In het derde bachelorjaar geeft Sonja een praktijkgerichte cursus waarbij studenten tien weken lang bij een instelling aan de slag gaan met een cliënt. Sonja: “Studenten leren hoe ze zelf het instrument kunnen zijn in de relatie met de cliënt. Veelal wordt het probleem bij de cliënt gelegd en moet die zijn of haar gedrag veranderen. Wij leggen de focus op de professional en stellen de vraag: “Wat kun jíj doen om het gedrag van de cliënt te veranderen?”
Sonja vindt het leuk om studenten te prikkelen. “Ik stel veel vragen waardoor studenten in verwarring kunnen raken en soms zelfs wat geïrriteerd worden. Dan denk ik goed zo, jullie zijn aan het nadenken. Dat vind ik echt een van de leukste dingen.”
“Ik stel veel vragen waardoor studenten in verwarring kunnen raken en soms zelfs wat geïrriteerd worden. Dan denk ik goed zo, jullie zijn aan het nadenken.”
De mastercursus die Sonja geeft, is ontstaan vanuit haar zoektocht als pleegouder waarbij Sonja benieuwd was hoe ze in contact kon komen met kinderen wanneer woorden niet tot gedragsverandering leidde. Ze ging studeren en kwam in contact met de werkwijze van Carine Heijligers, met wie ze in februari jl. promoveerde. In het proefschrift beschrijven ze hoe de hulpverlener het instrument is om ontwikkeling bij de cliënt op gang te brengen. “De kern van het proefschrift geven we door in de mastercursus waarbij we breed kijken naar de context rondom de cliënt en de rol van de hulpverlener. De cursus is aan de ene kant heel wetenschappelijk en aan de andere kant heel praktijkgericht. Ik probeer wetenschappelijke theorieën te vertalen in concrete adviezen voor de hulpverlening. Ik vind dat de wetenschap de praktijk moet voeden en tevens wil ik de worsteling in de praktijk in het onderwijs naar voren brengen om samen te zoeken naar antwoorden. Ik zie het als een driehoek: onderwijs, onderzoek en praktijk, dat idealiter elkaar wederzijds beïnvloedt.”
"Ik vind dat de wetenschap de praktijk moet voeden en tevens wil ik de worsteling in de praktijk in het onderwijs naar voren brengen om samen te zoeken naar antwoorden."
Sonja wil studenten aan het denken zetten, maar daar ligt ook haar uitdaging. “Wanneer de tentamens eraan komen, worden studenten wat onzeker. Ze vragen zich af wat het ‘juiste’ antwoord moet zijn en dat is eigenlijk wat ik niet wil. Ik ben dus op zoek naar een manier van toetsen waarin de eigen ideeën van de student naar voren komen én ze tegelijkertijd laten zien dat ze de lesstof geïntegreerd hebben.”
Sinds Sonja is gepromoveerd, is haar onderzoekstijd komen te vervallen. Ze vindt het spijtig dat ze niet meer onderzoek kan doen om hulpvragen uit de praktijk te kunnen beantwoorden. “Ik vind het ontzettend jammer en ben benieuwd of meerdere gepromoveerde docenten hiermee te maken hebben. Naar mijn idee zouden onderzoek en onderwijs blijvend hand in hand moeten gaan.”