Gehavend boek Museum Krona
Gehavend boek Museum Krona

Wat gehavende boeken ons vertellen

Hoe maak je van een lijvige wetenschappelijke studie over een kloosterbibliotheek een aantrekkelijke tentoonstelling voor een breed publiek? De onderzoekers van de Collectie Soeterbeeck pakten die handschoen op, samen met Museum Krona in Uden. Eind september opent daar de tentoonstelling ‘Graven in boeken’. De belangrijkste opgedane les van de onderzoekers: “Schrappen, schrappen en nog meer schrappen.”  

Tekst: Bea Ros

Ruim vijftien jaar verdiepten de Nijmeegse boekhistorici Hans Kienhorst en Ad Poirters zich samen in de Collectie Soeterbeeck. Die omvat 44 laatmiddeleeuwse handschriften en bijna 600 oude drukken, afkomstig uit de bibliotheek van het klooster Soeterbeeck bij Ravenstein (zie kader ‘De zusters van Soeterbeeck’). Door goed te kijken naar de boeken zelf en de gebruikssporen erin te volgen, ontrafelden ze waar de boeken vandaan kwamen, wie ze had gemaakt en hoe de zusters ze gebruikten. In 2023 publiceerden ze hierover de lijvige studie Book Collections as Archaeological Sites 

Wouter Prins, conservator van Museum Krona, zat bij de boekpresentatie en was gegrepen door hun verhaal. “Het ging over het lijden van boeken, het gebruik van boeken.” Hoe mooi zou het zijn, zo dacht hij, om dit verhaal van de zusters en hun boeken te vertellen in een museum dat is gevestigd in een vrijgekomen deel van een birgitinessenklooster? En dus nodigde Prins beide onderzoekers uit om hun onderzoek te vertalen naar een tentoonstelling voor een breed publiek.  
 

Boekenkast

Los van details

(Foto: De oude bibliotheek in het klooster Soeterbeeck)

Dat bleek gemakkelijker gezegd dan gedaan. “Ik moest hun enthousiasme een beetje dimmen”, vertelt Prins. “Ad en Hans zijn fantastische onderzoekers en weten alles van deze collectie. Maar voor een tentoonstelling moet je een visueel verhaal kunnen vertellen.” Hun eerste opzet was inderdaad te overdadig, vertelt Poirters. “Hans en ik probeerden het boek een-op-een te vertalen. Maar dat werkte niet: het was veel te veel informatie met veel te veel boeken. We moesten loskomen van alle details en bedenken: wat is nou het belangrijkste wat we willen overbrengen?”  

Twee dingen rolden daaruit: de tentoonstelling moest gaan over de wederwaardigheden van de boeken van Soeterbeeck én over hun bijzondere onderzoeksbenadering. Die benadering is als die van een archeoloog die door de tijd heen spit en telkens oudere betekenislagen blootlegt. “En zo ontstond het idee om de tentoonstelling in te richten als een reis terug in de tijd. Zo konden we de gelaagdheid van de collectie zichtbaar maken”, vertelt Poirters.  
De tentoonstelling opent met de bibliotheek zoals beide onderzoekers die rond 1997 aantroffen. In de zaal komen twee grote foto’s te hangen van de boekenkasten destijds in het klooster met de boeken in het gelid. “De boeken zijn dicht, maar je ziet wel hun ruggen met etiketjes en verschillende soorten banden, vervaardigd uit of gerepareerd met materiaal variërend van een margarinedoos tot een bladzijde uit een middeleeuws handschrift. Dat roept de vraag op wat er met die boeken is gebeurd. Wat hebben de zusters ermee gedaan?” Vanaf de tweede zaal gaan de boeken open en vertellen ze via tal van gebruikerssporen hun verhaal. “Er liggen bijvoorbeeld middeleeuwse getijdenboekjes die de zusters tot in de 20e eeuw hebben gebruikt. En dat kun je eraan afzien: er is in geschreven, de tekst is soms beduimeld of weggesleten, er is een briefje over een pagina geplakt, de boeken zitten in een nieuwe band.” Andere sporen laten zien van wie de boeken waren of waar ze vandaan kwamen. In de zesde en laatste zaal liggen boeken die de oudste laag vertellen: de laatmiddeleeuwse boeken met gebeden en gezangen. “Het einde van de tentoonstelling vertelt over het begin van de collectie en het begin over het einde ervan.”  
 

Boek Museum Krona

Gehavende boeken

Prins spreekt van een atypische boekententoonstelling. “Het draait niet om mooie middeleeuwse handschriften en oude drukken, nee, we drukken de bezoeker met de neus op de gebruikssporen. Het draait om de schoonheid van het gehavende boek. Het is heel raar, maar het is een sensatie om deze kapotte boeken te zien. Ze roepen verwondering op.”  
En dat is precies de bedoeling, stelt Poirters. “De boeken roepen vragen op, omdat ze kapot zijn. Je ziet een middeleeuws boek in een band gemaakt van een doos van Douwe Egberts-koffie. Dat prikkelt: wat is hier aan de hand?”   
Behalve met boeken in vitrines gebeurt dat met foto’s van Anton Houtappels. Deze vestigen de aandacht op precies die schoonheid van het gehavende. “Zijn foto’s zijn heel fysiek”, vertelt Prins. “Je voelt de scheuren in een boek, de band die kapot is.”   

