Aanleiding
Op dit moment stellen opleidingen hun curricula op in onder andere Microsoft Excel. Dit blijkt niet altijd even praktisch te zijn, bijvoorbeeld omdat er geen melding verschijnt bij een wijziging. Een zogenaamd curriculuminformatiesysteem kan echter zo worden ingericht dat je niet alleen overzicht hebt van een curriculum maar ook van eventuele wijzigingen. Bovendien kun je met de tool inzichtelijk maken of en hoe het mogelijk is om het onderwijs te spreiden, zodat zowel de werkdruk voor docenten als de studiedruk voor studenten kan worden verdeeld. Daarom wordt er in de pilot geëxperimenteerd met een curriculuminformatiesysteem. Er wordt ondervonden welke vruchten er geplukt kunnen worden met een dergelijke tool in het curriculumontwikkelproces en hoe dit de Radboud Universiteit mogelijk verder zou kunnen helpen.
Wat is een curriculuminformatiesysteem?
Een curriculuminformatiesysteem is een tool die universiteiten helpt bij het ontwikkelen, beheren en organiseren van hun onderwijsprogramma's. Deze tool biedt een overzicht van het onderwijs, denk aan programma’s van opleidingen, cursussen en praktische/organisatorische informatie, waardoor o.a. docenten efficiënter kunnen werken en samen kunnen werken, beter inzicht krijgen in hun curricula, de kwaliteit van het onderwijs kunnen verbeteren en opleidingen onderwijs met elkaar uit kunnen wisselen.
De ambitie
Het is de ambitie om vernieuwde en afgestemde programma’s te creëren met behulp van software. De twee deelnemende faculteiten streven naar beter inzicht en overzicht in het curriculum en naar balans binnen het curriculum. Het doel is om een evenwichtig en afgestemd curriculum met inzicht in de leerlijnen te creëren om daarmee de studiedruk van studenten te reguleren. Dit kan onder meer door overlap tussen de cursussen te minimaliseren en de studiebelasting voor studenten te verspreiden op basis van studiepunten.
De aanpak
Allereerst wordt het curriculum in kaart gebracht door de benodigde informatie te verzamelen. Denk hierbij aan de naam van de opleiding met bijbehorende leer,- en cursusdoelen, eindtermen, werk- en toetsvormen. Op basis van deze informatie richt de leverancier de software in. Zodra het curriculum in de tool is ingericht, testen de docenten het werken met de tool. Zij gaan spelen met de data door met cursussen in hun huidige curriculum te schuiven of leerlijnen opnieuw in te richten om zo de werkdruk te verdelen over het academisch jaar. Aan de hand van de inzichten wordt het curriculum daadwerkelijk in de praktijk beter ingericht.
Ook wordt het werken met de tool geëvalueerd: hoe die werkt, of er uitdagingen zijn, en of de tool van toegevoegde waarde is. De uitkomst hiervan vormt input voor het universiteitsbrede project, de aanbesteding voor een universiteit breed Curriculuminformatiesysteem.