Demonstreren is niet echt mijn ding. Mijn vorige deelname aan een demonstratie gaat terug naar begin 2011 tegen, jawel, de langstudeerboete. Met toga aan liepen we rond de hofvijver. Moeilijk te zeggen of het heeft geholpen: de boete werd alsnog ingevoerd, maar een jaar later door het volgende kabinet meteen weer afgeschaft.
De voorgenomen bezuinigingen zijn deze keer een stuk ingrijpender. Redenen genoeg om je zorgen over te uiten. Maar toch vond ik ‘m lastig: met alles wat er in de wereld gebeurt en de keuzes die onze regering daarbij denkt te moeten maken, is dit dan de demonstratie die je niet mag missen? Daarbij, de “behoefte aan een ventiel”, zoals burgemeester Halsema het demonstratierecht karakteriseert, voel ik zelf niet zo. Van bijdrages als die van de BBB woordvoerder onderwijs tijdens het debat op dinsdagavond (zie ook “Even tot hier” van 30 november) word ik eerder stil van verbijstering, of hoogstens wat lacherig van ongemak.
Toch ben ik blij dat ik maandag 25 november op het Malieveld mocht staan. Ja, het voelt goed om samen je stem te laten horen, ook al reikt deze met meer dan 20.000 vooral (bijna) hoger opgeleiden niet veel verder dan het vrij generieke “doe. het. niet”. De kneuterigheid van de fantastisch boerende frietkiet, het schoolreisjesgevoel inclusief liedje oefenen in de bus, de hilarische illusie in een Monty Python-sketch te zijn beland, de trots op de grote aanwezigheid van Nijmeegse collega’s en studenten op het podium en in de menigte. Het is allemaal vast niet waar het de uitstekende organisatie om te doen was, waarvoor excuses, maar het maakte de dag een bijzondere ervaring.
Des te groter de desillusie nu, ruim twee weken later, met een compromis tussen coalitie en oppositie vlak voor er gestemd moet gaan worden. De minister, tijdens de demonstratie toch vooral het mikpunt en het meest inspirerend tot creatieve leuzen (“eppo-calyptisch”), werd van een marionet verder gedevalueerd tot een geest. De politieke partijen die op het podium stonden mee te yellen waren snel uitgespeeld. De partijen die nog wel mee onderhandelden gingen vooral voor hun eigen stokpaardjes. Zeker, zoals het er nu op de rand van 12 december naar uitziet, is het onzalige idee van de langstudeerboete van de baan en krijgt het wetenschappelijk onderzoek een doekje voor het bloeden. Verder blijft vooral de hoop op een scenario als 14 jaar geleden: zo snel mogelijk een nieuwe regering die minder vanuit de onderbuik en meer vanuit het hart voor onderzoek en onderwijs en het verstand redeneert. En hopen mag, want het is bijna Kerstmis. Fijne feestdagen!