Zoek in de site...

Hoofdstuk 5. Geschillen en rechtsbescherming

Artikel 5.1. Reikwijdte hoofdstuk 5

Het in dit hoofdstuk bepaalde is niet van toepassing op rechtspositionele geschillen.

Artikel 5.2. Bezwaar en beroep

  1. Tegen beslissingen genomen op grond van dit reglement kan een belanghebbende bezwaar maken door binnen zes weken nadat de beslissing aan hem of haar bekend is gemaakt een schriftelijk en gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen bij de secretaris van het college voor promoties.
  2. De voorzitter van het college voor promoties stelt uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van een bezwaarschrift een adviescommissie in.
  3. De adviescommissie bestaat uit twee leden van het college voor promoties en een voorzitter die geen deel uitmaakt van en geen beslissingen neemt namens het college voor promoties. De leden van de adviescommissie zijn niet betrokken geweest bij het promotietraject waarop de beslissing betrekking heeft.
  4. De adviescommissie handelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht. De adviescommissie kan de betrokken partijen horen en is gerechtigd alle informatie in te winnen die voor een behoorlijke taakuitoefening noodzakelijk is.
  5. De adviescommissie brengt binnen vier weken na instelling schriftelijk advies uit aan het college voor promoties. Het advies omvat mede een verslag van het horen.
  6. Het college voor promoties maakt binnen vier weken na ontvangst van het advies maar in ieder geval binnen tien weken na ontvangst van het bezwaarschrift zijn beslissing op bezwaar schriftelijk en gemotiveerd bekend aan de indiener van het bezwaarschrift en aan andere bij de bezwaarprocedure betrokken partijen.
  7. Van een beslissing als bedoeld in lid 6 kan een belanghebbende binnen zes weken nadat de beslissing aan de indiener van het bezwaarschrift bekend is gemaakt, beroep instellen bij de Rechtbank. De voorzitter van het college voor promoties treedt in dat geval in rechte op namens het college voor promoties.

Artikel 5.3. Klachten

  1. Onverminderd het bepaalde in artikel 5.2 kan een promovendus te zijnen of te haren aanzien met toepassing van dit reglement een klacht indienen bij de voorzitter van het college voor promoties tegen een gedraging of nalatigheid waardoor hij of zij rechtstreeks in zijn belang is getroffen. Indien een andere regeling of voorziening binnen de Radboud Universiteit reeds voorziet in de behandeling van de klacht, neemt de voorzitter van het college voor promoties de klacht niet in behandeling.
  2. Indien een klacht als bedoeld in lid 1 is ingediend, bemiddelt de decaan.
  3. Indien de bemiddeling als bedoeld in lid 2 niet tot overeenstemming leidt, geeft de voorzitter van het college voor promoties een gemotiveerd advies over de gegrondheid van de klacht. De voorzitter van het college voor promoties kan in zijn of haar advies tevens aanbevelingen doen.