Zoek in de site...

Paragraaf 2. Vormvereisten wetenschappelijk deel

Artikel 4.3. Vormgeving wetenschappelijk deel

  1. Het wetenschappelijk deel bestaat uit:
    a. een wetenschappelijke verhandeling, dan wel
    b. een verzameling wetenschappelijke verhandelingen; dan wel
    c. een proefontwerp.
  2. Indien het proefschrift bestaat uit een verzameling wetenschappelijke verhandelingen of uit een proefontwerp, dan gaat het proefschrift vergezeld van een niet eerder gepubliceerde inleiding bij en een kritische reflectie op de artikelen in samenhang.

Artikel 4.4. Proefschrift van meerdere auteurs

In het geval het proefschrift, of een onderdeel daarvan, is vervaardigd door meerdere auteurs, dient de wezenlijke en zelfstandige wetenschappelijke bijdrage en inbreng van de promovendus uitdrukkelijk, door middel van een verslag dat onderdeel is van het proefschrift, te worden aangetoond.

Artikel 4.5. Beschrijving researchdata-management

  1. Indien het proefschrift op onderzoeksdata is gebaseerd bevat het proefschrift een beschrijving van het researchdata-management.
  2. In de beschrijving is ten minste aandacht voor de manier van verwerken, het opslaan en het beschikbaar maken van de in lid 1 bedoelde onderzoeksdata.
  3. Uit de beschrijving moet blijken dat het researchdata-management voldoet aan de in het betreffende vakgebied geldende standaarden.

Artikel 4.6. Stellingen

  1. Aan het proefschrift kan een los inlegvel met daarop minimaal zes en ten hoogste twaalf stellingen worden toegevoegd. Stellingen zijn beweringen die de promovendus bereid is met wetenschappelijke argumenten te verdedigen.
  2. Stellingen
    a. hebben betrekking op (het vakgebied van) het onderwerp van het proefschrift; én
    b. omvatten een eigen toevoeging; én
    c. zijn met wetenschappelijke argumenten verdedigbaar.
  3. De stellingen dienen vooraf door de promotor te zijn goedgekeurd. De promotor toetst of de stellingen voldoen aan de eisen bedoeld in het lid 1. Alvorens de gevraagde goedkeuring te verlenen raadpleegt de promotor voor zover de stellingen zijn of haar eigen wetenschapsgebied en specialisme overschrijden, ter zake deskundigen.
  4. In aanvulling op het bepaalde in lid 1 kunnen ten hoogste twee extra stellingen worden ingevoegd die betrekking hebben op onderwerpen buiten het wetenschapsgebied waar het proefschrift betrekking op heeft.