Kinderen leren taal meestal niet alleen door spraak te horen, maar ook door visuele signalen te zien tijdens persoonlijke interacties met hun verzorgers. Deze signalen zijn onder andere het aankijken, waardoor kinderen zich kunnen concentreren op belangrijke aspecten van hun omgeving, en lipbewegingen, die helpen bij het verwerken van spraak. Deze scriptie onderzoekt de rol van visuele signalen in de vroege taalontwikkeling, waarbij de nadruk ligt op neurale mechanismen in de hersenen van zuigelingen. In een reeks experimenten heb ik de spraak en woordverwerking van zuigelingen van 10 maanden oud onderzocht met behulp van een elektro-encefalogram (eeg). Eerst stelde ik de zuigelingen bloot aan doorlopende spraak, inclusief herhaalde woorden, en testte ik hun herkenning van deze woorden om te begrijpen hoe ze leren om individuele woorden te identificeren in lopende spraak. Ik ontdekte dat zuigelingen nieuwe woorden konden oppikken uit lopende spraak, waarbij de neurale verwerking van herhaalde woorden verschilt wanneer de blik van de spreker op hen was gericht. Daarnaast onderzocht ik de neurale tracking van spraakritmes om zo de spraakverwerking te begrijpen. De zuigelingen volgden het spraakritme even goed, ongeacht de kijkrichting van de spreker of de zichtbaarheid van de lipbewegingen van de spreker. Bovendien ging succesvolle neurale spraaktracking gepaard met een grotere woordenschat bij 18 maanden, wat erop wijst dat deze de taalontwikkeling voorspelt. Deze bevindingen geven meer inzicht in de rol van visuele signalen bij spraakverwerking en het belang van neurale synchronisatie met spraakritmes bij taalontwikkeling.
Melis Çetinçelik behaalde een dubbele bachelor in Psychology en Philosophy aan de Koç Universiteit in Istanbul, Turkije. Vervolgens behaalde ze een master in Brain and Cognitive Sciences aan de Universiteit van Amsterdam. Voor haar masterscriptie verhuisde Melis naar Cambridge in het Verenigd Koninkrijk om daar de ontwikkeling van prosociaal vertrouwen bij zuigelingen te bestuderen. Na het voltooien van haar masteropleiding trad ze als promovendus toe tot de afdeling Taalontwikkeling van het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek, waar ze zich richtte op de neurale onderbouwing van vroege taalverwerving. Naast haar onderzoek was Melis actief betrokken bij wetenschappelijke voorlichting en droeg ze bij aan evenementen zoals het Kletskoppen Kindertaalfestival en het wetenschappelijke blog TalkLing op het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek. In 2023 werkte ze als onderzoeker en docent aan de afdeling Experimentele Psychologie van de Universiteit Utrecht terwijl ze haar proefschrift schreef. Momenteel is ze postdoctoraal onderzoeker bij de afdeling Cognitieve Neuropsychologie aan de Universiteit van Tilburg.