Het digitaliseringsproject van de Radboud Universiteit wordt uitgevoerd door de Historische Database Suriname en Curaçao (HDSC). Dit is een project van Jan Kok, Coen van Galen, Thunnis van Oort, Björn Quanjer en Matthias Rosenbaum-Feldbrügge van de Radboud Universiteit, in samenwerking met de Nationale Archieven van Suriname, Curaçao en Nederland, de Anton de Kom Universiteit van Suriname en de University of Curacao.
Dieper begrip
Het HDSC-project heeft als doel om informatie over alle bewoners van Suriname en de voormalige Nederlandse Antillen vanaf ongeveer 1830 tot aan 1950 te verzamelen in één uitgebreide database. De databases verbinden personen die voorkomen in diverse archiefbronnen, zoals de slavenregisters, emancipatieregisters, burgerlijke stand en volkstellingen. Hierdoor wordt het eenvoudiger om voorouders op te sporen en biedt het nieuwe mogelijkheden voor wetenschappelijk onderzoek naar de levens van mensen in een tropische koloniale samenleving. Dit draagt bij aan een dieper begrip van het slavernijverleden en de historische en culturele context van deze regio.
Bijzonder
De status van UNESCO Werelderfgoed is geschonken aan een collectie archieven in Nederland, Suriname, Curaçao en St. Maarten die samen de geschiedenis van slavernij in de Nederlandse Caribische kolonies in de 19e eeuw omvatten. Het bijzondere is dat de databases van de slavenregisters van Suriname en Curaçao de enige databases zijn waaraan deze status is toegekend. De online beschikbaarheid van de slavenregisters is het resultaat van het werk van vele vrijwilligers en sponsoren. Sinds 1 juli 2018 zijn de Surinaamse slavenregisters online doorzoekbaar, en sinds 17 augustus 2020 kunnen ook de slavenregisters van Curaçao geraadpleegd worden via de website van het Nationaal Archief. De databases vormen volgens UNESCO vormen een onschatbare bron van informatie over tot slaaf gemaakte mensen en hun nazaten.
Herdenkingsjaar
De opname van deze waardevolle databases in het MoW-register komt op een bijzonder moment, aangezien er momenteel veel aandacht is voor het Nederlandse slavernijverleden. De excuses die premier Mark Rutte in december 2022 aanbood voor de rol van de Nederlandse staat in het slavernijverleden hebben het bewustzijn vergroot. In het herdenkingsjaar slavernijverleden (juli 2023 – juli 2024) zal er in het gehele Koninkrijk aandacht zijn voor de diverse aspecten van deze geschiedenis en de doorwerking daarvan in het heden. Door het kabinet is een meerjarig onderzoek naar het slavernijverleden aangekondigd. Ook de databases zullen bij dit onderzoek een belangrijke rol spelen.