Autonomie ondersteuning van VWO-leerlingen
De overgang van het voortgezet onderwijs (vo) naar het wetenschappelijk onderwijs (wo) is niet voor alle studenten even makkelijk. Een belangrijke uitdaging is dat in het wo meer autonoom leren gevraagd wordt. Er wordt meer onafhankelijkheid en zelfsturing in het leren nagestreefd, waarbij verwacht wordt dat studenten zichzelf motiveren en verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen leerproces.
Waarom autonomie ondersteuning?
Docenten in het voortgezet onderwijs kunnen de autonomie van hun leerlingen ondersteunen door hun lessen hierop in te richten. Hierdoor ontwikkelen de leerlingen bewust leervaardigheden die nuttig zijn op de universiteit. Maar het levert meer op, zoals meer intrinsieke motivatie, betere planningsvaardigheden, meer concentratie en doorzettingsvermogen en een “diepere” manier van verwerking van de leerstof.
Uit onderzoek blijkt dat studenten die beter in staat zijn zelfstandig hun leren vorm te geven, minder stress ervaren tijdens het eerste jaar op de universiteit.
Ontwerpprincipes
Leerroute afstemmen op de leerbehoefte
Begeleid leerlingen in het krijgen van inzicht in hun eigen leerbehoefte. Dit kan bijvoorbeeld door formatief te handelen. Op deze manier kan de leerling zijn leerroute aanpassen naar gelang zijn eigen leerbehoefte.
Differentiëren in de mate van structuur
Houd in je lesontwerp rekening met de verschillen in behoefte aan structuur van je leerlingen. Denk hierbij aan het aanbieden van verschillende leerroutes, extra uitleg en meer of minder hulp.
Leerlingen reflecteren op waar ze goed in zijn
Zorg door vragen en feedback dat je leerlingen steeds meer inzicht krijgen in en regie krijgen over hun eigen leerbehoefte. Werk zo aan de opbouw van zelfregulatie van leerlingen. Focus op de capaciteiten van je leerlingen.
Ruimte voor gevoelsreflectie
Verplaats je in je leerlingen en houd rekening met hun gevoelens, bijvoorbeeld door ze te laten reflecteren op hun eigen (leer)modus. Vooral bij weerstand is
luisteren en het tonen van begrip belangrijk.
Betekenisvolle keuzes bieden aan leerlingen
Het aanbieden van betekenisvolle keuzes werkt motiverend voor leerlingen. Keuzes vereisen ook structuur: als docent bied je kaders aan waarbinnen keuzes mogelijk zijn.
Meer lezen? / Literatuur:
Dit project is gebaseerd op onderzoek van Petrie van der Zanden en Tamara van Woezik:
> van der Zanden, P.J.A.C. (2019). First-year student success at university: Domains, predictors and preparation in secondary education.
Thesis, Radboud University, Nijmegen.
> Van Woezik, T.E.T. (2020). Making self-directed learning work. Dissertation. Radboud University, Nijmegen
Daarnaast hebben wij onder andere gebruik gemaakt van:
> Hornstra, L. e.a. (2016). Motiverend lesgeven. Handleiding voor docenten.
> Ros, A. e.a. (2015). Gemotiveerd keren en lesgeven. De kracht van intrinsieke motivatie.
> Deci E.L., & Ryan, R.M. (2002). Handbook of self-determination research. Rochester, NY: University of Rochester University Press.
> Oolbekkink-Marchand, H.W. e.a. (2014). Perspectives on teaching and regulation of learning: a comparison of secondary and university
teachers. Teaching in Higher Education, 19, 799-811.