Nu de uitslag van de Kamerverkiezingen dan toch vaststaat, kan het traject van kabinetsvorming beginnen. Het startschot wordt sinds 2012 gegeven in een vertrouwelijk overleg van de voorzitters van de in de Kamer gekozen fracties, onder leiding van de voorzitter van de afzwaaiende Tweede Kamer. De leider van de grootste fractie draagt in die vergadering een verkenner voor; een voordracht die tot dusver steeds aanvaard is door de andere fractievoorzitters. Vervolgens spreekt deze verkenner alle fractieleiders, van groot naar klein. Vervolgens komt hij,1 meestal na enkele aanvullende gesprekken, tot conclusies over het vervolg van de formatie, die hij verwerkt in zijn eindverslag dat hij aanbiedt aan de Kamer in nieuwe samenstelling. De installatie daarvan vindt woensdag 12 november plaats; vanaf dat moment tot uiterlijk een week erna kan de Kamer debatteren en besluiten over de aanwijzing van een informateur. Dat bepaalt sinds 2012 het Reglement van Orde van de Tweede Kamer, en is tevens de reden waarom de figuur van de verkenner is bedacht.2
Ook vóór de procedurewijziging van 2012 werd de formatie overigens ingeleid door iemand die het terrein verkende. Dat was toen nog de eerste informateur, die (in opdracht van de Koning) in ongeveer een week de coalitiemogelijkheden in kaart bracht en uit die opties een (eerste) keuze maakte. Hier kunnen de namen van Herman Tjeenk Willink (1994), Klaas de Vries (1998), Piet Hein Donner (2003), Rein Jan Hoekstra (2006) en Uri Rosenthal (2010) worden genoemd. De eerste verkennende informateur was Jan de Koning, die aan het begin van de kabinetsformatie van 1989 van koningin Beatrix de opdracht kreeg om ‘op zeer korte termijn [te] onderzoeken welke mogelijkheden aanwezig zijn voor de vorming van een kabinet dat mag rekenen op een vruchtbare samenwerking met de Staten-Generaal en aan welke wijze en volgorde van onderzoek, mede gelet op de verkiezingsuitslag, de voorkeur wordt gegeven.’ De rol van De Koning werd op het Binnenhof omschreven als ‘pré-informateur’ of ‘verkenner die langs de loopgraven van de partijen werd gestuurd’.3 Zo bezien kwam de vondst van de ‘verkenner’ in 2012 niet uit de lucht vallen.
Door de verwikkelingen tijdens de verkenningsfases van de formaties van 2021 en 2023 is de verkenner in een ongunstig daglicht komen te staan.4 Nadere analyse van de complicaties aan het begin van die twee formaties geeft echter geen rationele aanleiding om de procedure te herzien. In maart 2021 verstoorde en beëindigde een toevalstreffer van parlementair fotograaf Bart Maat de verkenning door Annemarie Jorritsma en Kajsa Ollongren; in 2023 maakte de formatie een valse start omdat Geert Wilders over onvoldoende gekwalificeerd en kreukvrij personeel bleek te beschikken voor het invullen van de verkennersfunctie. In 2012 verliep de verkenning door Henk Kamp probleemloos, waarbij hij overigens aanzienlijk werd geholpen door het gegeven dat de leiders van VVD en PvdA (Rutte en Samsom) al op de dag na de verkiezingen hadden besloten dat zij samen een coalitie wilden vormen. In 2017 had Edith Schippers weliswaar wat extra dagen nodig, maar kon zij uiteindelijk toch de Kamer een eerste coalitievariant voordragen. Van belang is ook dat de procedure door alle betrokken partijen geaccepteerd wordt. In november 2023 weigerde DENK-fractievoorzitter Farid Azarkan een gesprek met verkenner Ronald Plasterk, maar dat was om principiële en politieke redenen, niet vanwege de procedure.
Dinsdagmiddag wezen de fractieleiders D66-prominent Wouter Koolmees aan als verkenner. Daar valt in eerste instantie weinig op af te dingen. De vraag wordt vooral hoe ver Koolmees gaat komen in zijn korte terreinverkenning. De kans is niet groot dat welke partij dan ook de komende week terugkomt op de tot dusver consequent ingenomen strategische posities, met voorkeuren en uitsluitingen in diverse gradaties. Zoals Koolmees dinsdagavond al zei: het wordt ‘niet eenvoudig’.
1 Of zij. In 2017 en 2021 traden louter vrouwelijke verkenners op.
2 Er wordt weleens gekscherend over de benaming gedaan, maar onze zuiderburen kunnen er ook wat van. Tijdens de Belgische kabinetsformaties van de laatste vijftien jaar passeerden behalve formateurs, informateurs en verkenners ook ‘verzoeners’, ‘begeleiders’, ‘ontmijners’, ‘preformateurs’, ‘bemiddelaars’, ‘verduidelijkers’ (2010/11), ‘onderhandelaars’, ‘initiatiefnemers’ en ‘koninklijk opdrachthouders’ (2020) de revue.
3 Anne Bos, ‘“Werkende weg” van centrumrechts naar centrumlinks. De formatie van het kabinet-Lubbers III (1989)’ in: Carla van Baalen en Alexander van Kessel (red.), Kabinetsformaties 1977-2012 (Amsterdam 2016) p. 195-196.
4 Zie: Remco Meijer, ‘Na vier formaties zonder koning is de verkenner steeds meer een bron van zorg’, de Volkskrant, 3 november 2025.