Bestuurders van 22 Europese universiteiten kwamen op 24 en 25 oktober bij elkaar voor hun halfjaarlijkse overleg. Behalve Europese politiek en onderzoeksbeleid, bespraken de bestuurders ook de situatie in Israël en de Palestijnse gebieden en de rol van universiteiten.
Perspectieven kunnen per land en per universiteit verschillen, maar de urgentie van deze onderwerpen wordt overal gevoeld, merkte collegevoorzitter Daniël Wigboldus. Een bijeenkomst als deze maakt nog maar eens duidelijk dat het goed is om kwesties vanuit verschillende achtergronden te kunnen zien. ‘Daarnaast staan we als universiteiten samen sterker wanneer we invloed willen uitoefenen op Europees onderzoeksbeleid.’
Momentum gebruiken
Dat is zeker nu van belang, want hoewel budgetten overal onder druk staan, is het tegelijkertijd zo dat onderzoek en innovatie hoog op de agenda van de Europese Unie staan. ‘Dat momentum moeten we gebruiken. Universiteiten moeten juist nu gezamenlijk onder de aandacht brengen dat we van betekenis zijn voor de maatschappij. Dat grote en complexe maatschappelijke uitdagingen vragen om de creatieve en innovatieve oplossingen die de wetenschap kan leveren. Grote en kleine bedrijven geven nu ook expliciet aan dat investeringen in wetenschappelijk onderwijs en onderzoek nodig zijn. Universiteiten moeten juist nu zelfbewust naar voren treden en laten zien hoe we een bijdrage leveren aan de grote uitdagingen van onze tijd. Dat geldt op regionaal, nationaal, Europees en mondiaal niveau’
