Hoera! Volgend jaar viert Radboud Gender & Diversity Studies haar 40ste verjaardag, en dat kunnen we natuurlijk niet aan ons voorbij laten gaan. Waar het belang van studies in gender en diversiteit momenteel groter is dan ooit, is het belangrijk om niet te vergeten dat er al decennialang onderzoek wordt gedaan naar deze onderwerpen. De oprichting van het Centrum voor Vrouwenstudies in 1985 bracht nog meer mogelijkheid voor de voortzetting van dit soort onderzoek. Vanaf 1985 tot nu heeft dit instituut veel bestuurlijke veranderingen meegemaakt waarin het zijn bestaan moest legitimeren en moest bewijzen hoe belangrijk onderzoek naar gender en diversiteit was. Al dit harde werk, wat we zien in vele interessante cursussen, feestelijke gelegenheden, eindeloze boeken, papers en PhD’s, is prachtig vastgelegd in het archief van het Instituut voor Gender Studies (te vinden in het universiteitsarchief). Vanuit dit archief hebben wij de belangrijkste veranderingen en grootste mijlpalen van dit departement aan de Radboud Universiteit vastgelegd. We vieren het harde werk dat er in het verleden is gedaan, en kijken uit naar een rooskleurige toekomst waarin er aan onze universiteit nog meer onderzoek naar gender en diversiteit zal plaatsvinden!
40 jaar Gender & Diversity Studies
- Looptijd
- 2024
- Projectleden
- Sem Boots , Romy Jansen , Tom Jansen-Klomp , Hanneke Janssen , Esmee Migchielsen , Maya Raz , Beeke Snijders , Madelief Weimar
- Projecttype
- Onderwijs
- Organisatieonderdeel
- Radboud Gender & Diversity Studies
1982-1984: Oprichting van het Centrum voor Vrouwenstudies
In 1982 begonnen de gesprekken over het oprichten van een centrum voor vrouwenstudies. Er werden verschillende vergaderingen en discussies gehouden over de vormgeving van een dergelijk centrum. In 1983 begonnen toegewijde academici het centrum voor vrouwenstudies op een universitair niveau te plannen. Op 12 juni 1984 keurde de universiteitsraad de uitbreiding van de faculteitreglementen van de Faculteiten der Godsgeleerdheid, Letteren, Sociale Wetenschappen en de Centrale Interfaculteit met de Regeling van het Centrum voor Vrouwenstudies goed. De vier faculteiten stelden elk een studente en een lid van het wetenschappelijk corps aan als bestuursleden. Zelfs rond de tijd van de oprichting van de instelling bleek het al zowel een centraal als overkoepelend georganiseerd centrum te zijn. De faculteiten begonnen hun eerste cursussen en verleenden onderzoekssubsidies. De eerste interfacultaire cursus, ‘Inleiding tot Vrouwenstudies’, begon in September 1984, met maar liefst 300 deelnemende studentes. Dit toont aan dat er in het Centrum voor Vrouwenstudies vanaf het begin al behoefte was aan interfacultaire samenwerking.
1985 - 1987: Klaar voor de start!
De jaren na de officiële oprichting waren fundamenteel voor het Centrum voor Vrouwenstudies. Het was bijvoorbeeld een uitdaging om onderzoeksprojecten te starten, aangezien het Centrum niet de mogelijkheid kreeg om een eerste professor aan te stellen. In 1987 deed de gelegenheid zich eindelijk voor en werd Christien Brinkgreve benoemd tot hoogleraar Vrouwenstudies. Dit werd dat jaar gevierd aan de universiteit met een zogenaamde 'Professor-presentatie', bijgewoond door zes hoogleraren Vrouwenstudies aan universiteiten in Nederland. Deze was een groot succes en kreeg veel aandacht in de media. De cursussen die het Centrum gaf waren onmiddellijk een succes. Ieder jaar kwam de organisatie bijeen om een nieuwe interdisciplinaire cursus te bespreken of een succesvolle cursus met enkele aanpassingen te herhalen voor het volgende studiejaar. Tijdens deze eerste jaren bleef de eerder genoemde cursus 'Inleiding tot Vrouwenstudies' zeer populair en trok elk jaar minstens 100 studentes. In 1987, met de benoeming van professor Brinkgreve en een grote belangstelling voor hun cursussen, werd duidelijk dat het Centrum officieel een blijvende plaats had verworven.
1989: De eerste Raffia
In 1989 werd de eerste uitgave van Raffia magazine gepubliceerd. Vóór de oprichting van Raffia werd in 1986 een ander tijdschrift uitgegeven als voorloper van Raffia. Sophia & Co was een tijdschrift gericht op het bieden van een platform voor studenten om artikelen te schrijven en publiceren. Raffia was een publicatie van het Centrum voor Vrouwenstudies, die gericht was op het informeren van de lezers over ontwikkelingen op het gebied van vrouwenstudies en emancipatie. Raffia had een zelfstandig redactioneel beleid en omvatte nieuwsartikelen, scripties, academische artikelen en meer. Deze eerste uitgave richtte zich op 'vrouwencultuur'. Deze omvatte onder andere een artikel over vrouwen het bestuursgebouw, een recensie van 'Bij ons moeder en ons Jet', een boek over Brabantse vrouwen in de 19e en 20e eeuw, en ander nieuws op het gebied van vrouwenstudies.
