Hoe dan ook, ik merk deze dagen heel duidelijk dat mijn gedachten trager gaan en het meer moeite kost om me lang te concentreren. Zeker in combinatie met lange dagen binnen zitten – zowel het ‘binnen’ als het ‘zitten’ is wennen. Gek eigenlijk, dat die relatieve traagheid op het werk geldt als iets negatiefs, iets wat je zo snel mogelijk weer van je af moet schudden. Zo ervaar ik dat zelf in ieder geval. Als bestuurssecretaris is het mijn tweede natuur om alles tegelijk in de gaten te houden, het overzicht te bewaren, en bij voorkeur alle vragen voor zijn. Reuze efficiënt en handig voor de organisatie.
Maar ook een schaap met acht poten zakt wel eens door zijn hoeven. Bovendien is gedrag dat op je werk gewaardeerd wordt, op vakantie niet per se een aanbeveling. Mijn partner zit er in ieder geval niet op te wachten om met een flitsende gids annex reisleider op stap te zijn die binnen één dag langs alle bezienswaardigheden van de stad jakkert. Nee, op vakantie wordt het pas echt leuk, ook voor mezelf, als ik door mijn plannen heen ben en er ruimte komt voor improvisatie en andermans initiatief (schrik!). Vertragen brengt veel moois. En eenmaal tot rust gekomen, word ik veel selectiever in mijn activiteiten. Om in de termen van de Michelingids te spreken: de categorie ‘interessant’ (één ster) valt af, die van ‘een omweg waard’ (twee sterren) hoeft ook niet per se, en of iets echt ‘de reis waard is’ (3 sterren), dat wil ik dan nog wel zelf bekijken. Als mijn hoofd er ten minste naar staat.
En nu ik weer terug ben, en de hectiek op de loer zie liggen, vraag ik me af of het wel zo’n goed idee is om mijn zomerbrein weer op te schakelen naar de hoogste versnelling. Natuurlijk, er moeten vergaderingen worden voorbereid, besluiten worden genomen, commissies ingesteld…maar misschien zou zo’n Michelin-classificatie ook daar zo gek niet zijn. En dan maar kijken welke bestemmingen (lees: activiteiten) ècht drie sterren waard zijn. Want eigenlijk is het raar. In de overvolle junimaand is de meest gehoorde klacht dat het veel te druk is, dat de agenda’s veel te vol zitten, en na de zomer proberen we om het hardst om dat racetempo weer op te pakken.
Misschien is een goed beginnetje om elkaar een zachte landing te gunnen bij terugkomst. En als je je collega hoort zeggen; hè, ik moet er echt weer inkomen, met zo’n zucht, dat je dan zegt: kom, we lopen even een rondje buiten. Kun je over je vakantie vertellen. En dan vertel ik jou die mop over die cruise (maar dat is voor een andere keer).
Deze blog is geschreven door Jacqueline Hulst, bestuurssecretaris FNWI