Aan het einde van deze cursus kun je:
- omschrijven wat ‘leren’ in je vakgebied is en hoe je dit leren kunt organiseren en stimuleren;
- een les over een onderwerp in je vakgebied ontwerpen op basis van een vakdidactische analyse en met kennis over relevante theorieën en modellen; de ontworpen les gedeeltelijk uitvoeren en evalueren;
- een visie op leren en onderwijzen in je vakgebied formuleren en onderbouwen.
|
|
Wil je meer weten over ‘leren’ in je vakgebied, en hoe je dat leren didactisch kunt ondersteunen? Wil je iets met onderwijs in bètawetenschappen doen, zoals verzorgen van (bij)les of het uitleggen van ingewikkelde vakconcepten? Of ben je studentassistent en wil je didactische ervaring opdoen?
Dan is deze compacte cursus voor jou interessant. Je maakt kennis met de basiselementen van vakdidactiek: de leerinhoud, de lerenden, de onderwijsaanpak en de toetsing. Je past het geleerde toe in een eigen les waarin je medestudenten de rol van leerling vervullen. Je kiest voor deze les zelf een onderwerp uit je vakgebied.
Voor een uitgebreidere oriëntatie op bèta-onderwijs kun je de grotere versie NWI-FNWI012 (6 ec) van deze cursus volgen, die tevens onderdeel is van de minor Didactiek van Bètawetenschappen (zie minorgids).
Onderwerpen
- elementen van vakdidactiek: leerdoelen, lerenden, onderwijsaanpak, toetsing
- voorkennis, denkbeelden, (mis)concepties
- leertheorieën
- instructiemodellen, waaronder activerende directe instructie
- vaktaal
- didactiek van specifieke vakinhoud
- vakdidactische analyse, lesontwerp en –evaluatie
Werkwijze
Tijdens de cursus zijn er interactieve sessies waarin je gezamenlijk leertheorieën en instructiemodellen verkent. Wat je leert in de interactieve sessies gebruik je om gaandeweg je eigen les voor te bereiden met behulp van het formulier Vakdidactische Analyse en Lesontwerp (VAL). Je wisselt wekelijks onderdelen van je zelfontworpen les uit met medestudenten en docenten.
Aan het eind van de cursus voer je een deel van je les uit voor medestudenten en docenten en evalueer je deze ‘miniles’.
|
|
|
De eindbeoordeling is gebaseerd op de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van je les.
Voorwaarde om voor beoordeling in aanmerking te komen is dat je actief een bijdrage hebt geleverd aan je eigen leren (o.a. door deelname aan de sessies) en het leren van je medestudenten (o.a. door uitwisselen van bevindingen en het geven van feedback).
|
|
Van deze cursus bestaat naast deze 3 ec-variant ook een uitgebreidere, 6 ec-variant (Leren en Onderwijzen in Bètawetenschappen). De 6 ec-variant gaat dieper in op de verschillende thema’s en brengt je in contact met de lespraktijk (bijvoorbeeld door lessen te observeren). Tijdens de voorbereiding van je miniles lever je verschillende ondersteunende opdrachten in voor (peer)feedback.
De 6 ec-variant is een vereiste voor deelname aan de vervolgcursussen ‘Ontwerp van Onderwijs in Bètawetenschappen (6 ec)’ en ‘Bètawetenschappelijk onderwijs in context: scientific literacy (3 ec)’. De drie cursussen samen vormen de minor Didactiek van Bètawetenschappen (15 ec).
|
|