De universiteiten in Nederland staan onder druk. ‘Universiteiten willen niet meer groeien’ kopte de krant (NRC, 5 september 2022). Het aantal studenten verdubbelde de afgelopen twintig jaar van 170.000 in 2001 naar 340.000 nu, mede vanwege een grotere instroom vanuit het buitenland.
Echter, de ene universiteit is de andere niet en de ene opleiding is ook de andere niet, zoals blijkt uit de tekst van het betreffende artikel. Waar universiteiten op sommige plekken inderdaad niet meer zouden moeten willen groeien, zouden ze dat op andere plekken wellicht juist wel moeten willen.
Wetenschap kent geen grenzen en zeker geen landsgrenzen. De problemen van vandaag en morgen zijn vrijwel allemaal grensoverstijgend. Stikstofproblematiek, immigratie, klimaatverandering, oorlogen, noem maar op. Dat onze huidige en toekomstige studenten leren (samen)werken in een internationale context is van groot belang. Juist ook voor Nederland en Europa. Een universiteit met louter Nederlanders voor Nederlanders zie ik alleen daarom al niet zitten. Aan de andere kant, hoe toegankelijk willen en kunnen Nederlandse universiteiten zijn voor Europese studenten? En voor studenten uit de rest van de wereld? Dat zal verschillen per universiteit, per opleiding en per regio.
Sommige opleidingen zouden willen groeien met oog op wat de arbeidsmarkt vraagt. Denk aan academisch geschoolde docenten voor in het primair en voortgezet onderwijs, techneuten, natuurwetenschappers, wiskundigen, informatici, en mensen in de zorg. Andere opleidingen trekken wellicht wel erg veel (internationale) studenten. Hierbij kunnen de regionale verschillen groot zijn. Er zijn krimpregio’s en groeiregio’s. Er zijn dichtbevolkte regio’s en minder dichtbevolkte regio’s. Er zijn universiteiten die aan een grens of zelfs meerdere grenzen liggen. Dit alles heeft gevolgen voor het internationaliseringsbeleid van een universiteit.
Een relevant aspect hierbij is de visie op taalgebruik. De taal van een opleiding zou geen gereedschap moeten zijn om (internationale) studenten te trekken of te weren. Dat zou wat mij betreft oneigenlijk zijn. De taal van een opleiding moet passen bij het doel en karakter van de desbetreffende opleiding. Zo kiest de Radboud Universiteit ervoor om een meertalige universiteit te zijn. De opleiding American Studies is Engelstalig, de opleiding Nederlandse Taal en Cultuur is Nederlandstalig. En bij de opleiding Spaanse Taal en Cultuur wordt uiteraard veel Spaans gesproken. In de praktijk is in veel bacheloropleidingen een mix van Engels en Nederlands te vinden terwijl veel masteropleidingen Engelstalig zijn. Ik ben blij dat mijn toekomstige tandarts de internationale, veelal Engelstalige ontwikkelingen op haar vakgebied kan bijhouden en aan bij kan dragen. Ook ben ik blij dat zij in de Nederlandse taal toekomstige patiënten te woord kan staan en wanneer nodig gerust kan stellen. De ene opleiding is de andere niet en binnen een opleiding is de ene cursus ook de andere niet. De gebruikte taal kan weloverwogen verschillen per cursus, per opleiding en per universiteit, maar zou geen middel moeten zijn om aantallen (inter)nationale studenten mee te reguleren.
Daniël Wigboldus is voorzitter van het college van bestuur. De andere leden zijn de vicevoorzitter Agnes Muskens en rector magnificus Han van Krieken. De leden van het college van bestuur schrijven ieder regelmatig een column.