Wat onderzoek je bij de Translational Neuroscience Unit?
Mijn onderzoek richt zich op het begrijpen hoe we van individuele ervaringen tot bredere kennis komen. Als je iemand bijvoorbeeld vraagt wat de hoofdstad van Frankrijk is, weten ze dat het Parijs is, maar ze weten niet hoe ze dat weten. Ik wil weten wat er in de hersenen gebeurt als we over zoiets nadenken.
Daarvoor werk ik met verschillende proefpersonen: mensen, ratten en muizen. We bestuderen hun gedrag tijdens verschillende complexe gedragstaken. Een van onze belangrijkste hulpmiddelen is de HexMaze, een groot ruimtelijk doolhof waar de proefpersonen doorheen moeten navigeren. Voor ratten is het doolhof 5 bij 9 meter groot, voor muizen 2 bij 2 meter. Voor mensen werken we met een virtual reality-doolhof dat ongeveer zo groot is als een voetbalveld.
Waarom gebruik je deze drie verschillende soorten in je onderzoek?
Afhankelijk van de onderzoeksvraag die we onderzoeken, verandert de methode. En als de methode verandert, verandert ook de soort. We gebruiken muizen voor moleculaire technieken, om geheugensporen te visualiseren. Ratten worden gebruikt voor elektrofysiologie, waarbij hun neuronactiviteit wordt geregistreerd. Beide technieken zijn invasief en daarom niet mogelijk bij gezonde mensen. In plaats daarvan kunnen we bij mensen MRI-scans gebruiken om het leren van de hele hersenen in de loop van de tijd te observeren.
Idealiter zou ik al mijn experimenten met mensen doen, maar dat is niet mogelijk. Het goede nieuws voor mij is dat de hersengebieden en mechanismen die bij dergelijke herinneringen betrokken zijn, evolutionair geconserveerd zijn bij zoogdieren. Dat betekent dat ik ratten en muizen kan gebruiken om de gedetailleerde mechanismen te begrijpen die ik bij mensen niet kan onderzoeken, aangezien in hun hersenen hetzelfde gebeurt als in die van ons.