Aan het einde van de cursus is de student in staat om:
- Wetenschappelijke literatuur te zoeken, zorgvuldig en kritisch te lezen. (4,6,7,8)
- Een relevante probleemstelling te formuleren, te onderbouwen en te beantwoorden. (4,6,7,8)
- Een theoretisch onderzoek uit te voeren naar een pedagogisch of onderwijskundige vraagstuk. (2,4,6,7,8)
- Een wetenschappelijk gestructureerd artikel te schrijven n.a.v. een theoretisch onderzoek. (6,8)
- Adequaat feedback te verwerken en constructieve feedback te geven aan anderen. (4,6,7,8)
- Een eigen standpunt in te nemen en te onderbouwen. (4,6,7,8)
|
|
Op basis van (ortho)pedagogische en onderwijskundige thema’s wordt een wetenschappelijke tekst geschreven. Tevens worden er praktische opdrachten uitgevoerd, waarover mondeling en/of schriftelijk wordt gerapporteerd. De opdrachten richten zich op verschillende elementen van het schrijfproces, zoals het vinden van relevante literatuur, het lezen van Engelstalige artikelen, wetenschappelijk schrijven en het gebruik van bronnen. Aan deze cursus is het practicum Informatievaardigheden verbonden, inclusief toets. Bij aanvang van de cursus schrijven studenten zich hier apart voor in. Meer informatie hierover wordt geplaatst op Brightspace. |
|
|
|
|
Diverse korte schrijfopdrachten en één eindverslag. Verder moet voldaan zijn aan de aanwezigheidsplicht en het practicum informatievaardigheden. |
|
|
Gezien de huidige situatie omtrent COVID-19 is alle informatie uit deze cursusbeschrijving nadrukkelijk onder voorbehoud. Toekomstige ontwikkelingen op het gebied van COVID-19 zouden ertoe kunnen leiden dat dat bepaalde passages niet langer overeenkomen met de beschrijvingen die bij de start van het studiejaar zijn gemaakt. Aan de cursusbeschrijvingen kunnen dan ook geen rechten worden ontleend.
|
|