Prinsjesdag 1985, minister van Financiën Onno Ruding arriveert op het Binnenhof met de ‘Miljardennota’ in het koffertje [Nationaal Archief / Anefo / Rob Croes]
Prinsjesdag 1985, minister van Financiën Onno Ruding arriveert op het Binnenhof met de ‘Miljardennota’ in het koffertje [Nationaal Archief / Anefo / Rob Croes]

Jaarboekpareltjes: Prinsjesdag (2008)

Prinsjesdag 1985, minister van Financiën Onno Ruding arriveert op het Binnenhof met de ‘Miljardennota’ in het koffertje [Nationaal Archief / Anefo / Rob Croes]

Onze Jaarboeken Parlementaire Geschiedenis zijn te lezen via onze website. Ook de delen van de Serie Parlementaire Geschiedenis zijn open access beschikbaar. In deze rubriek belichten we regelmatig een actueel artikel uit een van onze jaarboeken.

Dinsdag 17 september beleeft het kabinet-Schoof zijn eerste Prinsjesdag. Koning Willem-Alexander zal die dag in een Verenigde Vergadering van de Staten-Generaal (Eerste en Tweede Kamer) de troonrede voorlezen, of zoals de grondwet het vermeldt: ‘een uiteenzetting van het door de regering te voeren beleid’ geven. Kun je als burger aanwezig zijn bij deze Verenigde Vergadering? En waar komt het ‘Leve de koning(in)’ vandaan? 

Als burger kun je in aanmerking komen voor het bijwonen van de Verenigde Vergadering. Er is plek op de tribune voor circa vijftig ‘gewone’ ingezetenen. De aanwezigheid van burgers brengt tot uitdrukking dat ook deze vergadering van de volksvertegenwoordiging, in principe een openbare bijeenkomst is. In vroeger tijden gingen mensen in de rij staan en hoopten zij zo op een kaartje (die overigens ook vaak weer werden doorverkocht). Tegenwoordig kom je op een wachtlijst van zo’n vijf jaar. 

 

Stuk tekst uit de Haagsche Courant, 21 september 1898
Haagsche Courant, 21 september 1898

Nadat de koning de troonrede heeft voorgelezen, de leden van de Staten-Generaal succes heeft gewenst bij hun werkzaamheden en de bede heeft uitgesproken, roept de voorzitter:  ‘Leve de koning!’ waarop de meeste Kamerleden reageren met een driewerf ‘hoera’. Het ‘Leve de Koning(in)’ was er niet altijd en dateert van 1897. De toen zeventienjarige koningin Wilhelmina vergezelde haar moeder, koningin-regentes Emma, voor de eerste keer bij de openingsplechtigheid. Dat ontlokte bij het oudste Kamerlid, ds. J.H. Donner de spontane uitroep ‘Leve de koningin!’, wat door de overige aanwezigen driemaal werd herhaald. De Majesteiten beantwoordden deze spontane huldeblijk met een buiging, een traditie was geboren.[1]

Stuk tekst uit de Haagsche Courant

In ‘Prinsjesdag: “De eenige politieke feestdag die ons volk kent”’ gaan historici Carla van Baalen en Jan Ramakers dieper in op de historie van de rituelen en symbolen rondom Prinsjesdag. Dit artikel is verschenen in het Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2008 Het feest van de democratie. Rituelen, symbolen en tradities. Het artikel is te vinden op p. 27-45.

Literatuurverwijzing

[1] Nieuwe Provinciale Groninger Courant, 23 september 1897.

Contactinformatie