Tineke Strik (hoogleraar Burgerschap en Migratierecht) bekritiseert in een artikel van De Groene Amsterdammer de veroordeling van journalist Ingeborg Beugel. Beugel werd veroordeeld voor het bieden van onderdak aan een illegale vreemdeling. Volgens Strik illustreert deze zaak hoe landen als Griekenland, Italië, Polen en Hongarije solidariteit met vluchtelingen strafbaar stellen. Ze stelt: “Mensen die in het gat springen dat de overheid heeft laten ontstaan, worden gestraft.” Strik benadrukt dat dergelijke rechtszaken bedoeld zijn om hulpverleners met kritiek op het optreden van de overheid te smoren.
Sonja Meijer (hoogleraar Penitentiair Recht) was te gast bij Het Misdaadbureau van WNL om de strafvermindering als gevolg van de overvolle gevangenissen te bespreken. Ze stelt voor om na te denken over de vorm van het straffen: “We moeten veel meer denken aan alternatieven zoals een thuisdetentie met een enkelband.” Meijer benadrukt dat het gevangeniswezen aan haar maximale capaciteit zit, terwijl er vanuit de politiek een vraag is om hogere en langere straffen. Ze erkent dat vergelding een belangrijk argument is voor de hogere straffen, maar dat vergelding ook behaald kan worden met alternatieve straffen zoals thuisdetentie.
Meijer reageert ook bij Het Misdaadbureau van WNL op het nieuws dat justitie steeds vaker bejaarde ‘first offenders’ ziet. Ze waarschuwt voor het vergoeilijken van criminaliteit bij ouderen, omdat het lang niet altijd gaat om het stelen van een pak roze koeken uit de supermarkt. Er zitten ook veel zware delicten bij zoals ontucht bij kleinkinderen, witwassen en rijden onder invloed. Toch benadrukt Meijer dat het erg ingewikkeld is om ouderen met bijvoorbeeld dementie te straffen aangezien zij het strafproces niet begrijpen.
Steven Hijink (hoogleraar Jaarrekeningenrecht) noemt de invoering van de Europese duurzaamheidsrichtlijn CSRD in het Financieele Dagblad “een versnipperd wetgevingsproces”. Hij legt uit dat Nederland de Europese richtlijn te laat invoert, wat zorgt voor onduidelijkheid: “Strikt genomen is er nog geen wettelijke verplichting, waarmee voor bedrijven een juridisch niemandsland ontstaat. Terwijl ondernemingen juist gebaat zijn bij rust en duidelijkheid.” Hijink ziet dat veel bedrijven toch al rapporteren alsof de CSRD is ingevoerd en benadrukt dat bedrijfsjuristen zullen adviseren om dit vol te houden. Terugkrabbelen geeft stakeholders zoals ngo’s immers munitie om bedrijven mee aan te vallen.
Carolus Grütters (onderzoeker Rechtssociologie en Migratierecht) bekritiseert in Trouw het besluit om asielverzoeken van Syriërs zes maanden in de ijskast te zetten. Hij noemt de asielbeslis-stop door Minister van Asiel en Migratie Marjolein Faber “bezopen”. Grütters vraagt zich af wat er zodanig is veranderd in Syrië, dat het de asielbeslis-stop legitimeert: “Een dictatoriaal bewind is van de troon gestoten door rebellen. Maar het land is nog steeds onveilig.” Hij erkent dat het instrument strikt genomen tot Fabers beschikking staat, maar is bedoeld voor gevallen van een tijdelijk probleem. Hier is in Syrië geen sprake van. Grütters concludeert: “Het is asielzoekers pesten. Mensen die al geruime tijd wachten op een besluit staan nu nog langer stil.”
Henri de Waele (hoogleraar Internationaal en Europees recht) en Carolus Grütters schreven een opiniestuk voor het NRC over de ingevoerde grenscontroles. Ze benadrukken dat een herinvoering van grenscontroles aan de interne grens volgens de Europeesrechtelijke Schengengrenscode alleen tijdelijk is toegestaan als er een ernstige bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid voorzienbaar is. Grütters en De Waele menen dat een dergelijke situatie niet aan de orde is. Bovendien noemen ze de Nederlandse handelswijze ietwat chaotisch aangezien ze de grenscontroles voor de Tweede Kamer anders beargumenteren dan in de ‘notificatie’ aan de Europese Commissie.
Ashley Terlouw (hoogleraar Rechtssociologie) beantwoordt voor het Dagblad van het Noorden vragen over het terugsturen van vluchtelingen naar een deels veilig verklaard land, naar aanleiding van de kabinetsplannen om Syrische vluchtelingen terug te sturen. Zij legt uit dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken bij het veilig verklaren van een land wordt gevraagd om een ambtsbericht te schrijven op basis van een nieuwe veiligheidsanalyse: “Die stellen ze op op basis van verschillende informatiebronnen, zoals mensen ter plaatse en organisaties als Human Rights Watch.” Sinds 4 oktober kan bij gedeeltelijk veilig verklaarde landen per individueel geval worden onderzocht of het terugsturen voor die persoon veilig is. Toch ziet Terlouw deze plannen niet slagen: “Het doorzetten van deze plannen is op zijn minst niet integer, op zijn ergst gezegd ondermijnt het de rechtsstaat.”