Radboud Universiteit
Zoek in de site...

Vernieuwend onderzoek naar een historische boekencollectie na twaalf jaar met een theaterstuk afgesloten

De geïnteresseerde had in het Collegezalencomplex al wekenlang twaalf van de vele prachtige foto’s kunnen zien die fotograaf Anton Houtappels maakte van middeleeuwse handschriften en oude drukken uit vrouwenklooster Soeterbeeck bij Ravenstein. Maar woensdagavond 8 februari was het dan zo ver. Een groot onderzoek naar de oude bibliotheek van de zusters werd feestelijk afgerond met de presentatie van het boek Book Collections as Archaeological Sites: A Study of Interconnectedness and Meaning in the Historical Library of the Canonesses Regular of Soeterbeeck.

De voorstelling kan beginnen.

De voorstelling kan beginnen. Fotografie: Bert Beelen.

Ondanks de stakingen van het streekvervoer kwam het publiek in groten getale naar deze voorstelling kijken. Want van een voorstelling kan hier wel gesproken worden. Tegen de achterwand van Theaterzaal C in het Elinor Ostromgebouw aan de Heyendaalseweg werd de toeschouwer verrast met metershoge projecties van vele monumentaal ogende foto’s van doorleefde en kapotgebruikte boeken. DaaroKienhorst laat de betekenis zien van wijzigingen in de ordening van boeken in de bibliotheek.nder stonden, prachtig uitgelicht, drie vitrines met een aantal van die oude boeken, die daar door conservator Eefje Roodenburg waren uitgestald. De auteurs, Hans Kienhorst en Ad Poirters, hielden die avond drie lezingen. Daaruit werd ook voor de leek duidelijk waarom zij meer dan tien jaar hadden gedaan over hun onderzoek naar de historische bibliotheek van Soeterbeeck. Kienhorst legde helder en duidelijk uit hoezeer de oude boeken met elkaar verbonden zijn door gebruikssporen zoals eigendomsnotities van dezelfde zuster of rector. Deze verbondenheid maakt een zekere gelaagdheid in de bibliotheek zichtbaar. Het lag dan ook voor de hand om de historische bibliotheek van Soeterbeeck als een archeologische vindplaats te bestuderen. De auteurs hebben daarom een benaderingswijze ontwikkeld die gebaseerd is op de interpretatieve principes van een stroming binnen de moderne archeologie. Voorman van deze beweging, bekend als de postprocessuele archeologie, is de Stanfordarcheoloog Ian Hodder.


In de tweede lezing gaf Poirters een voorbeeld van een van de vele lagen die onderscheiden kunnen worden binnen de historische bibliotheek als archeologische vindplaats, namelijk die van een groepje zusters die bliPoirters licht een brief van zuster Petronella van Berckel aan de bisschop van Den Bosch toe.jkens een visitatieverslag in 1632 in het klooster zaten. In het bijzonder werd ingegaan op eigendomsnotities van zuster Petronella van Berckel, die geïnterpreteerd kunnen worden in de context van een machtsstrijd die toentertijd in het klooster woedde, terwijl daarbuiten de de kanonnen van de Staatse troepen bulderden. De derde en laatste lezing liet vervolgens zien hoe de oude handschriften en vroege drukken van de zusters in de negentiende en twintigste eeuw niet meer gelezen werden om hun inhoud, en zelfs een tijdje werden hergebruikt als bindmateriaal voor andere boeken, maar hoe hun oude bibliotheek later des te betekenisvoller werd als erfgoed van de gemeenschap.


Bezoekers kijken in de pauze geïnteresseerd naar de handschriften en oude drukken die in de vitrines zijn tentoongesteld.

Bezoekers kijken in de pauze geïnteresseerd naar de handschriften en oude drukken die in de vitrines zijn tentoongesteld. Fotografie: Bert Beelen

De drie lezingen werden ingeleid door Johan Oosterman, programmadirecteur van Radboud Erfgoed. In zijn welkomstwoord memoreerde hij hoe het boek van Kienhorst en Poirters tot stand gekomen was en hoe zo’n innovatief project ingebed was binnen het lopend onderzoek en onderwijs aan deze universiteit. De lezingen werden fraai omlijst door de vrouwenschola Voces Caelestes, die gezangen ten gehore bracht uit een van de handgeschreven koorboeken uit Soeterbeeck. De pagina’s uit het handschrift waaruit gezongen werd, waren groot te zien. Niet dat het publiek de gezangen kon meezingen, maar er was toch de historische sensatie dat ze op deze manier tot leven kwamen.

De schola Voces Caelestes zingt antifonen uit de eerste vespers van het feest van Augustinus, met op de dia afgebeeld het begin van het Letare mater.

De schola Voces Caelestes zingt antifonen uit de eerste vespers van het feest van Augustinus, met op de dia afgebeeld het begin van het Letare mater. Fotografie: Bert Beelen

De avond werd afgesloten met de officiële overhandiging van het eerste exemplaar van de unieke studie van Kienhorst en Poirters, waarin voor het eerst archeologische principes zijn toegepast binnen onderzoek naar een boekcollectie. Het monumentale boek werd aangeboden door de hoofdredacteur van de reeks Nijmegen Art Historical Studies, Jos Koldeweij. Het werd in ontvangst genomen door Huub Welzen, prior provinciaal van de karmelieten in Nederland, die zich als exegeet van het Nieuwe Testament herkende in de op betekenis gerichte benadering van de onderzoekers. Pater Welzen was gevraagd als belangrijke vertegenwoordiger van de orde waartoe de in 2015 overleden Rudolf van Dijk behoorde, aan wie het boek is opgedragen. Van Dijk was niet alleen de laatste pastor van de zusters van Soeterbeeck, maar legde met zijn onderzoek naar de oude bibliotheek van Soeterbeeck de basis voor de studie die deze avond zo helder werd toegelicht, met dank aan de professionele technische ondersteuning.

De bezoekers konden laat in de avond voldaan, maar niet met het streekvervoer, naar huis terugkeren.

Jos Koldeweij overhandigt het boek aan prior provinciaal Huub Welzen.

Jos Koldeweij overhandigt het boek aan prior provinciaal Huub Welzen. Fotografie: Bert Beelen

Lees hier het interview met Ad Poirters en Hans Kienhorst over hun onderzoek

Ook het prachtige boek bestellen? Dat kan via uitgeverij Brepols.