RMa-alumnus Rob leidt ruimteonderzoeksinstituut SRON in goede banen

Rob, wat doet SRON precies?

“SRON is een kennisinstituut, dus we doen veel wetenschappelijk onderzoek. Op het gebied van klimaat, sterrenkunde, fundamentele technologie en exoplaneten (planeten buiten het zonnestelsel, red.) hebben we experts van wereldniveau. We bouwen ook gespecialiseerde meetinstrumenten voor satellieten en spelen een belangrijke rol in het nationale beleid voor ruimteonderzoek.” 

“Om een beeld te geven: zelf heb ik bij SRON een promotietraject gedaan als sterrenkundige, waarvoor ik zwarte gaten onderzocht. En in klimaatonderzoek heeft SRON onlangs belangrijke resultaten geboekt met een instrument dat methaanconcentraties op aarde meet, waardoor we bijvoorbeeld een gaslek direct kunnen zien."

Je werkt tegenwoordig als beleidsadviseur en directiesecretaris. Wat doe je in die rol?

“Als directiesecretaris heb ik vooral regeltaken. Als beleidsadviseur richt ik mij op brede organisatievraagstukken. Zoals de verhuizing van Utrecht naar Leiden, een paar jaar terug. Dat was een heel proces en de uitdaging is om iedereen daarin mee te nemen.”

Waarom koos je voor de deeltijdmaster bedrijfskunde aan RMa?

“Wat de opleiding van RMa uniek maakt, is de focus op het sociale en organisatorische aspect. De vraag hoe je een organisatie neerzet, met niet alleen aandacht voor de commerciële kant maar ook voor mensen, sprak me aan.” 

“Voor mijn afstudeeronderzoek heb ik gefocust op kennisprocessen en sociotechniek. Sociotechniek is een manier om naar een organisatie te kijken als systeem. Je kan wel een efficiënt systeem neerzetten, waarbij iedereen één taak perfect uitvoert, maar dat kan beroerd uitpakken voor de organisatie en de mensen zelf. Als ze geen ruimte hebben om zich te ontwikkelen, geen invloed hebben op hun eigen werk en dingen voor hen worden bepaald, gaan mensen daaronder lijden. Met uitval, slechte bedrijfsresultaten en kennisverlies tot gevolg.”

Wat kon er, beschouwd vanuit de sociotechniek, beter bij SRON?

“SRON is een matrixorganisatie, wat inhoudt dat mensen die hetzelfde soort werk doen bij elkaar op de afdeling zitten en vanuit daar aan projecten worden toegewezen. Ingenieurs zitten vaak in meerdere projecten tegelijk, bij verschillende afdelingen. Die afdelingen geven graag prioriteit aan hun eigen onderzoek. Maar wie bepaalt voor de ingenieur wat prioriteit heeft? Hoe voorkom je dat die overvraagd wordt? Het is daarom belangrijk dat iedereen op de hoogte is van wat er op andere plekken gebeurt en kennis met elkaar deelt.” 

“In Utrecht was dat lastig door de afgesloten kantoren. Dat nodigt niet uit tot interactie. In Leiden hebben we een atrium, met koffieruimtes en lunchtafels. We merken aan de reacties van mensen dat dat z’n vruchten afwerpt.”

Waarom zou je andere professionals de deeltijdmaster bedrijfskunde adviseren?

“Naast het inhoudelijke, sociaal-organisatorische aspect is het een geweldige manier om te leren over andere organisaties. Doordat je de opleiding met mensen uit allerlei sectoren volgt, leer je veel.”

Tekst: Pim Muller