Studenten Molecular Sciences
Studenten Molecular Sciences

InternShifts: samen stagelopen in het laboratorium

TLC-voucherproject
Looptijd
2021
Projectleden
Koen van den Dries
Projecttype
Onderwijs

Aanleiding

Bij de opleiding Moleculaire Levenswetenschappen is er een beperkte hoeveelheid stageplekken vanwege een gebrek aan ruimte en middelen. Daarnaast heeft het departement Celbiologie in het academisch jaar 2021/2022 zelfs twee keer zoveel studenten aangenomen dan dat er stageplekken zijn. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat alle studenten toch stage kunnen lopen in een laboratorium?

Een strategie genaamd ‘InternShifts’ zou een uitweg kunnen bieden voor het probleem. Daarbij worden studenten in paren gekoppeld waarbij ze parttime in het laboratorium werken en parttime thuiswerken. In het verleden is voor zover bekend nog niet eerder onderzoek gedaan naar de effectiviteit van gepaarde stages.

Gewenste oplossing

Koen van Dries zal deze methode gaan verwerken in onderzoeksstages binnen de opleiding Moleculaire Levenswetenschappen. Hij wil door middel van onderzoek meer inzicht opdoen in de ervaringen van studenten op het gebied van het praktische leerproject en hun eigen professionalisering. Daarnaast is het zijn bedoeling om de beste werkwijze van begeleiders te achterhalen.

Aan de hand van die data kan het concept InternShifts worden verbeterd. Indien succesvol, zou het een oplossing kunnen vormen voor het tekort aan stageplekken in onderzoekslaboratoria. Bovendien is het de verwachting dat studenten hun samenwerkings- en communicatieve vaardigheden verbeteren aangezien ze afspraken moeten maken over hun aanwezigheid en activiteiten op de werkvloer.

Plan van aanpak

In januari 2021 beginnen zes studentenparen met een stage bij het departement Celbiologie. Koen onderzoekt vervolgens de leerervaringen en professionele ontwikkeling tijdens de InternShift. Daarin wordt zowel het perspectief van de student als de onderzoeker meegenomen.

Kwalitatieve data worden verzameld met behulp van interviews met de studenten en begeleiders. Deze zullen Koen en zijn team halverwege de stage en naderhand afnemen. De data die worden gevonden, kunnen worden vergeleken met de exitinterviews die de afgelopen acht jaar zijn afgenomen met studenten na hun (reguliere) stage.

Resultaten

Tijdens de eerste evaluatie kwam naar voren dat communicatie en afstemming tussen studenten en begeleiders belangrijk zijn voor een goed verloop van de stage. Elk duo deelde zijn eigen planning in, maar een week-op/week-af-ritme bleek inefficiënt, omdat het onhandig is om een hele week niet naar het laboratorium te kunnen gaan. Studenten gaven bovendien aan dat zij zich onvoldoende onderdeel voelden van het laboratoriumteam, omdat ze maar de helft van de tijd in het lab waren en daardoor sociale momenten zoals pauzes misten. 

Uit de panelgesprekken tegen het einde van de stage kwamen alleen maar positieve ervaringen naar voren vanuit begeleiders. Zij merkten dat studenten meer zelfstandigheid, pro-activiteit en planningscapaciteiten lieten zien dan bij reguliere stages. Thuiswerken stimuleerde studenten om zich beter voor te bereiden, wat resulteerde in een efficiënter gebruik van het lab. De 50-50% verhouding over thuiswerken en op het laboratorium werken werd beschouwd als een effectieve aanpak om de voordelen van beide te benutten. Daarnaast gaven begeleiders aan dat de overige leerdoelen van de stage, zoals het opdoen van praktische vaardigheden in het laboratorium, evenveel voldoen als bij een reguliere stage. Wel gaven begeleiders aan dat de tijdsinvestering in begeleiding vergelijkbaar is met een reguliere stage. 

Ook studenten zagen voordelen: ze kregen meer grip op hun planning, voelden zich beter voorbereid, ervaarden daardoor meer eigenaarschap over hun project en gebruikten de begeleiding effectiever. Toch waren er ook nadelen. Studenten misten de sociale en professionele omgeving van het lab en ervaarden druk door de beperkte tijd om experimenten uit te voeren. Veel studenten gaven de voorkeur aan voor meer tijd op het lab, bijvoorbeeld een verhouding van 80/20. 

Een belangrijke les is dat InternShift vooral geschikt is als oplossing voor ruimtegebrek, maar niet voor een tekort aan begeleiders. Ook werd duidelijk dat studenten en begeleiders soms andere leerdoelen prioriteren. Begeleiders zien het doorlopen van de wetenschappelijke cyclus als het belangrijkste leerdoel en geven aan dat dit doel niet wordt verstoord door de opzet van Internshifts. Voor studenten is het opdoen van praktische ervaring het belangrijkste leerdoel, wat wel wordt verstoord door deze opzet, omdat zij maar de helft van de tijd op het laboratorium kunnen zijn.  

Financiering

Dit project wordt gefinancierd door een TLC-voucher van het Radboud Teaching and Learning Centre. Dit voucherprogramma is bedoeld om projecten op te zetten op het gebied van onderwijsvernieuwing, docentontwikkeling en onderwijsonderzoek.

Bekijk alle voucherprojecten

Contactinformatie

Wil je meer weten? Neem gerust contact op met de voucherprojecthouder, Koen van den Dries, via koen.vandendries@radboudumc.nl.