De afgelopen decennia stelt de Nederlandse wetgever in toenemende mate gedrag strafbaar dat op zichzelf nog geen schade of letsel veroorzaakt, maar vooral gevaar in het leven roept. Denk aan de invoering van de algemene strafbaarstelling van voorbereidingshandelingen en de zelfstandige strafbaarstellingen van financiering van terrorisme, grooming, training voor terrorisme en de uitbreiding van de samenspanningsregeling. Door deze zogenoemde voorfasedelicten houdt het strafrecht zich steeds meer bezig met situaties waarin primair een kans op toekomstige schade of letsel bestaat.
In dit onderzoek staat de vraag centraal hoe dergelijke voorfasedelicten moeten worden beoordeeld in het licht van vier klassieke beginselen van het materiële strafrecht: het daadstrafrechtbeginsel, het materiële wederrechtelijkheidsbeginsel, het ultimum remedium-beginsel en het lex certa-beginsel. Hoe verhoudt bijvoorbeeld de strafbaarstelling van voorfasedelicten zich tot het principe dat het strafrecht zich alleen bezighoudt met gedragingen en niet met gedachten en intenties? Is gevaarzettend gedrag als zodanig eigenlijk wel strafwaardig? Is het strafrecht wel het geëigende middel om op gevaar te reageren? En in hoeverre is het mogelijk om dergelijke strafbaarstellingen voldoende duidelijk te formuleren en af te bakenen? Door middel van verschillende politiek-filosofische perspectieven op deze vragen worden de grenzen van het strafrecht in de voorfase van het strafbare feit verkend.
Elco Nab werd geboren op 1 september 1991 te Nijmegen. Hij studeerde in 2016 cum laude af in de masterrichting Internationaal en Europees recht aan de Radboud Universiteit, na ook een jaar te hebben gestudeerd aan de Universiteit van Stockholm. In augustus 2017 studeerde hij cum laude af voor de tweejarige onderzoeksmaster Publiekrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen en de Radboud Universiteit, met als specialisatie strafrecht. Van september 2017 tot maart 2023 was hij als docent en promovendus straf(proces)recht werkzaam binnen de afdeling Straf(proces)recht en criminologie van het Onderzoekscentrum voor Staat en Recht aan de Radboud Universiteit. Sinds maart 2023 werkt hij binnen diezelfde afdeling als universitair docent straf(proces)recht.