In deze cursus staat de Omgevingswet, beoogde inwerkingtreding 1 januari 2023, centraal. De Omgevingswet leidt tot een ingrijpende stelselherziening in het omgevingsrecht. De student krijgt inzicht in de inhoud en de systematiek van de Omgevingswet en de bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De belangrijkste instrumenten en instituties van de wet worden in onderling verband belicht. Het gaat daarbij zowel om het juridisch-theoretische niveau als om het toepassen van de verkregen inzichten op concrete casusposities.
De studiestof is opgedeeld aan de hand van een aantal thema’s:
- Achtergronden en aanleiding van de stelselherziening;
- Instrumenten en bevoegdheden in de Omgevingswet;
- Relatie Omgevingswet en uitvoeringsregelingen;
- Procedures en rechtsbescherming;
- Overgangsrecht (van het huidige stelsel naar het nieuwe stelsel).
De belangrijkste prestaties en producten die van de student worden verwacht zijn:
- Voorbereiden van de onderwijsbijeenkomsten (combinatie van hoorcolleges en werkgroepen) aan de hand van voorgeschreven studiemateriaal.
- Per onderwijsbijeenkomst dient de student een casus voor te bereiden waarin de belangrijkste leerdoelen aan bod komen. De leerdoelen worden op BrightSpace vermeld.
- Optioneel: het schrijven van een paper.
Gedurende het onderwijs ontwikkelt de student de volgende cognitieve vaardigheden:
- Het analyseren van complexe omgevingsrechtelijke problemen, ook in internationaalrechtelijk perspectief;
- Het leggen van verbanden (met name binnen de context van de Omgevingswet);
- Het ontwerpen en beargumenteren van relevante (alternatieve) oplossingen;
- Het structureren van (theoretische en praktische) bestuursrechtelijke kennis;
- Zelfstandig verrichten van literatuur- en jurisprudentieonderzoek;
- Het ontwikkelen van een probleemstelling voor een onderzoek;
- Het ordenen en beoordelen van juridische argumenten.
De student laat blijken zich de kennis en de cognitieve vaardigheden te hebben eigengemaakt door:
- De inbreng in de onderwijsbijeenkomsten en de daar te behandelen casus;
- Het correct beantwoorden van vragen bij het schriftelijk tentamen.
In dit vak vindt de confrontatie met onderzoek plaats:
- Doordat de student wordt gevraagd aan het vak gerelateerde informatie, ideeën of oplossingen op anderen over te brengen;
- Tijdens de interactieve onderwijsbijeenkomsten;
- Bij de beantwoording van de casus;
- Optioneel: het schrijven van het paper;
- Bij het schriftelijk tentamen;
- Bij het verdedigen van de scriptie.
Met behulp van de kennis en cognitieve vaardigheden die de student in dit vak heeft ontwikkeld, is de student in staat tot het volgende professioneel en wetenschappelijk handelen:
- De student is in staat om zich vanuit verschillende professionele invalshoeken met de Omgevingswet bezig te houden, bijvoorbeeld in de advocatuur, maar ook in beroepen in de beleidsbepalende sfeer. Naar zijn aard heeft het vak een sterke praktijkgerichte insteek, maar ook aan de juridisch-theoretische context wordt ruim aandacht besteed.
Dit vak bereidt voor op zelfstandig functioneren in de beroepspraktijk of de wetenschap doordat:
- De student zich de belangrijkste instrumenten van de Omgevingswet en de uitvoeringsregelgeving eigen maakt op een wijze die voorbereidt op het herkennen en analyseren van omgevingsrechtelijke vraagstukken zowel in theorie als praktijk;
- De student deze vraagstukken op basis van de verworven kennis zelfstandig kan oplossen.
|
 |
|
In het omgevingsrecht wordt een ingrijpende stelselherziening voorbereid. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet en de bijbehorende uitvoeringsregelingen (zoals het Besluit activiteiten leefomgeving en het Omgevingsbesluit) wordt de stelselherziening een feit. De inwerkingtreding is voorzien op 1 januari 2023, maar de omvang en de implicaties van de Omgevingswet zijn dermate omvangrijk, dat een tijdige voorbereiding op de inwerkingtreding van de wet is vereist om de ontwikkelingen in het omgevingsrecht goed te kunnen volgen.
In het vak Omgevingsrecht I staan de Omgevingswet en de uitvoeringsregelingen centraal. Bij de behandeling van de wet wordt incidenteel een relatie gelegd met het bestaande stelsel (zoals de Wet ruimtelijke ordening en de Wet milieubeheer). Voor een meeromvattende bestudering van de huidige wet- en regelgeving is het vak Omgevingsrecht II bedoeld (aangeboden in het tweede semester).
Achtergronden en aanleiding voor de stelselherziening worden belicht, evenals de belangrijkste instrumenten en bevoegdheden (zoals de omgevingsvisie, instructieregels, het omgevingsplan en de omgevingsvergunning). Hierbij zal ook aandacht worden besteed aan de Europese dimensie (bijv. als het gaat om het stellen van grenswaarden) en aan actuele ontwikkelingen aan het wetgevingsfront. De vakken Omgevingsrecht I en Omgevingsrecht II hebben een inhoudelijke samenhang, maar kunnen ook los van elkaar worden gevolgd.
|
|
|
|
| Afgeronde bachelor, inclusief Bestuursrecht I en II, Staatsrecht. Het behaald hebben van het vak Omgevingsrecht II is wenselijk, maar is niet noodzakelijk. |
|
|
In december of januari volgt als afsluiting een schriftelijk tentamen. Herkansing van het afsluitend tentamen vindt mondeling plaats (op afspraak met de docent).
|
|
Bij vragen kunt u contact opnemen met mevrouw Tersluijsen, secretaresse van de vaksectie Bestuursrecht, email: remke.tersluijsen@ru.nl, telefoonnummer 024 - 361 20 92.
Coördinator: prof.mr. A.G.A. Nijmeijer, email: tonny.nijmeijer@ru.nl, telefoonnummer: 024 - 361 21 36.
|
|