Dat wetenschap leeft in de samenleving blijkt wel uit het feit dat het Radboud Fonds in 2024 liefst 7 miljoen aan donaties ontving van particulieren, bedrijven en stichtingen. Geld waarmee het fonds allerlei onderzoeken ondersteunde. In dit artikel lees je over drie van die onderzoeken.
De eerste duizend dagen: basis voor een taalvaardige toekomst
Taal en taalvaardigheid zijn enorm belangrijk voor kinderen en hun toekomst. Die boodschap hoor je vaak en daarbij gaat het nogal eens over wat er op school zou moeten gebeuren. Maar de basis voor een taalvaardige toekomst ligt al ver daarvoor: in de eerste duizend dagen van het leven.
Als het goed gaat, kunnen kinderen in de eerste duizend dagen van hun leven enorm veel leren op taalgebied. Maar wanneer gaat het goed en wanneer kan het beter? Wanneer kun je afwachten, wanneer moet je ingrijpen? Dat onderzoekt Fikkert samen met haar collega Caroline Rowland van het Baby and Child Research Center van de Radboud Universiteit.
Het onderzoek moet meer zicht bieden op de variatie, om vast te kunnen stellen waar problemen ontstaan. ‘We willen graag dat ieder kind naar school gaat met voldoende bagage’, zegt Fikkert. ‘Want als je op taal niet mee kunt komen, kun je op den duur op allerlei vlakken niet meekomen. De schatting is dat 25 procent van de Nederlandse bevolking de school verlaat met een te laag taalniveau. Dat is een handicap voor de mensen om wie het gaat, maar het is ook een groot gemis voor de maatschappij.’
Fikkert en Rowland worden in hun onderzoek ondersteund door het Radboud TOS Fonds, een fonds op naam binnen het Radboud Fonds dat is opgericht door dr. Kino Jansonius. Als gepensioneerd klinisch psycholinguïst en logopedist wil Jansonius onderzoek stimuleren om taalontwikkelingsstoornissen zo vroeg mogelijk te ontdekken en te onderzoeken.
Bloemrijke dijken: minstens zo sterk én beter voor de biodiversiteit
In de komende dertig jaar moet er vijftienhonderd kilometer aan Nederlandse dijken versterkt worden om te voldoen aan de nieuwe veiligheidsnormen. Op meer dan 95 procent van de Nederlandse grasdijken groeit voornamelijk gras. Op 3 tot 5 procent van de dijken ligt een soortenrijke dijkbekleding: een mix van grassoorten en kruidensoorten, ook wel bekend als een bloemrijke dijk.
Meer soortenrijke dijken versterken de biodiversiteit. Binnen het project Future Dikes vergelijken onderzoekers van de Radboud Universiteit en hun partners de sterkte van zulke biodiverse dijken met dijken met vooral gras. Ook kijken ze naar hoe je deze het beste kan aanleggen en beheren, en wat er gebeurt bij droogte.
Ecoloog Hans de Kroon: ‘De soortenrijke dijkbekleding is tenminste net zo veilig als grasgedomineerde dijkbekleding, en omvat bovendien veel meer plantsoorten die weer meer verschillende insecten aantrekken. Zo draagt deze dijkbekleding bij aan het behoud van de biodiversiteit in het rivierenlandschap. We zijn er erg gelukkig mee dat bedrijven en particulieren dit onderzoek steunen. Vanwege de financiële bijdrage natuurlijk, maar ook omdat het laat zien hoe breed het draagvlak is in de samenleving en hoe we samen verschil kunnen maken.’
Hoe kunnen hulpverleners cliënten laten weten dat ze er mogen zijn?
In mentale hulpverlening is het ontzettend belangrijk: de cliënt bevestigen en diegene laten weten dat die er mag zijn als mens. Maar op welke manieren kun je dit als hulpverlener overbrengen? En hoe vertaalt dit zich wanneer de hulpverlening online plaatsvindt?
Dat onderzoekt Maartje Roodzant, promovendus bij het Centre for Language Studies, gefinancierd door het Dr. Anna Terruwe Fonds, een fonds op naam binnen het Radboud Fonds. Het fonds is vernoemd naar psychiater Anna Terruwe, de grondlegger van de bevestigingsleer. Door onderzoek naar bevestiging te financieren, houden de donateurs het gedachtegoed van Terruwe levend.
Hoewel Roodzant pas sinds vorig najaar met haar promotietraject bezig is, heeft ze al interessante bevindingen gedaan. ‘Op dit moment werk ik aan een artikel over het gebruik van complimenten in telefoon- en chatgesprekken van een alcohol- en drugsinformatieservice. Het viel me op dat complimenten door hulpverleners in chat soms anders ingezet worden dan in telefoongesprekken. Ik onderzoek hoe complimenten in beide settings functioneren binnen het gesprek, en hoe ze bijdragen aan zowel het geven van bevestiging als aan de specifieke doelen van de counseling service. In het vervolg van mijn project zal ik ook andere mogelijke uitingen van bevestiging onderzoeken, in verschillende vormen van online en face-to-face mentale hulpverlening.’
Juist in een tijd waarin digitale hulpverlening in de vorm van chats of videocalls steeds vaker plaatsvindt, is het voor hulpverleners belangrijk zicht te hebben op hoe bevestiging in deze digitale gesprekken daadwerkelijk wordt gerealiseerd. ‘Voor hulpverleners kan dit soms spannend zijn. Hebben ze online wel genoeg mogelijkheden om dat gevoel over te brengen? Met mijn onderzoek hoop ik hierin inzicht te kunnen bieden.’
Ook bijdragen aan onderzoek?
Zo zie je dat er brede steun is voor wetenschap. Wil je zelf ook bijdragen? Bezoek de website van het Radboud Fonds om de verschillende mogelijkheden te bekijken.