President Donald Trump tijdens inaugurele rede

Golden Age

De Engelse krant The Guardian meldt dat de inaugurele rede van Donald Trump, sinds maandag 20 januari de 47ste president van de Verenigde Staten, vele onwaarheden bevat. Nieuwsnetwerk CNN telt er meer dan 20. Is het niettemin de moeite waard om de tekst retorisch te onderzoeken? Natuurlijk, om verschillende redenen. Want de inaugurele rede is een apart genre[1], en Donald Trump geeft er ook nog eens een geheel eigen invulling aan. 

Wat onmiddellijk opvalt is dat het betoog niet de indruk wekt bij een inauguratie te horen. De tekst klinkt of leest namelijk niet als de ceremoniële rede waarom de gelegenheid vraagt, maar als een politieke campagnespeech, en dan nog wel eentje waarin de spreker minstens zoveel woorden besteedt aan het bestrijden van zijn tegenstanders als aan het naar voren brengen van zijn eigen standpunten.

In zijn inleiding kondigt Trump aan wat de “golden age” van “America first” zal inhouden, waarna in een narratio de regering van Trumps voorganger Joe Biden in zeer duistere termen wordt beschreven en veroordeeld: “As we gather today, our government confronts a crisis of trust.  For many years, a radical and corrupt establishment has extracted power and wealth from our citizens while the pillars of our society lay broken and seemingly in complete disrepair.” De dystopische voorstelling van zaken herinnert aan Trumps vorige inaugurele rede (2017), waarin hij zelfs repte van “carnage” (bloedbad). 

De narratio loopt uit in een propositio, een stelling, namelijk “each day under our administration of American patriots, we will be working to meet every crisis with dignity and power and strength. We will move with purpose and speed to bring back hope, prosperity, safety, and peace for citizens of every race, religion, color, and creed”. Deze propositio leidt een opsomming in van de executive orders die de nieuwe president per direct uitvaardigt, waaronder afkondiging van nationale noodtoestand aan de zuidgrens, zodat het leger kan worden ingezet tegen (illegale) migranten; afkondiging van “national energy emergency” om grondstoffen te kunnen delven, de industrie een boost te geven en prijzen en kosten te verlagen; hoge invoerheffingen; beperking tot de erkenning van een mannelijk en een vrouwlijk gender; hernoemen van Gulf of Mexico in Gulf of America, en het terugnemen van het Panamakanaal. In een korte digressio prijst Trump de prestaties, de ondernemings- en vrijheidszin van het Amerikaanse volk, waarna hij in de peroratio terugkomt op de “golden age”. Deze peroratio biedt een slot dat redelijk goed past past bij een inaugurele rede: er wordt verwezen naar gezamenlijke prestaties en gemeenschappelijke waarden, er wordt ontzag voorspeld voor Amerika op het wereldtoneel en het volk wordt aangeduid als “one people, one family, and one glorious nation under God”.

Wat deze rede verder bijzonder maakt is ook wat er níet gebeurt. Eén van de belangrijkste principes bij het aanvaarden van een hoog bestuurlijk ambt is: de bevolking verenigen. De verkiezingen zijn voorbij, de strijdbijl kan worden begraven, het is tijd om samen aan de toekomst te gaan bouwen. Dus wordt het volk in een inaugurele rede over het algemeen aangesproken als een eenheid die gezamenlijk getuige is van de machtsoverdracht en deze daarmee luister en legitimiteit verleent. Maar in deze rede wordt nog steeds hard campagne gevoerd tegen de Democraten als “radical and corrupt establishment”, is Trumps verkiezing “a mandate to completely and totally reverse a horrible betrayal and all of these many betrayals that have taken place” en moet “fair, equal, and impartial justice under the constitutional rule of law” worden hersteld: al dan niet verkapte verwijten die eerder verdeeldheid zaaien dan eenheid smeden.

Ook valt het op dat Trump het bijna voortdurend concreet houdt bij de bespreking van zijn vele executive orders. Er worden relatief weinig woorden besteed aan de ethische principes en richtlijnen die ten grondslag liggen aan het beleid dat Trump voorstaat – zaken als vrijheid, veiligheid, welvaart. Dat is ongebruikelijk en een gemiste kans, want een beroep op gedeelde waarden kan het publiek verenigen. 

Normen en waarden spelen normaal gesproken ook een belangrijke rol in de wijze waarop de president zich tot zijn ambt verhoudt. Het past bij de aanvaarding van zijn rol om te laten merken dat hij beseft dat zijn nieuwe positie grote macht en dus grote verantwoordelijkheid met zich meebrengt, maar ook zijn democratische beperkingen kent. In het betoog van Trump vinden we geen reflecties van dien aard; wel een haast messianistische overtuiging: “the journey to reclaim our republic has not been an easy one — that, I can tell you.  Those who wish to stop our cause have tried to take my freedom and, indeed, to take my life. Just a few months ago, in a beautiful Pennsylvania field, an assassin’s bullet ripped through my ear.  But I felt then and believe even more so now that my life was saved for a reason.  I was saved by God to make America great again”. 

Ook wanneer we de rede bekijken in het licht van Aristoteles’ drie overtuigingsmiddelen is ze opmerkelijk. Dat er van logos – argumentatie – weinig sprake is, hoeft alleen al gezien het genre niet te verbazen. Opvallender is Trumps ethos, zijn waargenomen karakter. Aristoteles stelde dat een goed ethos getuigt van deskundigheid, betrokkenheid en betrouwbaarheid. De rede van Trump valt niet op door deskundigheid: het is bijvoorbeeld moeilijk voor te stellen dat prijzen gaan dalen wanneer er hoge importheffingen worden geheven. Ook is niet duidelijk hoe een executive order een einde zal maken aan censuur van overheidswege: zulke censuur bestond immers niet. Maar het noemen van dergelijke maatregelen draagt wél bij aan betrokkenheid en betrouwbaarheid: er wordt immers een remedie voorgesteld voor een veronderstelde grief van de kiezer. In feite worden betrokkenheid en betrouwbaarheid gedurende de hele speech consistent ingezet om tegemoet te komen aan de noden, wensen en onvrede van de kiezers. Hiertoe dienen zowel de kritiek op de regering-Biden als de vele beloften van een radicale breuk daarmee: van “drill, baby, drill” en het aanbreken van een gouden tijdperk op deze “Liberation Day” tot het stoppen met de Green Deal en het overnemen van het Panamakanaal. Zijn kiezers zullen Trumps ethos zeker omarmen, maar anderen, en zeker degenen die zich gekwetst of benadeeld weten door zijn betoog en zijn maatregelen, zullen het afwijzen. Dat maakt dat het pathos, de emoties van het publiek, niet de bindende kracht heeft die een inauguratie tot de opmaat van een vruchtbaar bewind kan maken: in plaats van optimisme en saamhorigheid is er alle ruimte voor vijandigheid en verdeeldheid. 

[1] Zie John M. Murphy op Substack; aangevuld door Fang Liu, ‘Genre Analysis of American Presidential Inaugural Speech’, Theory and Practice in Language Studies 2, 11 (2012) pp. 2407-2411.

Foto: The Trump White House, Public domain, via Wikimedia Commons

Geschreven door
prof. dr. B.M.C. Breij (Bé)
prof. dr. B.M.C. Breij (Bé)
Bé Breij is hoogleraar Antieke Retorica en directeur van het Radboud Kenniscentrum voor Retorica Peitho. Ze gebruikt haar kennis over antieke retorica ook om taalgebruik in het hedendaagse publieke debat te analyseren.