De eerste jaargang van Raffia oogt als een vrijblijvende nieuwsbrief, maar bevat teksten van een hoog niveau
In de 20e jubileumeditie van Raffia recenseert Claudia Krops de eerste Raffia: ‘De eerste jaargang van Raffia oogt als een vrijblijvende nieuwsbrief, maar bevat teksten van een hoog niveau.’ Bovendien illustreert ze hoe het bulletin voorziet in de behoefte aan een verbindend element tussen de activiteiten van het Centrum voor Vrouwenstudies en de vrouwen die aan de Radboud Universiteit studeren.
1991: Who’s Afraid of Femininity?
Op 1 en 2 februari 1991 organiseerde het Centrum voor Vrouwenstudies het congres 'Who's Afraid of Femininity? Questions on identity'. Er waren 250 bezoekers aanwezig. Het congres werd ter ere van een ontwikkeling van de oude onderzoeksmethode naar een nieuwe gehouden. Het thema van het congres werd besproken in twee grote interdisciplinaire lezingen, daarbij werd de interdisciplinaire aard van het Centrum voor Vrouwenstudies benadrukt. Naast deze lezingen waren er nog zes disciplinaire lezingen die het thema bespraken vanuit het perspectief van theologie/filosofie, pedagogiek, letteren, psychologie, geschiedenis en antropologie/sociologie. 'Who's Afraid of Femininity?' was een congres dat zowel nationale als internationale sprekers omvatte en het was het eerste congres dat door het Centrum voor Vrouwenstudies werd georganiseerd met een internationale invalshoek. Hoewel de aanwezigheid van zoveel verschillende disciplines voor enige verwarring zorgde, waren bezoekers onder de indruk van de wetenschappelijke kwaliteit van het congres. De internationale focus van het Centrum voor Vrouwenstudies is door de jaren heen een prioriteit gebleven en blijft een belangrijk element binnen Radboud Gender & Diversity Studies.
2000: Festival 'Het Lichaam in Cultuur'
In 2000 organiseerde het Centrum voor Vrouwenstudies een festival om hun 15-jarig jubileum te vieren. Het overkoepelende thema van dit evenement was 'Het Lichaam in Cultuur'. Dit jaar probeerde het Centrum voor Vrouwenstudies een brug te slaan tussen wetenschap, cultuur en maatschappij. Het festival bestond uit een seminar over het lichaam en de zelf, een debat over de (on)maakbaarheid van het lichaam, een discussie van lichaamstaal, en een internationale en interdisciplinaire conferentie over het thema: 'Het Lichaam in Cultuur: lichamelijkheid als sociaal-culturele praktijk'. Deze activiteiten vonden allemaal plaats gedurende een periode van 4 dagen tussen 10 en 13 oktober. Daarnaast was er een tentoonstelling over visies op het culturele lichaam, waarbij beeldend kunstenaars hun visies over het lichaam konden presenteren. Deze tentoonstelling was te zien in het Nijmeegs Volkenkundig Museum van 9 oktober tot 24 november. Wat interessant is aan dit museum, is dat het zich bevond op de campus van de Radboud Universiteit. Helaas sloot het museum zijn deuren in 2005.
2003: Minoren
In het studiejaar 2003/2004 werden drie minorprogramma's die waren opgezet door het Centrum voor Vrouwenstudies geïntroduceerd. Eén van die programma's werd aangeboden binnen de Faculteit der Letteren, de andere twee binnen de Faculteit der Sociale Wetenschappen. Hoewel er in de loop der jaren veel is veranderd, wordt een van de eerste drie programma's, 'Gender, Culture and Society’, vandaag de dag nog steeds aangeboden! Na het eerste jaar werden de programma's voortdurend herzien en verbeterd. In twintig jaar tijd zijn er acht verschillende minoren geïntroduceerd, verdeeld over drie verschillende faculteiten. Naast de Faculteit der Letteren en Sociale Wetenschappen heeft de Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen van 2013 tot 2017 ook twee minoren gehost. Op dit moment biedt de afdeling Gender & Diversity drie minoren aan: ‘Diversity, Inclusion, and Gender' aan de Faculteit der Letteren, en 'Cultural Sexuality Studies' en 'Gender, Culture and Society’ aan de Faculteit der Sociale Wetenschappen.
