Aanleiding
Studenten groeien op en studeren in een snel veranderende en complexe wereld. Om hen voor te bereiden op hun toekomstige werkveld, is meer nodig dan alleen kennisoverdracht. De dynamische context vraagt om een levenslange lerende houding en generieke competenties zoals flexibiliteit, kritisch denkvermogen, samenwerkingsvaardigheden, zelfbewustzijn en veerkracht. Verschillende faculteiten zoeken nog naar manieren om deze vaardigheden effectief te integreren in hun onderwijsprogramma’s. Wat zijn succesfactoren voor leerlijnen Persoonlijke en Professionele Ontwikkeling (PPO) in het onderwijs aan onze universiteit waarmee we inspelen op de eisen van de toekomstige beroepspraktijk?
Hypothese
Een toekomstige professional ontwikkelt zowel diepgaande vakkennis als generieke, vakoverstijgende competenties. In de afgelopen jaren hebben verschillende faculteiten individueel programma’s geïntroduceerd om studenten te begeleiden naar hun rol als professional van de toekomst, met nadruk op PPO. De invulling van deze programma’s varieert en bevindt zich in verschillende stadia van ontwikkeling binnen de faculteiten.
Gewenste oplossing
Met behulp van een onderzoeksvoucher streven Nils, Annelies en Petra ernaar te onderzoeken welke onderwijsinterventies op het gebied van PPO effectief zijn of kunnen worden ontwikkeld. Hun doel is om de huidige studenten goed voor te bereiden op toekomstige uitdagingen in het werkveld. Dit onderzoek richt zich dan ook op de ontwikkeling, implementatie en evaluatie van programma’s voor PPO en docentprofessionalisering, in samenwerking met verschillende faculteiten.
Plan van aanpak
Het onderzoek begint met het uitvoeren van een inventarisatie van de verschillende PPO-activiteiten binnen de faculteiten van de Radboud Universiteit, inclusief inhoud en toetsing van programma’s. Vervolgens worden focusgroep interviews gehouden om opvattingen en misconcepties over wat PPO is en zou moeten zijn te verkennen. Daarnaast worden vragenlijsten afgenomen bij docenten over hun mening over PPO, de behoefte aan professionalisering, en de resultaten van bestaande initiatieven te onderzoeken. Ten slotte wordt een longitudinaal meetinstrument ontwikkeld om de opbrengst van de verschillende programma’s voor PPO te evalueren, gevolgd door evaluatie onder studenten en docenten. Voor het uitvoeren van het onderzoek is Maarten Dietz aangesteld. De resultaten worden aan het einde van het project breed gedeeld binnen de universiteit.