De vijfdelige cursus Young Leadership for Sustainability van de Radboud Universiteit bracht de alumna Bestuurskunde Lieke Potten terug naar de campus. Verrijkend, zo blikt ze terug, vooral dankzij de inzichten die ze opdeed bij haar mede-cursisten. “Mijn achtergrond bij de overheid werd aangevuld met allerlei andere ervaringen, uit de zorgsector, de veiligheidsregio, de adviesbureaus, en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.” Ze noemt het bemoedigend om te vernemen hoe ver anderen zijn met duurzaamheidsplannen. “Iemand werkzaam bij een grote zorgverzekeraar in onze cursusgroep vertelde dat ze in haar branche nog veel moesten doen aan bewustwording. Bij ons is die awareness voor duurzaamheid er gelukkig al. Bij ons gaat het nu om de uitvoering en het meenemen van onze partners in deze stap.”
Verandering via dialoog
Uit de cursus heeft ze veel inzichten mee naar huis genomen. Bijvoorbeeld over de wijze waarop je in gesprek kunt met anderen en hoe essentieel je boodschap kan zijn om de juiste stap te zetten en welke tools daarbij kunnen helpen. De combinatie van het theoretische kader en het gesprek met mede cursisten heeft mijn doen inzien hoe belangrijk het is om met een goed verhaal richting de diverse partners te gaan en dat dit vraagt om maatwerk. “Een goed verhaal draagt er op termijn toe bij dat duurzaamheid de norm kan worden.” Docenten hielpen haar aan de eyeopener dat duurzaamheid vooral een kwestie is van verbindingen aangaan. Je kunt niet al je stappen zetten door in je eigen domein te blijven, maar moet een breder gezelschap gaan vormen. “Je moet proberen je in te leven in de belangen van andere domeinen zoals bijvoorbeeld economie. Door duurzaamheid ook te begrijpen als een economische prikkel.” Betreed ook de andere speelvelden, legt ze uit: alleen zo kun je met duurzaamheid stappen zetten. “En dat betekent vooral dat je goed naar anderen moet luisteren, dat je de dialoog opzoekt.”
Van theorie naar werkelijkheid
Het aangename van het programma noemt Lieke de combinatie van theorie (inclusief het aanleren van vaardigheden/skills) en praktijk: steeds kon ze het geleerde – in kleine groepen – toepassen op haar eigen situatie. En dat kwam goed uit, want in haar werk zit ze middenin een organisatieverandering, lees: het optillen van duurzaamheid naar bovenregionale samenwerkingsverbanden. Concreet voorbeeld van deze samenwerking: als regio zijn we ruim driekwart jaar geleden gestart met het verder formaliseren van onze energie regio. Doel van deze samenwerking is kennisdeling en de energietransitie versneller door slim op de inhoud samen te werken. Als programmamanager van de Regionale Energiestrategie heb ik een belangrijke rol in de doorontwikkeling van deze realisatie. Als we deze stap willen maken is het van groot belang om nog meer te gaan samenwerken met allerlei andere partijen in de regio, want daar zit expertise die wij als overheden niet in onze organisaties hebben. “Het aantal handjes in de gemeente is beperkt. De regio organisatie is er om de gemeentes te ontzorgen. Door de krachten te bundelen, kun je duurzaamheid een enorme stap vooruit helpen.”
‘Het schiet maar niet op’, dacht Lieke regelmatig over de duurzaamheidsplannen. Haar optimisme is inmiddels gesterkt, dankzij het nieuwe regionale netwerk in het verschiet en haar nieuw opgedane kennis. “Duurzaamheid kan een worsteling zijn, maar je weet nu dat je elkaar verder kunt helpen. En het mooie is dat ik nu ook een netwerk heb buiten de scope van mijn werkveld namelijk mijn studie genoten van deze training, want we hebben nog altijd contact met elkaar.”