2005: Naamsverandering en Lustrumviering
In 2005 veranderde het Centrum voor Vrouwenstudies officieel haar naam in het Institute for Gender Studies. Met deze verandering hoopte het instituut meer internationale aandacht te trekken voor haar onderzoek en onderwijs aan de Radboud Universiteit. De afdeling Lesbische en Homostudies veranderde dit jaar haar naam in Cultural Sexuality Studies. Tijdens datzelfde jaar vierde het Instituut voor Genderstudies haar twintigjarig bestaan. De viering bestond uit verschillende activiteiten, waaronder een voordracht, tentoonstelling en een internationaal en interdisciplinair congres. Het congres vond plaats in Nijmegen op 14 oktober en had als thema ‘Fact and Fiction. Gender in the Interplay of Art and Science'. Er werden verschillende workshops aangeboden waarin de relatie tussen kunst en wetenschap centraal stond.
2015: 30-jarig jubileum en vertrek van Willy Jansen
In 2015 bestond het Instituut voor Genderstudies 30 jaar. Ter ere van deze mijlpaal organiseerden ze op 23 oktober een symposium. Het thema van het symposium dit jaar was 'Contestations: Interdisciplinaire Genderstudies en de Grondslagen van Verschil'. Ze gebruikten Willy Jansen’s inaugurale lezing uit 1993; 'Myths of the Fundamental' als basis voor het thema van het symposium. Het was symbolisch dat haar inaugurele rede fungeerde als thema voor het symposium, omdat het symposium Willy Jansen's afscheid markeerde. In totaal waren twaalf sprekers aanwezig op het symposium, waaronder Stefan Dudink en Geertje Mak. Als afscheidscadeau maakten de medewerkers van Radboud Gender & Diversity Studies een essaybundel voor Willy Jansen; 'Mythen van gender: essays voor Willy Jansen'.
2016 - 2018: Oprichting van het archief en scheiding met Raffia
Na het vertrek van Willy Jansen kende het Instituut voor Genderstudies moeilijke tijden. In 2016 werd het instituut ontbonden en in de plaats daarvan kwam het Gender & Diversity Studies netwerk, geleid door hoogleraar Marieke van den Brink. Veel medewerkers zagen deze verandering als een soort verwelking van de oorspronkelijke standpunten en idealen van het Centrum voor Vrouwenstudies. In 2016 besloten Jeannette van Mierlo en Carla van Rooy om in de geschiedenis van deze organisatie te duiken en deze te bewaren door een archief op te zetten. Dit project nam twee jaar in beslag. Hun inspanningen resulteerden in een uiterst gedetailleerd archief van de geschiedenis van het Centrum voor Vrouwenstudies en wat eraan voorafging, dat te vinden is in het Archief van de Radboud Universiteit.
Iets dat niet is neergeslagen, bestaat uiteindelijk niet meer in de geschiedenis
Het was belangrijk, zegt Van Rooy, om de geschiedenis van de organisatie te bewaren: "Iets dat niet is neergeslagen, bestaat uiteindelijk niet meer in de geschiedenis." De ontmanteling van het Instituut voor Genderstudies betekende ook dat Raffia, het toen voornamelijk door studenten gerunde magazine van het instituut, geen plek meer had binnen het nieuwe Gender & Diversity Studies netwerk. Toch vonden de studenten die destijds betrokken waren het belangrijk om te proberen het magazine voort te zetten. Raffia zou vanaf 2017 doorgaan als een online magazine en is sindsdien uitgegroeid tot een succesvolle door studenten geleide organisatie. De twee organisaties blijven tot op de dag van vandaag nauw met elkaar verbonden.
Heden & Toekomst: Gender & Diversity Studies en een nieuwe master
In 2018 transformeerde het Instituut voor Genderstudies naar een nieuwe vorm en werd het een afdeling geïntegreerd binnen de Faculteit der Sociale Wetenschappen. Radboud Gender & Diversity Studies, zoals het nu heet, verricht nog steeds interdisciplinair onderzoek en biedt studenten een scala aan interdisciplinaire cursussen aan. Onlangs is onderzoek uitgevoerd naar uiteenlopende onderwerpen zoals mannelijkheid in het leger, genderideeën binnen het populisme en diversiteit in de gezondheidszorg. Bovendien worden er door Gender & Diversity cursussen georganiseerd die populair zijn bij studenten, zoals 'Gender en de kunsten', 'Global Sex' en 'Perfect Self(ie)'. Na een positief rapport van de NVAO staat er een nieuwe masteropleiding georganiseerd door Gender & Diversiteit op het punt van start te gaan in september 2026. Deze master, genaamd 'Intersectional Gender Studies', is bedoeld om studenten op te leiden tot academisch geschoolde professionals, via zowel theoretische als meer praktisch georiënteerde cursussen. Voor Garjan Sterk, lid van de stuurgroep van Gender & Diversity, voelt de master als het hoogtepunt in een lange geschiedenis. Er zijn binnen de geschiedenis van het instituut al meerdere pogingen geweest om een interdisciplinaire master op te zetten, zonder succes. Om het af te maken, valt de afkorting van het masterprogramma samen met die van het oude Institute for Gender Studies, als een knipoog naar een lange geschiedenis van genderstudies aan de Radboud Universiteit, en als belofte voor een nog rijkere toekomst.