De Argentijnse auteur Jorge Luis Borges (1899-1986) is van grote betekenis geweest voor de Nederlandse literatuur. In dit proefschrift is in kaart gebracht wat Borges’ werk heeft betekend voor de literaire werken en de poëtica’s van Doeschka Meijsing, Frans Kellendonk en Willem Jan Otten. De gemene deler in hun receptie van Borges’ werk is dat ze allemaal op zeker moment blijk gaven van de opvatting dat onze perceptie van de werkelijkheid een subjectieve constructie is. Ze refereerden daarbij aan veel verschillende teksten van Borges. Het thematiseren van sceptische werkelijkheidsvisies door deze auteurs leidde niet tot (aanhoudend) relativisme: ze gingen juist op zoek naar manieren om zich tot de werkelijkheid te verhouden. Ze waren daarin meer aan Borges verwant dan veel critici tot nu toe hebben aangenomen. In Borges vonden zij een schrijver en een lezer met wie ze het geloof deelden in de kracht van literatuur om betekenis te geven aan onze werkelijkheid, aan onze identiteit – al was het maar voor de duur van een verhaal.
Meike Botterweg studeerde Nederlands en Spaans en studeerde af aan de researchmaster Letterkunde en Literatuurwetenschap aan de Radboud Universiteit. In haar onderzoek naar de receptie van het werk van Borges in de Nederlandse literatuur komen deze onderzoeksvelden samen. Ze is nu werkzaam als docent communicatie en onderzoek aan de HAN.