De universiteit als maatschappelijke speler
Maar betekent dat ook dat de universiteit zelf een maatschappelijk speler is of moet worden? Ik zie dat vaak wordt aangenomen dat aan een universiteit veel kennis is op allerlei gebied, met name om maatschappelijke problemen aan te pakken. Wat mij betreft past ons daar enige bescheidenheid. Als we alle kennis al hadden konden we het onderzoek wel opdoeken. Ook academici moeten het doen met gedeeltelijke en versnipperde informatie.
De universiteit als maatschappelijk leider
Te veel bescheidenheid siert ons echter ook niet. Er is een boel wetenschappelijke kennis, die, vind ik, best wel eens wat meer zou mogen worden gebruikt in het maatschappelijk debat. Daarnaast zijn er ook andere ingrediënten die bepalen wat er in de maatschappij gebeurt. Met name als er maatschappelijke afwegingen moeten worden gemaakt zijn lang niet altijd alleen de wetenschappelijke argumenten doorslaggevend. Hoe verstandig is het dan als universiteit je inzichten te willen opleggen aan de maatschappij?
De universiteit en de academische gemeenschap
Het lijkt me in dat opzicht goed een onderscheid te maken tussen de universiteit als instituut en de academische gemeenschap die binnen de universiteit wordt gevormd. De universiteit bestaat dan vooral uit bakstenen, beton, glas, experimentele opstellingen, veel computers en nog een boek hier en daar. Als je er zo naar kijkt kan die verzameling dingen geen mening hebben of richting geven. Die kennis en meningen zitten vervat in de academische gemeenschap die natuurlijk wel kennis kan delen en meningen en advies geven.
Waar is het universitair bestuur?
Waar zitten we dan als bestuurders in die scheiding van universiteit als instituut en academische gemeenschap? We zijn de belichaming van het instituut en vaak ook nog deel van de academische gemeenschap. We hinken wat heen en weer tussen deze rollen en vermengen ze. Waar naar mijn mening het onderscheid wel gemaakt moet worden is in het geven van meningen en advies. Dat kunnen we als deel van de academische gemeenschap natuurlijk doen. Maar als bestuurders van het instituut universiteit moeten we vooral de hoeder zijn van veelsoortige en veelstemmige kennis- en meningsvorming zonder die, al dan niet publiekelijk, op te leggen. Als jullie mij dus een volgende keer weer eens met een mond vol meel aantreffen kun je aannemen dat ik op deze innerlijke tweestrijd zit te kauwen.
Deze blog is geschreven door Sijbrand de Jong, decaan FNWI