Om taal te begrijpen, maken we gebruik van allerlei soorten kennis. Daaronder vallen de kennis over hoe waarschijnlijk woorden zijn in een context (statistische woordkennis) en kennis van de structuur van zinnen (syntaxis). In dit proefschrift wordt met verschillende methoden onderzocht of deze twee soorten kennis met elkaar interacteren in het proces van taalbegrip.
Het proefschrift onderzoekt ten eerste of statistische woordkennis alleen kan dienen als model van menselijke taal. Waarschijnlijk hebben we syntactische regels wel nodig: mensen lezen onwaarschijnlijke woorden namelijk langzamer dan waarschijnlijke, maar ze lezen nóg langzamer wanneer de woorden grammaticaal incorrect zijn.
Maar zijn deze soorten kennis dan met elkaar verbonden? Eén van de onderzoeken laat zien dat ons brein anders reageert op woorden in zinnen dan op woorden in lijsten zonder zinsstructuur: ons brein lijkt sneller te reageren op woorden in zinnen, dan op woorden in woordenlijsten. Een ander onderzoek toont aan dat ons brein die syntactische structuur ook anders 'bouwt' afhankelijk van de woorden zelf: de zinstructuur wordt sneller gebouwd als het woord statistisch voorspelbaar is, dan wanneer het woord statistisch onvoorspelbaar is.
Dit alles suggereert dat onze kennis van taalstructuur en de waarschijnlijkheid van woorden met elkaar interacteren in het proces van taalbegrip.
Sophie Slaats studeerde Taalwetenschap en Spaanse Taal en Cultuur aan de Universiteit Utrecht, waar zij ook een onderzoeksmaster in de Taalwetenschap deed. In haar masteronderzoek over het leren van regels zag zij dat het brein anders reageerde op nieuwe lettergrepen dan op fouten in de regels: een interesse was gewekt. Tijdens haar studie richtte zij het wetenschappelijke studententijdschrift "LingUU Journal" op. Geïnspireerd door haar masterscriptie deed ze nog een master in de Cognitieve Neurowetenschappen van Taal aan de Universiteit van Baskenland en het Basque Center for Cognition, Brain and Language in Spanje. In 2019 kwam zij naar het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek om onderzoek te doen naar de interacties tussen “statistische” en “structurele” representaties van taal. Tijdens haar werk droeg zij als schrijver, redacteur en hoofdredacteur bij aan de wetenschapsblog MPI TalkLing. Na afronding van haar promotietraject gaat zij aan de slag als postdoc aan de Universiteit van Genève.