Lieke Stoffelsma en een leerling in Ghana
Lieke Stoffelsma en een leerling in Ghana

Engels leren lezen als tweede taal? Kennis van de moedertaal kan helpen

Thuis je moedertaal spreken, maar op school les krijgen in het Engels. Voor veel basisschoolkinderen in Ghana, Zuid-Afrika en Hong Kong is dit aan de orde van de dag. Maar welke rol heeft hun kennis van de moedertaal bij het aanleren van bijvoorbeeld Engelse leesvaardigheid? Taalwetenschapper Lieke Stoffelsma van de Radboud Universiteit doet hier onderzoek naar.

Veel westerse mensen kunnen het zich nauwelijks voorstellen. ‘Het gemiddelde leesniveau in de moedertaal en in het Engels is onder Afrikaanse kinderen zorgwekkend’, legt Stoffelsma uit. ‘Dat is problematisch, want er zijn duidelijke bewijzen dat een goede kwaliteit van onderwijs je land in economisch opzicht vooruit kan helpen. Veel voormalige Engelse koloniën hebben besloten dat de officiële taal in hun onderwijs en parlement Engels is. Dan is het belangrijk om kinderen die taal goed aan te leren. Op privéscholen gaat dat nog goed, maar vooral op publieke basisscholen gaat dit vaak mis.’

Geen boeken meer in moedertaal

Stoffelsma ziet daar een belangrijke oorzaak voor. Met het project ‘Reading Beyond Borders’ doet ze onderzoek naar de Engelse leesvaardigheid van basisschool kinderen in Ghana, Zuid-Afrika en Hong Kong. Ze vertelt: ‘Veel lagere schoolkinderen in niet-Westerse landen worden onderwezen in het Engels, maar spreken thuis een andere taal. Voor hen is leesbegrip in het Engels vaak lastig.’ Met haar onderzoek bestudeert ze dan ook welke factoren, zoals moedertaal en woordkennis, de Engelse leesvaardigheid van deze kinderen voorspellen, en hoe kennis daarover voor de ontwikkeling van nieuwe lesmethoden is te gebruiken. 

'Een veelgebruikt systeem is dat leerlingen in de onderbouw les krijgen in hun moedertaal, vanuit het principe dat het vanuit je eigen taal makkelijker is om een tweede taal te leren’, legt ze uit. ‘Vanaf de bovenbouw, bij ons vergelijkbaar met groep 5 tot en met 8, is de onderwijstaal Engels. Toch zien we in de praktijk dat veel leerlingen in de onderbouw nauwelijks in hun moedertaal leren lezen.’ Ze noemt Ghana als voorbeeld. ‘Daar zijn, op de publieke basisscholen waar ik onderzoek doe, geen boeken in de moedertaal beschikbaar. De overheid is gestopt om die boeken uit te geven, omdat zij vinden dat iedereen Engels moet leren. Het gevolg is dat bijna dertig procent van de kinderen in groep 7 die aan het onderzoek deelnemen, niet kan lezen in de moedertaal en vijftien procent niet kan lezen in het Engels. Daarbij blijkt dat een overgroot deel de Engelse teksten niet begrijpt, omdat hun Engelse woordenschat onvoldoende is.’

Aanleren tweede taal

Stoffelsma benadrukt dat juist factoren als leesvaardigheid, woordenschat en de kennis over woordstructuren in de eigen taal het leren van een tweede taal kunnen voorspellen. ‘Maar dit hangt onder andere af van de vraag of die talen vergelijkbaar zijn’, legt ze uit. ‘De moedertalen uit mijn onderzoek, Akan (Ghana), Zoeloe (Zuid-Afrika) en Kantonees (Hong Kong), zijn qua structuur, schrift en grammatica heel erg anders dan het Engels. Er is nog niet eerder onderzoek gedaan naar deze taalcombinaties. De vraag die we uiteindelijk proberen te beantwoorden is: maakt het uit of je Akan, Zoeloe of Kantonees spreekt om goed Engels te kunnen lezen?’

Ontwikkeling leermethode

Daarnaast ontwikkelen Stoffelsma en haar projectcollega’s momenteel met alle inzichten uit het onderzoek een nieuwe serie leesboeken voor Ghanese schoolkinderen. ‘We gaan tweetalige leesboeken maken, waarin één en hetzelfde verhaal eerst in de moedertaal wordt aangeboden en daarna in het Engels. De bedoeling is dat de leerlingen deze verhalen gaan lezen en tussendoor opdrachten maken, over woordenschat en woordstructuren. De verhalen worden geschreven door studenten van de Universiteit van Cape Coast, en worden in november door leraren op vier scholen getest. Deze boeken gaan op hele kleine schaal het tekort aan moedertaalteksten verhelpen en tegelijkertijd de ontwikkeling van Engelse woordenschat en leesvaardigheid ondersteunen. Bovendien willen we aan de leraren laten zien hoe je met recycling van bijvoorbeeld karton, flessen en blikjes aanvullend gratis lesmateriaal kunt maken.’

Stoffelsma, die in het verleden acht jaar in Mozambique en Zimbabwe woonde, meent echter dat een nieuwe lesmethode alleen geen oplossing biedt. Ze wijst daarbij op sociaal-culturele en economische factoren, die ook grote invloed op leerprestaties hebben. 

‘In Ghana zijn veel ouders en politici het er niet mee eens dat op scholen aandacht aan moedertalen wordt besteed. Zij vinden dat kinderen later alleen een goedbetaalde baan kunnen krijgen wanneer ze zo vroeg mogelijk Engels leren. In Zuid-Afrika kwam ik vorig jaar op een school met tachtig leerlingen in een klas, waar maar één leerkracht les aan gaf. Dat kunnen we ons hier in Nederland niet voorstellen. Armoede zorgt er ook voor dat veel kinderen met honger naar school gaan en daardoor slecht kunnen leren. Het is belangrijk dat er vanuit de wetenschap meer aandacht voor meertaligheid en taalonderwijs in Afrika komt, want juist daar wonen mensen die baat bij de uitkomsten van dit soort onderzoeken hebben. We mogen hier in de academische wereld onze ogen niet voor sluiten.’

Contactinformatie

Gaat over persoon
dr. C.E. Stoffelsma (Lieke)
Thema
Onderwijs, Opvoeding, Taal