Het oorspronkelijk Baby Research Center is in 1999 opgericht door Prof. Dr. Anne Cutler. Samen met collega's onderzocht zij de taalontwikkeling van baby's. Inmiddels is het Baby & Child Research Center nadrukkelijk ingebed op de campus, met collega’s van Letteren, Sociale Wetenschappen en het Radboudumc die nog veel meer onderzoeken dan alleen de taalontwikkeling.
‘Tegenwoordig kijken we ook naar cognitieve ontwikkeling, de interactie van het kind met de omgeving en de relatie tussen kinderen en hun ouders’, vertelt Sabine Hunnius, hoogleraar cognitieve psychologie. ‘En waar we eerst alleen baby’s bestudeerden, doen we tegenwoordig ook onderzoek met jonge kinderen.’
Kleine leermachines
In een kwart eeuw BRC zijn op al die verschillende onderzoeksgebieden belangrijke ontdekkingen gedaan. Communicatiemedewerker Josje de Valk somt op: ‘We weten tegenwoordig dat baby’s die meer huilen andere bacteriën in hun darmen hebben dan baby’s die minder huilen. Verder hebben we ontdekt dat huid-op-huid-contact tussen moeder en kind positieve effecten heeft. Baby’s huilen minder, slapen meer en ook moeders voelen zich beter. Op het gebied van taalontwikkeling zijn eveneens grote stappen gemaakt. We weten nu dat kinderen al vanaf heel jonge leeftijd klanken in hun moedertaal kunnen onderscheiden en patronen in de taal ontdekken.’
Hunnius vult aan: ‘Het is wonderlijk hoe baby’s in zo’n korte tijd zoveel opsteken. Het zijn echt kleine leermachines.’ In haar onderzoek kijkt Hunnius naar nieuwsgierigheid bij baby’s. ‘Baby’s zijn extreem nieuwsgierig en dat helpt ze zo ontzettend snel te leren. En natuurlijk kun je als ouder baby’s en peuters helpen leren, door in te spelen op hun interesses, nieuwe dingen aan te wijzen en ze liefdevol in hun ontwikkeling te stimuleren.’