De rechtenfaculteit in de media, week 44

In deze rubriek vind je een overzicht van medewerkers van de Nijmeegse rechtenfaculteit die de afgelopen week in de media verschenen. Deze week met bijdragen van Masja van Meeteren, Bert Jansen, Hansko Broeksteeg en Paul Bovend’Eert.

Masja van Meeteren (hoogleraar Criminologie) reageerde in een artikel van De Limburger op de toename van aanslagen met explosieven in Limburg. Zij merkt op dat er nog weinig wetenschappelijk onderzoek naar is verricht, aangezien het middel pas kort bestaat. Waar criminele organisaties zich eerder richtten op straatintimidaties of granaten, realiseren zij zich nu dat het goedkoop, makkelijk en effectief is om een doe-het-zelfbom van vuurwerk in elkaar te knutselen. Het is voor justitie lastig grip te krijgen op de situatie omdat criminele organisaties vaak jonge, kwetsbare loopjongens ronselen via sociale media voor deze aanslagen. Bovendien is het vinden van een oplossing erg ingewikkeld. Strenger handhaven op vuurwerk heeft geen zin, aangezien het vaak uit het buitenland wordt gehaald. Toch hoopt Van Meeteren op een goede aanpak: “Speculeren is altijd lastig, maar zoals ik het zie is het geen rage die op den duur overwaait, maar een blijvertje.”

Bert Jansen (docent Burgerlijk Recht) was te gast bij Onder curatoren om de manier waarop curatoren worden benoemd te bespreken. Jansen constateert dat er sprake is van willekeur en rechtsongelijkheid. Toch betekent dat niet meteen dat de keuzes voor curatoren tegenvallen, of dat hun werk onder de maat is. Ook beargumenteert Jansen dat het benoemen van curatoren niet conform Europese richtlijnen gebeurt, die richtlijnen stellen namelijk dat het benoemen van curatoren duidelijk, transparant en rechtvaardig moet verlopen.

Hansko Broeksteeg (hoogleraar Staatsrecht) noemde het in een artikel van De Stentor “kansloos” om de burgemeester van Montferland persoonlijk aansprakelijk te stellen voor eventuele schade door de komst van een asielzoekerscentrum in Didam: “Om de simpele reden dat het besluit om een azc te realiseren dus een normale bestuursrechtelijke procedure is.” Broeksteeg legt uit dat je in die procedure ook een schadevergoeding kan vragen voor bijvoorbeeld een huis dat minder waard wordt. “Maar dat heeft helemaal niks met hoofdelijk aansprakelijk stellen van doen”, merkt hij op.

Paul Bovend’Eert (emeritus hoogleraar Staatsrecht) schreef voor NRC een opiniestuk over de integriteitscode voor bewindslieden. Volgens hem biedt deze huidige integriteitscode onvoldoende bescherming tegen belangenverstrengeling omdat het document niet wettelijk bindend is en bewindspersonen financiële belangen slechts tijdelijk hoeven af te stoten. Bovend’Eert pleit voor een betere regeling: “Al met al is het dus hoog nodig dat Nederland een duidelijke, wettelijke verankerde integriteitsregeling voor bewindslieden krijgt.”