Aan het einde van deze cursus kun je:
- didactische ontwerpprincipes voor bètaonderwijs, in het bijzonder voor je eigen vakgebied, benoemen;
- een bestaand onderwijsproduct (bv. les, college, practicum, lessenserie, masterclass) analyseren met het oog op een specifiek thema, namelijk: formatief evalueren, activerende didactiek, context-conceptonderwijs of digitaal onderwijs;
- een onderwijsproduct (her)ontwerpen op basis van een analyse en vakdidactische ontwerpprincipes;
- ontwerpbeslissingen onderbouwen;
- je ontwerp evalueren (specifiek, gebruikersvriendelijk, aanvaardbaar, realiseerbaar) en op basis van feedback van experts/opdrachtgever bijstellen.
|
|
In deze cursus maak je kennis met onderwijskundig ontwerpen en didactische ontwerpprincipes voor bètaonderwijs. Je gaat daarmee aan de slag in het praktijkdeel van de cursus, waarin je op basis van analyse, een eigen onderwijsproduct gaat (her)ontwerpen met specifieke aandacht voor een van de volgende moderne onderwijsthema’s: formatief evalueren, context-concept onderwijs, activerende didactiek of digitaal onderwijs.
Onderwerpen
- onderwijskundige ontwerpen
- ontwerpprincipes voor bètaonderwijs
- didactiek van specifieke vakinhoud
- formatief evalueren
- activerende didactiek
- context-conceptonderwijs
- digitaal onderwijs
- symposium
Werkwijze
Je werkt samen met medestudenten in een ontwikkelteam rond een specifiek thema. Je (her)ontwerpt in samenspraak met een expertdocent/opdrachtgever een onderwijsproduct voor een bepaalde onderwijscontext (voortgezet onderwijs, universiteit, PUC of Science, museum, enz.). Je ontwikkelproject wordt ondersteund via colleges en wekelijkse werkbijeenkomsten waarin de docenten ‘op maat’ begeleiding geven, waarin je feedback krijgt van medestudenten, en waarin je onderdelen van je ontwerp kunt presenteren en uitproberen. Samen verkennen we zo nodig ook extra vakdidactische bronnen. Richting het eind van de cursus leg je je ontwerp voor aan je expertdocent/opdrachtgever en verwerk je diens feedback tot een onderwijsproduct dat in de praktijk kan worden uitgevoerd.
|
 |
|
Met succes afgerond hebben van NWI-FNWI012 ‘Leren en Onderwijzen in Bètawetenschappen (6 ec)’ is voorwaarde om aan deze cursus deel te nemen.
|
|
Je rapporteert over je ontwerp en het ontwerpproces in een eindverslag, waarbij je het ontworpen onderwijsproduct (bv. lesmateriaal, PowerPoint, docentenhandleiding) als bijlage toevoegt. Tijdens een afsluitend symposium geef je met je ontwikkelteam een gezamenlijke introductie op jullie onderwijsthema en presenteer je tevens je eigen ontwerp met behulp van een poster.
Voorwaarde om voor beoordeling in aanmerking te komen is dat je actief een bijdrage hebt geleverd aan je eigen leren (o.a. door presenteren van eigen werk tijdens de werkbijeenkomsten) en het leren van je medestudenten (o.a. door het uitwisselen van bevindingen en het geven van feedback).
|
|
Deze cursus kan gelijktijdig gevolgd worden met de cursus NWI-FNWI014 ‘Bètawetenschappelijk Onderwijs in Context: scientific literacy (3 ec)’. Gezamenlijk met NWI-FNWI012 ‘Leren en Onderwijzen in Bètawetenschappen (6 ec)’ vormen deze cursussen de minor Didactiek van bètawetenschappen (15 ec).
|
|