Maar wanneer is er sprake van grensoverschrijdend gedrag? Sommige dingen mogen gewoon niet. Je mag niet door rood rijden. Zo ook is op de campus geen ruimte voor pesten, seksuele intimidatie, machtsmisbruik, enzovoort. Laten we daar duidelijk over zijn.
Maar het kan ook minder duidelijk zijn waar grenzen overschreden worden. Een aanraking kan door de één als een warm, troostend gebaar gezien worden, terwijl de ander het als een ongewenste intimiteit ervaart. En, deze aanraking kan bij dezelfde persoon in de ene situatie als gewenst en in de andere situatie als ongewenst ervaren worden.
Voor de meeste van ons geldt dat we prima door hebben waar “de stoplichten op rood staan” in het leven van alledag, op de werkvloer en in de collegezaal. Maar, als er geen duidelijke stoplichten staan, of deze niet door alle betrokkenen gezien worden, wat doe je dan? Denk aan het Keizer Karelplein. Het is niet verstandig zonder op te letten simpelweg maar door te rijden op deze rotonde. In plaats daarvan check je steeds goed of er nieuw verkeer de rotonde oprijdt, om ongelukken te voorkomen. En als je met groen licht de rotonde oprijdt, check je of de aanstormende auto’s op de rotonde wel doorhebben dat jij eraan komt. Althans, ik weet uit ervaring dat het verstandig is om dat te doen. Groen licht vanuit jouw perspectief betekent nog niet dat de ander dat ook zo ziet.
Groen licht vanuit jouw perspectief betekent nog niet dat de ander dat ook zo ziet.
Hoe kan ik voorkomen dat goedbedoelde complimentjes, grapjes en schouderklop als ongewenst worden ervaren? Daarvoor moeten we openstaan voor elkaar, naar elkaar luisteren en bij twijfel ons ook weten in te houden. Check of je gedrag net zo gewenst is voor de ander als het voor jou is. Sta open voor signalen van de ander. Is je gedrag gepast, op dat moment, in deze situatie, bij deze persoon? Als er ook maar enige twijfel is, trap dan op de rem, verminder je snelheid en denk goed na of je die grap wel zou maken, dat appje wel zou sturen, of die aanraking wel zou doen. Blijft de twijfel, doe het dan niet en laat alle ruimte aan de ander.
Van belang hierbij is om de verantwoordelijkheid niet bij de ander te leggen om “stop” te zeggen. Aangeven dat je iets niet wilt of niet prettig vindt is lastig. Zeker in een werk- of studiecontext waar veelal sprake is van een vorm van afhankelijkheid van elkaar. We merken bovendien dat dit nog lastiger is wanneer de druk erop staat. Door rekening te houden met elkaars grenzen geven we elkaar de vrijheid om samen te studeren, te werken en te ontspannen op de campus zonder dat dat ten koste gaat van de vrijheid en veiligheid van een ander. Door goed op elkaar te letten en bij twijfel de rem in te trappen, kunnen we samen het Keizer Karelplein aan.
Ik wens, mede namens mijn collega college van bestuur leden iedereen mooie kerstdagen toe en sluit af met de woorden van Titus Brandsma die te vinden zijn op de muur naast het cultuurcafé.
Laten we ons niet al te egocentrisch opsluiten in onszelve
en ons blindstaren op het louter eigen belang,
maar beseffen,
dat we tot roeping hebben en daarin een groot geluk voor ons bestaat
dat wij anderen gelukkig kunnen maken.
- Daniël Wigboldus