Aan het einde van deze cursus kun je:
- omschrijven wat ‘leren’ in je vakgebied is en hoe je dit leren kunt organiseren en stimuleren;
- de inhoudelijke structuur, kenmerkende denkwijzen en werkwijzen van je vakgebied herkennen in een leerplan, schoolcurriculum of lesmethode;
- denkbeelden en taalvaardigheid m.b.t. onderwerpen uit je vakgebied herkennen in een praktijksituatie;
- theorieën en modellen over leren en onderwijzen herkennen in onderwijs- en leeractiviteiten van een concrete les;
- didactische werkvormen in lesmateriaal herkennen en aanpassen volgens het model van activerende directe instructie;
- een les over een onderwerp in je vakgebied ontwerpen op basis van een vakdidactische analyse en met kennis over relevante theorieën en modellen; de ontworpen les gedeeltelijk uitvoeren en evalueren;
- een eigen visie op leren en onderwijzen in je vakgebied formuleren en onderbouwen.
|
|
Wil je graag weten hoe ‘leren’ in je vakgebied werkt, en hoe je dat leren kunt ondersteunen met een passende didactiek? Wil je iets met onderwijs in bètawetenschappen doen, zoals verzorgen van (bij)les of het uitleggen van ingewikkelde vakconcepten? Of ben je studentassistent en wil je je didactische kennis verdiepen?
Dan is deze cursus voor jou interessant. Je leert de basiselementen van vakdidactiek kennen: de leerinhoud, de lerenden, de onderwijsaanpak en de toetsing. Je observeert deze elementen in een praktijksituatie op school. Je didactische kennis pas je toe in een eigen les waarin je medestudenten de rol van leerling vervullen. Je kiest voor deze les zelf een onderwerp uit je vakgebied.
Deze cursus maakt deel uit van de minor Didactiek van Bètawetenschappen (zie de uitgebreidere beschrijving in de minorgids) en kan ook een opstapje zijn naar een lerarenopleiding in de master.
Onderwerpen
- inhoudelijke vakstructuur
- werkwijzen en denkwijzen van een vakgebied
- vaktaal
- elementen van vakdidactiek: leerdoelen, lerenden, onderwijsaanpak, toetsing
- voorkennis, denkbeelden, (mis)concepties
- leertheorieën
- praktijkobservatie
- instructiemodellen, waaronder activerende directe instructie
- didactiek van specifieke vakinhoud
- vakdidactische analyse, lesontwerp en –evaluatie
Werkwijze
Tijdens de cursus zijn er gezamenlijke, interactieve sessies waarin we samen leertheorieën en instructiemodellen verkennen. Je voert daarnaast vier opdrachten uit die je dichtbij de onderwijspraktijk brengen, zoals het doen van observaties in de klas en het interviewen van lerenden. Wat je leert uit de interactieve sessies en opdrachten gebruik je om gaandeweg je eigen les voor te bereiden met behulp van het formulier Vakdidactische Analyse en Lesontwerp (VAL). Je wisselt wekelijks uitkomsten van de opdrachten en onderdelen van je zelfontworpen les uit met medestudenten en docenten. Aan het eind van de cursus voer je een gedeelte van je les uit voor medestudenten en docenten en evalueer je deze ‘miniles’.
|
 |
|
De eindbeoordeling is gebaseerd op de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van je les.
Voorwaarde om voor beoordeling in aanmerking te komen is dat je actief een bijdrage hebt geleverd aan je eigen leren (o.a. door deelname aan onderwijssessies, tijdig inleveren van opdrachten) en het leren van je medestudenten (o.a. door uitwisselen van bevindingen, het geven van feedback).
|
|
Deze cursus is onderdeel van de minor Didactiek van Bètawetenschappen van 15 ec totaal. De minor bestaat naast deze startcursus uit de cursussen ‘Ontwerp van Onderwijs in Bètawetenschappen (6 ec)’ en ‘Bètawetenschappelijk Onderwijs in context: scientific literacy (3 ec)’. De startcursus Leren en Onderwijzen in Bètawetenschappen (6 ec) biedt de noodzakelijke voorkennis om aan de twee vervolgcursussen mee te kunnen doen.
Let op: Van deze cursus bestaat naast deze 6 ec-variant ook een 3 ec-variant (NWI-FNWI015). De 3 ec-variant is een beknopte kennismaking met elementen van bètaonderwijs. Alleen het succesvol afronden van de 6 ec-variant geeft toegang tot deelname aan de vervolgcursussen (Ontwerp van Onderwijs in Bètawetenschappen; Bètawetenschappelijk onderwijs in context: scientific literacy).
|
|