Aan het einde van de cursus is de student in staat om:
- een effectieve lesdag te ontwerpen en uit te voeren
- effectief gebruik te maken van wetenschappelijke theorieën en empirisch onderzoek
- te reflecteren op en rekening te houden met werkwijzen en dilemma’s in de praktijk
- professioneel handelen af te stemmen met ouders, collega’s en andere deskundigen
- ontwikkelings-, gedrags- en leerproblemen te signaleren en een aanpak aan te bevelen
- bewust didactisch, pedagogisch en professioneel te handelen en dit te verantwoorden, evalueren en bij te stellen
|
|
Het uitgangspunt van de cursus is dat de student na afronding van deze afstudeerstage in staat is om zelfstandig het leerkrachtenberoep uit te voeren. Hierbij is de student in staat om zelfstandig een effectieve lesdag te ontwerpen en uit te voeren, te reflecteren op en rekening te houden met werkwijzen en dilemma’s in de praktijk en af te stemmen met ouders, collega’s en andere deskundigen. Daarnaast kan de student leerlingen waarbij mogelijk sprake is van een ontwikkelings-, gedrags- en/of leerprobleem signaleren en vervolgstappen inzetten. De uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek en literatuur worden bij al deze aspecten van het vak steeds meegenomen. De student laat zien op didactisch, pedagogisch en professioneel gebied bewust te handelen en dit te kunnen verantwoorden, evalueren en bijstellen. De student leert in deze stage na te denken over de vraag ‘Wie ben ik als universitair opgeleide leerkracht?’.
Opzet
In de zeven werkgroepbijeenkomsten brengen studenten casussen in gerelateerd aan het leerdoel dat in die bijeenkomst centraal staat. In de bijeenkomst wordt er nagedacht over de ingebrachte casussen, door vanuit didactisch, pedagogisch en professioneel oogpunt naar de casus te kijken en gebruik te maken van wetenschappelijk onderzoek en literatuur. De studenten hebben een actieve rol in het voorbereiden, voorzitten, deelnemen aan en evalueren van de werkgroepbijeenkomsten.
|
 |
|
|
Bachelorstage 2 PWPO moet behaald zijn. |
|
Halverwege de cursus vindt er een tussenevaluatie plaats waarin de stagebegeleider een opname van een les bekijkt en deze samen met de student en leerkracht nabespreekt. Om de cursus af te kunnen sluiten dient deze les met een voldoende te worden beoordeeld door de stagebegeleider. Aan het einde van de cursus levert de student een eindopdracht in. In deze eindopdracht laat de student zien bovenstaande leerdoelen te hebben behaald, klaar te zijn om als universitair opgeleide leerkracht aan de slag te gaan en nagedacht te hebben over de eigen rol als universitair opgeleide leerkracht. In tentamenperiode 4 wordt er een eindgesprek gevoerd waarbij de student laat zien klaar te zijn om zelfstandig als beginnend leerkracht aan de slag te gaan en nagedacht te hebben over de vraag ‘Wie ben ik als universitair opgeleide leerkracht?’. Het cijfer voor dit eindgesprek is het eindcijfer voor de cursus.
|
|
Let op: in deze cursus wordt omgegaan met vertrouwelijke gegevens van derden. Heb je normaliter je beveiligde RU-mail doorgelinkt naar je persoonlijke mailadres? Dan dien je vanwege de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) dat (tijdelijk) uit te zetten en bestanden met gevoelige informatie altijd te beveiligen met een wachtwoord.
Gezien de huidige situatie omtrent COVID-19 is alle informatie uit deze cursusbeschrijving nadrukkelijk onder voorbehoud. Toekomstige ontwikkelingen op het gebied van COVID-19 zouden ertoe kunnen leiden dat bepaalde passages niet langer overeenkomen met de beschrijvingen die bij de start van het studiejaar zijn gemaakt. Aan de cursusbeschrijvingen kunnen dan ook geen rechten worden ontleend.
|
|