Jozef van Hövell van Wezeveld en Westerflier (Maastricht, 1919) was bestuurslid van het Het Oudste en Eerste Kroegdispuut (H.O.E.K.) in 1942 (rechts op de foto). Vanwege een leidende rol in het Nationaal Comité van Verzet werd hij in 1944 opgepakt in Den Haag en na gevangenschap in Scheveningen en Vught op transport gezet naar concentratiekamp Neuengamme. Daar overleed Van Hövell in januari 1945 aan uitputting. Vijf Hoekenisten van vandaag vertellen over het oudste dispuut van Nijmegen.

Radboud100: De verzetsheld van dispuut H.O.E.K. (1942)
Een van de gebeitelde verzetshelden uit de geschiedenis van de universiteit is Jozef van Hövell, bestuurslid van dispuut H.O.E.K. in 1942 en vanwege zijn verzetsdaden in januari 1945 omgekomen in concentratiekamp Neuengamme. Vijf Hoekenisten van vandaag over de mores van hun dispuut, het oudste van Nijmegen. 'We hebben een sterk gevoel voor rechtvaardigheid, om te dóen wat je goed acht, zoals Jozef van Hövell dat voorleefde in de oorlog.'
Laurens Stubbé: 'Binnen H.O.E.K. werd je van oudsher alleen lid als je van adellijke herkomst was.'
Tjalling Scholte: 'Daarin pas je je aan, anders zouden wij als dispuut niet meer bestaan.'
Stubbé: 'Maar ook al zijn we niet langer van adellijke afkomst, we blijven de beste versie voorleven van wie we kunnen zijn. Dát verandert niet.'
Daan Bossers: 'Een sterk gevoel voor rechtvaardigheid. Doen wat je goed acht, zoals Jozef van Hövell dat voorleefde in de oorlog. Ik waardeer hem niet per se omdat hij een verzetsheld was, maar om de gedachte die erachter zat: hij nam geen blad voor de mond, juist toen het erop aankwam, bleef hij pal voor zijn standpunten staan. Vooral dat is voor mij de waarde van H.O.E.K.'
Freek van den Oetelaar: 'Daaraan herken je onze avunculi (reünisten, red). Het zijn mensen die in de samenleving verantwoordelijkheid nemen.
Stubbé: “Hoekenisten zie je terug als hoogleraar, mensen hoog in bedrijven en overheden, een aantal ministers. Nee, nog geen minister-president, die komt hopelijk nog een keer.'
Bossers: 'Ha, dat wordt dan Stubbé, de politicoloog in dit gezelschap.'
Scholte: 'We dragen waardes uit, en dat kan om kleine dingen gaan. Laatst dreigde er voor ons huis een ruzie toen een automobilist woedend uit z’n auto stapte om een fietser te lijf te gaan, die hij bijna had aangereden. Daar gingen wij tussen staan.'
Bossers: 'Als je er zo over praat, lijkt het alsof wij alleen maar serieus bezig zijn. We zijn ook lid om het leukste uit onze studententijd te halen. H.O.E.K. is ook lachen, elkaar onder de tafel lullen.'
Scholte: 'Als je daar al niet ligt vanwege de drank.'
Van den Oetelaar: 'Als jonge Hoekenist wordt je geacht op te staan tegen het bestuur. Kritiek te durven leveren. Dat je ook mensen waar tegen je op ziet danig aan de tand voelt, in de hoek durft te zetten.'
Scholte: 'Maar nooit kritiek alleen om de kritiek. Je wordt geacht een doordachte mening te vormen, iets zinnigs te zeggen. Als binnen de vergadering met andere disputen een Hoekenist het woord neemt, weet iedereen: dít gaat wat langer gaat duren.'
Luca Kroese: 'Oud-rector Duynstee toonde zich een waar Hoekenist toen hij zich in de jaren zestig en zeventig verweerde tegen het studentenverzet. Hij stond zijn mannetje, durfde tegen de keer in steeds zijn eigen mening te verkondigen, altijd omkleed met goede argumenten.'
Scholte: 'Als je me vraagt of H.O.E.K, zou het niet bestaan, vandaag opgericht zou worden, weet ik het niet zo zeker. Maar als je vraagt of ons dispuut een toegevoegde waarde heeft voor de studentenwereld, dán zeg ik volmondig ja. Het is hartstikke mooi dat het er is, dat we verenigd zijn.'
Van den Oetelaar: 'Zouden wij elkaar zomaar tegenkomen, dan is het helemaal niet waarschijnlijk dat er een groep uit zou ontstaan. Maar omdat H.O.E.K. er is, zijn we bij elkaar, eerder een disputaire band dan een vriendengroep, waarin je met mensen bent verenigd met wie dat anders nooit zou gebeuren.'
Kroese: 'Wat niet wil zeggen dat er geen vriendschappen ontstaan. Dat gebeurt volop.'
Stubbé: 'Als oudste dispuut van Nijmegen leunen wij automatisch en noodzakelijk op onze geschiedenis. Dat dragen we graag uit, in de inrichting van dit huis, met de vlaggen, de sigilla, de speciale kleuren. Het karakter van 1925 zit nog steeds in ons.'
Scholte: 'We houden veel tradities vast, zoals het jasje-dasje, het disputeren op onze dispuutsavonden, wij spreken niet van debatteren.'
Stubbé: 'Er was ooit een agendapunt over het niet langer verplicht stellen van correcte schoenen op verenigingsfeesten. Daar hebben wij ons lang tegen verzet, vergeefs, nu kun je gewoon op sneakers komen.'
Bossers: 'Een tragisch besluit, niet per se omdat een traditie verloren is gegaan, maar vanwege de gemakzuchtige argumentatie: zonder die verplichting hoef je van uni naar feest niet eerst naar huis om andere schoenen aan te trekken. Maar natuurlijk veranderen er ook bij ons tradities, ook wij gaan mee met de tijd.'
Contactinformatie
Dit is een ingekorte versie van een verhaal uit het boek: 2023-1923. Honderd jaar Radboud Universiteit in 101 beelden. Dit jubileumboek verschijnt in mei 2023 en wordt uitgegeven door uitgeverij Boom.
Wil je meer weten? Mail dan naar communicatie [at] ru.nl. Wil je het boek alvast reserveren? Kijk dan hier.