“Ze zijn juist zo mooi omdat ze kapot zijn”, zegt Hilde van Wanroij liefkozend over de boeken. Als collectiespecialist bij de afdeling Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek Nijmegen is ze nauw betrokken bij de totstandkoming van de tentoonstelling. In principe gaan zo’n 75 exemplaren uit de collectie-Soeterbeeck straks naar Krona. De staat waarin de boeken verkeren, maakt dat het geen doorsnee bruikleenklus is. Twee externe restauratoren maken per titel een zogeheten conditierapport, zodat Van Wanroij kan beoordelen of ze de boeken in bruikleen kan geven. Daarbij beoordelen ze elk boek op een schaal van 1 (goede staat) tot 5 (zeer slechte staat). “Er is geen enkel boek met een 1, de meeste zitten tussen een 2 en 4.” Zelf had Van Wanroij een boek met hevige inktvraat een 5 gegeven. Door het ijzersulfaat in de gebruikte inkt vallen de letters letterlijk weg uit het papier en maken ze zo de hele pagina poreus. Maar de restaurator gaf het een 4. “Ik vroeg haar: ‘Wat is bij jou dan een 5?’ Ze vertelde toen over een boek dat aan de randen zo verbrand was dat ze de bladen niet meer kon omslaan. Nou, zo erg is het inderdaad bij Soeterbeeck niet.”  

Van Wanroij en collega’s kijken ook of ze kunnen voorkomen dat het materiaal verder verslechtert of verloren gaat. “Maar we willen geen nieuwe laag toevoegen. Dus doen we in beginsel hooguit reversibele restauraties. Het karton bijvoorbeeld waarmee de zusters sommige boeken opnieuw hebben ingebonden, is hartstikke zuur. We proberen de schade te beperken door te kijken of we zuurvrije tussenlagen kunnen invoegen.” De genoemde inktvraat is minder eenvoudig op te lossen. “Het is een zeer boeiend handschrift, maar helaas in erg slechte staat. Dus het is nog even de vraag of het naar Krona kan.” Poirters hoopt uiteraard dat dat wel kan. “De problemen met de boeken maakt ze nou net interessant. Het is de clou van de tentoonstelling.”  
 

Boeken museum Krona

Schrappen

Die clou telkens voor ogen te houden, was de opgave voor beide onderzoekers. Prins moest daarbij regelmatig de teugels straks houden. “Telkens was mijn boodschap: minder informatie, minder teksten, minder boeken. Houd het behapbaar voor de bezoeker.” Om een voorbeeld te geven: musea hanteren als vuistregel maximaal 300 woorden voor de algemene introductietekst, de zogeheten A-tekst, en maximaal 200 woorden voor de tekst per zaal. “Dat is echt kort. Maar als je langere teksten maakt, zijn bezoekers niet meer aan het kijken, maar alleen nog maar aan het lezen. Of erger nog: ze haken af.” “Schrappen, schrappen en nog meer schrappen.” Dat noemt Poirters desgevraagd als zijn les gedurende het proces. “Steeds verder ons verhaal uitbenen. Dat vroeg om loslaten, kill your darlings. Dat was het moeilijkste.” Ze dachten vaak: oh, dit is zo’n mooi bandje of dit verhaal is zo leuk, dat moet er ook nog bij. “Hans en ik zijn natuurlijk vakidioten, we drijven op ons eigen enthousiasme. Dat is prima als we een zaal toespreken, maar in een tentoonstelling moet dat echt anders. Daar moeten de boeken voor zich spreken.” En dan doen ze ook, benadrukt Van Wanroij. “Vanwege de staat van de boeken hanteren we voor de collectie-Soeterbeeck een heel streng toegangsbeleid. Je moet echt een goede reden hebben om deze boeken te mogen inzien. Er zullen nooit meer zo veel boeken uit deze collectie te zien zijn als straks in Krona. Dus grijp je kans.” ‘Graven in boeken. Gelaagde schoonheid in de historische bibliotheek van Soeterbeeck.’ Te zien vanaf 28 september 2025 tot en met 11 januari 2026 in Museum Krona (Uden). Lees meer over het onderzoek van Hans Kienhorst en Ad Poirters in het artikel ‘Archeologie van een kloosterbibliotheek’.

(foto: Anton Houtappels)

De zusters van Soeterbeeck 

In 1448 gingen enkele vrouwen in het Brabantse Nederwetten samenwonen als Zusters van het Gemene Leven, geïnspireerd door de Moderne Devotie. In 1452 namen ze de regel van Augustinus aan en vormden ze een officieel klooster, genaamd Soeterbeeck, dat in 1562 verhuisde naar Nuenen. In 1732 weken de zusters uit naar Deursen in het land van Ravenstein. Deze vrije heerlijkheid maakte deel uit van het Heilig Roomse Rijk en daarom mochten ze hier, anders dan in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, vrijelijk hun katholieke geloof belijden. In 1997 verlieten de laatste zusters het klooster en enige jaren later kwam Soeterbeeck in het bezit van de Radboud Universiteit. De kunstschatten en boeken werden ondergebracht in de Stichting Kunstpatrimonium Soeterbeeck. De UB heeft de boekcollectie onder haar hoede in langdurige bruikleen.

Twee parallelle tentoonstellingen 

De expositie over de boeken van Soeterbeeck vult de kloostervleugel van Museum Krona. Daarnaast komen er twee parallelle tentoonstellingen. Eentje met nieuw werk van beeldend kunstenaar Charlotte Caspers. Ze liet zich inspireren door de kleurenlagen op laatmiddeleeuwse beelden. In de benedenruimte van het museum zal werk komen van drie fotografen - Bertien van Manen, Koos van Breukel en Astrid Huis - die elk op eigen manier zusters hebben geportretteerd. Alle tentoonstellingen samen vormen aldus een drieluik van kloosterleven.

Contactinformatie

Organisatieonderdeel
Radboud Erfgoed
Thema
Radboud toen en nu