In memoriam Jan Roes (1939-2003)
(Erasmusplein 14(2003), nr. 2)
------------------------------------------------------------------------
Op 24 mei overleed Jan Roes aan de gevolgen van een hartaanval. Hij was
directeur van het Katholiek Documentatie Centrum en hoogleraar
Geschiedenis van het Nederlands katholicisme aan de Katholieke
Universiteit Nijmegen.
Jan Roes werd geboren op 15 juni 1939 in Breedenbroek. 'In de kerk
geboren' zoals hij later in zijn oratie zou opmerken: existentieel, want
geboren in een katholiek nest, en letterlijk, in een pand dat in 1857
als tijdelijke kapel had gediend voor de nieuw te stichten parochie
Dinxperlo-Breedenbroek.
Na zijn middelbare-schooltijd in Apeldoorn en Arnhem en de vervulling
van zijn dienstplicht studeerde hij rechtsgeleerdheid, geschiedenis en
kerkgeschiedenis aan de Katholieke Universiteit Nijmegen, en vervolgens
sociale geschiedenis aan het Institut für Europäische Geschichte in
Mainz. In 1969 keerde hij terug naar Nijmegen om directeur te worden van
het toen net opgerichte Katholiek Documentatie Centrum. Hij zou dat zijn
hele leven blijven. Met slechts enkele medewerkers zag hij zich voor de
immense taak gesteld om de vele archieven en archiefjes, bibliotheken en
bibliotheekjes, die verloren dreigden te gaan door de snelle ontzuiling
van katholiek Nederland, voor het nageslacht te bewaren. In zijn
'lelijke eend' door Nederland toerend legde hij levenslange contacten,
vervoerde hij vuilniszakken vol 'oud papier' en bouwde hij in hoog tempo
een collectie op die uniek was in haar soort. Al snel barstte 'zijn' KDC
uit zijn voegen, en het zou dat blijven doen.
Als KDC-directeur en wetenschapper - een onderscheid daartussen heeft
hij nooit scherp gemaakt - koesterde Jan Roes drie centrale onderwerpen:
de katholieke arbeidersbeweging, de missie en het 'katholiek leven in
beeld'.
Ariëns
In 1975 begon hij aan het omvangrijke karwei om de toespraken, brieven
en artikelen van Alphons Ariëns uit te geven, met een lijvige publicatie
in 1982 als resultaat. De persoon van Ariëns bleef hem boeien, en hij
leverde belangrijke historische bijdragen aan het dossier met het oog op
Ariëns' zaligverklaring. Inmiddels was hij doende een uitvoerige
geschiedschrijving van de Katholieke Arbeiders Beweging van de grond te
krijgen: de bundel /Terugblikken bij het vooruitzien/, die in 1981
verscheen bij de fusie van NKV en NVV tot FNV beschouwde hij als een
vingeroefening. Onder zijn leiding verschenen in 1985 en 1993 de twee
banden met de geschiedenis van het KAB/NKV na 1945.
De missie was het onderwerp van zijn proefschrift /Het groote
missieuur/, dat hij verdedigde in 1974 en dat gewijd was aan 'de
missiemotivatie van de Nederlandse katholieken'. Voortbouwend op die
'missiemotivatie' had hij een groot aandeel in het nog steeds
doorlopende en bij het KDC gevestigde project van de Kommissie Missie
Memoires om in interviews de herinneringen vast te leggen van honderden
missionarissen, missiezusters en betrokkenen bij missieorganisaties.
Fotoboeken
In bredere kring kreeg Jan Roes bekendheid door het fotoboek /De kerk
gaat uit/, dat hij samen met Michel van der Plas in 1973 samenstelde. De
moeizaamheid waarmee het fotomateriaal voor dit boek bij elkaar moest
worden gesprokkeld was voor hem aanleiding om bij de collectievorming
van het KDC meer aandacht aan dit materiaal te besteden. Met name in de
eerste helft van de jaren negentig breidde de fotocollectie van het KDC
zich snel uit, en in 1996 konden hij en Herman Pijfers op deze basis een
totaal nieuw fotoboek uitbrengen: /Memoriale/. Een eeuw katholiek leven
in Nederland - waarmee zij zelfs even de boeken-toptien haalden. Een
vergelijkbaar boek over het Nederlandse katholicisme in de negentiende
eeuw had hij in voorbereiding.
In 1994, tegelijk met de viering van het vijfde lustrum van het KDC,
werd Jan Roes tevens benoemd tot hoogleraar in de Geschiedenis van het
Nederlands katholicisme aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. In zijn
oratie maakte hij de balans van vijfentwintig jaar op: 'Je kunt nog zo'n
mooie schat aan documentatie hebben, als niemand er naar omkijkt dan is
het een waardeloze schat.' Hij zag het als een belangrijke taak van het
KDC de waarden die de katholieke cultuur in het verleden had
vertegenwoordigd over te dragen aan volgende generaties, door via de
KDC-collecties de aandacht te vestigen op de existentiële betekenis die
zij voor vorige generaties hadden gehad. Zijn werkcolleges organiseerde
hij dan ook bij voorkeur in het kdc, midden tussen de archiefstukken.
Paradepaardje
Eind jaren negentig groeide het KDC werkelijk uit zijn jas. Nadat enkele
jaren naar oplossingen was gezocht om het KDC meer armslag te geven,
besloot het College van Bestuur van de universiteit dat de kun de lasten
van het KDC niet meer kon en wilde dragen, althans niet alleen. Tegen
aanvankelijk voorgestelde oplossingen die een uiteenvallen van de
collecties van het KDC tot gevolg zouden hebben heeft Jan Roes zich
mordicus verzet - en brede kringen steunden hem daarin. Dat het KDC voor
de Katholieke Universiteit geen paradepaardje meer was, maar een
probleem, heeft hem bijzonder pijn gedaan. Inmiddels wordt druk gewerkt
aan een oplossing waardoor het voortbestaan van het KDC kan worden
gewaarborgd. Hij koesterde de hoop om volgend jaar met een gerust hart
en een klinkende afscheidsrede het KDC en zijn leerstoel te kunnen
verlaten, en zich te wijden aan al die dingen die hij nog zo graag wilde
doen.
KDC/Lodewijk Winkeler