CMR in de media - september 2024

Hier vind je de media-optredens van onderzoekers van het Centrum voor Migratierecht in september 2024.

Karen Geertsema (docent Rechtssociologie en Migratierecht) bekritiseerde in het Financieele Dagblad het kabinetsplan om een asielcrisis uit te roepen zonder parlementaire goedkeuring. Volgens haar zijn de voorgestelde maatregelen al uitvoerbaar binnen de huidige wetgeving, zonder een noodprocedure te gebruiken. Geertsema stelt dat het kabinet "pure symboolpolitiek" bedrijft met het uitroepen van een asielcrisis, en dat dit vooral negatieve effecten zal hebben op de toch al overbelaste asielketen. Ze benadrukt: “Het kabinet denkt zo ontzettend te kunnen afschrikken en wat het daadwerkelijke effect van de maatregelen is, doet er niet toe. Het effect op de asielketen zal enorm zijn.”

Carolus Grütters (onderzoeker Rechtssociologie en Migratierecht) besprak de Duitse paspoortcontroles bij Omroep Gelderland. Hij ziet deze controles als weinig effectief en beschouwt ze als symboolpolitiek. Hij wijst erop dat de grens te groot is om adequaat te controleren als er een echte terroristische dreiging zou zijn. Grütters noemt het bovendien ironisch dat vrachtverkeer vrij kan doorgaan, wat volgens hem impliceert dat kwaadwillenden eenvoudig gebruik zouden kunnen maken van vrachtwagens. Hij zegt hierover: "Vanuit terroristisch oogpunt: nou dan huren we dus een vrachtwagen, want die heeft vrij doorgang." 

Grütters schreef daarnaast voor het NRC een opiniestuk waarin hij de migratie-uitspraken van Pieter Omtzigt tijdens de HJ Schoo-lezing bekritiseert. Omtzigt beweert dat er sprake is van een 60% toename van mensen met een migratieachtergrond tussen 2000 en 2022, maar Grütters wijst erop dat de daadwerkelijke stijging slechts 43% bedraagt. Daarnaast bekritiseert hij Omtzigts gebruik van verouderde en discriminerende terminologie rondom migratie, die volgens hem een "koloniale kijk" weerspiegelt. Verder merkt Grütters op dat Omtzigt geen echte oplossingen biedt, maar juist de migrant als zondebok aanwijst. Hij noemt Omtzigts uitspraken over asielbeleid "stuitend” en stelt scherp: “Het is bewust heel veel meer zand in de raderen strooien.”

Ook benadrukte Grütters in het NRC dat de chaos in de asielopvang doelbewust is gecreëerd door politieke partijen, vooral de PVV. Hij noemt de plannen van het kabinet om crisiswetgeving in te zetten op het gebied van asiel "losse flodders" en benadrukt dat het niet kan, verwijzend naar de juridische onmogelijkheid van noodwetgeving zonder overmacht. Hij concludeert dat het kabinet niet effectief omgaat met de asielcrisis, waardoor arbeidsmigranten in een situatie van "moderne slavernij" kunnen belanden. 

In de Volkskrant stelt hij dat er überhaupt geen reden is om te denken dat Brussel de situatie in Nederland als een asielcrisis zal beschouwen: “Nederland neemt zelfs iets mí­nder asielzoekers op dan je op basis van het aantal inwoners zou mogen verwachten.” Bovendien is de situatie niet buiten proportie vergeleken met andere Europese landen. Volgens Grütters moet er sprake zijn van overmacht om noodwetgeving te gebruiken: “Denk aan een situatie als de Watersnoodramp in 1953. Zo’n uitzonderingstoestand is er nu overduidelijk niet. 

Ashley Terlouw (hoogleraar Rechtssociologie) reageert voor Nu.nl kritisch op het gebruik van een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) om delen van de vreemdelingenwet buiten werking te stellen. Volgens haar is er op dit moment geen sprake van een crisis die een dergelijke noodmaatregel rechtvaardigt. Ze wijst erop dat er geen plotselinge, massale instroom van asielzoekers is en dat, als er zoveel urgentie was, het kabinet niet een heel zomerreces had moeten wachten voordat actie werd ondernomen. Terlouw stelt ook dat het land niet bestuurd moet worden door dit soort crisismaatregelen: “Dat ondermijnt de democratie en controle van het parlement. Het tast de rechtsstaat aan.”

Ook in het NRC uit Terlouw haar twijfels over de noodzaak van het uitroepen van een asielcrisis door het kabinet. Ze stelt hier dat crisiswetgeving normaal gesproken bedoeld is voor extreme situaties zoals oorlogen of pandemieën, en vindt het onaannemelijk dat de Raad van State de situatie als crisis zal erkennen. Volgens haar ontbreekt de juridische basis om een noodsituatie uit te roepen. Ze benadrukt: "Iedereen die in de materie zit, ziet dat volgens de juridische definitie geen sprake is van een noodsituatie."