De Nederlandse werkwoordspelling vormt voor veel mensen een struikelblok. Vooral de zogenaamde dt-fouten zijn berucht. Op het eerste gezicht klinkt dat vreemd. Als immers de regel wordt toegepast hoeven deze fouten niet voor te komen. Toch gebeurt het veelvuldig, omdat sommige veelgebruikte werkwoorden hetzelfde klinken maar anders gespeld worden (bijvoorbeeld word-wordt). In dit proefschrift stonden twee vragen centraal: 1) waarom is het zo lastig om de regels voor de werkwoordspelling goed toe te passen? en 2) wat is het effect van fout gespelde werkwoorden tijdens het lezen?
Het onderzoek laat zien dat we vaak vertrouwen op ons woordgeheugen door te kiezen voor de meest voorkomende werkwoordsvorm, ook als die niet juist is in de zin. Een beter begrip van de grammatica helpt voorkomen dat we al te veel vertrouwen op ons woordgeheugen. Dit grammaticaal bewustzijn kan vergroot worden door tijdens werkwoordspellinginstructie expliciet aandacht te geven aan de relatie tussen grammatica en spelling. Door spelfouten te voorkomen wordt het leesproces niet onnodig vertraagd. Kortom, voldoende aandacht voor een grammaticale analyse tijdens werkwoordspellinginstructie draagt bij aan een betere werkwoordspelling en aan een soepeler leesproces.
Robert Chamalaun (geboren 1980, Roosendaal en Nispen) werkt als docent Nederlands in het voortgezet onderwijs. In 2014 ontving hij van NWO een Promotiebeurs voor Leraren. Momenteel is hij behalve docent Nederlands in het voortgezet onderwijs ook als docent verbonden aan de opleiding Pedagogische Wetenschappen van Primair Onderwijs (PWPO) aan de Radboud Universiteit. Sinds 2020 is hij tevens voorzitter van Levende Talen Nederlands (LTN).