Oestricher Family
Oestricher Family

Lesmateriaal over Jodenvervolging tegen Holocaust-ontkenning in de klas

De historische basiskennis van Nederlandse jongeren is ondermaats, blijkt uit recente onderzoeken. Docenten in het voortgezet onderwijs trekken aan de bel: er moet nu meer aandacht komen voor geschiedenisonderwijs. De lesmaterialen Todesfuge en Drillingsberichte, ontwikkeld door hoogleraar Duitslandstudies Paul Sars, helpen om historisch bewustzijn te creëren en desinformatie te bestrijden.

Uit onderzoek blijkt dat veel Nederlandse docenten worden geconfronteerd met antisemitisme en Holocaustontkenning in de klas. Dit zijn zorgwekkende resultaten die aantonen dat het historisch besef en kennis afnemen. “We zijn op een belangrijk punt aangekomen in de overweging wat wij willen dat leerlingen kunnen en weten na de middelbare school”, schrijft Marco van Vemde,  geschiedenisdocent en Teacher in Residence bij het Radboud Pre-university College (PUC), in een column. Een goede historische basis zorgt ervoor dat leerlingen steviger in hun schoenen staan in een wereld vol complottheorieën en polarisatie, zo redeneert hij.

Maar hoe maak je een onderwerp als de Holocaust bespreekbaar in de klas? Hoogleraar Duitslandstudies Paul Sars boog zich over deze vraag. Met een team van studenten en docenten ontwikkelde hij studiematerialen waarmee leerlingen zich verdiepen in thema’s met betrekking tot de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog, in de vorm van de schoolprojecten Todesfuge. Een gedicht om niet te vergeten en Drillingsberichte.

Joodse brieven en gedichten

In die projecten gaan scholieren aan de slag met verhalen die aansluiten op hun eigen belevingswereld. “Door samen met vo-docenten en leerlingen het lesmateriaal te ontwikkelen, komen we erachter dat scholieren het belangrijk vinden om te leren hoe je je kunt verzetten tegen onderdrukking en Holocaustontkenning”, zegt projectleider Sars. “In Drillingsberichtemaken leerlingen daarom bijvoorbeeld kennis met de inspirerende Duits-Joodse zusjes Helly, Beate en Maria Oestreicher.”

De vader van die zussen stuurde tussen 1937 en 1943 brieven naar familie waarin hij het leven van zijn dochters beschreef. Hoewel hun verhaal zich afspeelt tijdens de opkomende oorlog, staat vooral de persoonlijke ontwikkeling van de zussen centraal in de brieven. “Hun vlucht naar Nederland, hun deportatie en de dood van hun ouders is aangrijpend. Maar de meisjes overleven en worden succesvol als kunstenaar en wetenschappers”, vertelt Sars. “Ze laten hun veerkracht zien, dat spreekt leerlingen aan.”

In het project Todesfuge wordt gebruikgemaakt van een andere tekst van een Joodse auteur: het gedicht ‘Todesfuge’ van Paul CelanHij schrijft over de verschrikkingen van de Holocaust. Aan de hand van opdrachten analyseren leerlingen het gedicht en onderzoeken ze de samenhang tussen historische feiten en poëzie. Zo verdiepen de scholieren zich in de geschiedenis van de Jodenvervolging, maar worden ze ook gestimuleerd om een kritische eigen mening te vormen over belangrijke hedendaagse thema’s, zoals de gevolgen van discriminatie en de zin van herdenken. Bij dat laatste is een historische basis van groot belang: “Als je als leerling basiskennis hebt van het verleden en als je gebeurtenissen kan verklaren in de periode dat ze hebben plaatsgevonden, kun je situaties beter met elkaar vergelijken”, schrijft Van Vemde.

De lesmaterialen van Todesfuge en Drillingsberichte zijn te bestellen via het Radboud Pre-University College of Society (PUC). Marco van Vemde is Teacher in Residence Geschiedenis bij het PUC.

De module Drillingsberichte werd mede gemaakt door derdejaarsstudenten van de bacheloropleiding Duitse Taal en Cultuur. Je vindt meer informatie over deze opleiding via onderstaande button!

DUITSE TAAL EN CULTUUR

Contactinformatie

Meer weten? Neem contact op met Paul Sars (projectleider) via paul.sars [at] ru.nl.