op klinische rapportages.
Toetsinformatie
Functioneren klinische setting, functioneren intervisie, klinische rapportage, reflectieverslag.
Deze cursus moet gelijktijdig gevolgd worden met de cursus ‘Bachelorstage 3 PWPO’ en ‘Afstudeerstage PWPO’. Het hulpverleningstraject wordt namelijk uitgevoerd op de stageschool.
|
|
|
|
|
|
|