Juryrapport 2023
Geachte individuen!Het is mij inmiddels voor de elfde keer een grote eer om namens de jury van de essaywedstrijd van de faculteit der Letteren van de Radboud Universiteit de winnaars van de prestigieuze prijzen bekend te maken en het bijbehorende juryrapport voor te lezen. Ik heb mij weleens afgevraagd waar ik die eer toch telkens aan te danken heb, maar het moet te maken hebben met een zekere bondigheid, en de eigenschap om snel to the point te komen en zonder veel omhaal van woorden of onnodig tijdverlies de prijzen uit te reiken.
Die prijsuitreiking voltrekt zich namelijk doorgaans in een nauwelijks draaglijke hitte, in een ruimte zonder airconditioning, en dan is bij een te lang juryrapport en de daarmee samenhangende oplopende spanningen het gevaar niet denkbeeldig dat er mensen flauwvallen of anderszins bezwijken aan te hoog oplopende verwachtingen. Het is dan wel zo prettig dat er niet al te veel woorden verknoeid worden aan onnodige inleidingen en plichtplegingen.
Een voorbeeld van die mij kenmerkende beknoptheid zult u al waargenomen hebben in de aanhef waarmee ik u allen aansprak. Ik zei namelijk ‘Beste individuen’. Dit is niet alleen aanmerkelijk korter dan ‘Geachte genomineerden, docenten, ouders, familie, hoogwaardigheidsbekleders, medejuryleden en andere belangstellenden die voornamelijk voor de lekkere hapjes komen’ maar het vermijdt ook nog eens mogelijk gevoelige genderongelijkheden of risico’s dat mensen zich niet aangesproken voelen. Een derde voordeel van de aanhef ‘beste individuen’ is zelfs nog dat hij aansluit bij het thema van deze essaywedstrijd, ‘gewoon uniek’. Immers, het woord ‘individuen’ benadrukt dat iedereen in de zaal uniek is, wat daarmee meteen iets heel gewoons is. Maar het belangrijkste is natuurlijk dat het zo lekker kort is.Een voorbeeld van die mij kenmerkende beknoptheid zult u al waargenomen hebben in de aanhef waarmee ik u allen aansprak. Ik zei namelijk ‘Beste individuen’. Dit is niet alleen aanmerkelijk korter dan ‘Geachte genomineerden, docenten, ouders, familie, hoogwaardigheidsbekleders, medejuryleden en andere belangstellenden die voornamelijk voor de lekkere hapjes komen’ maar het vermijdt ook nog eens mogelijk gevoelige genderongelijkheden of risico’s dat mensen zich niet aangesproken voelen. Een derde voordeel van de aanhef ‘beste individuen’ is zelfs nog dat hij aansluit bij het thema van deze essaywedstrijd, ‘gewoon uniek’. Immers, het woord ‘individuen’ benadrukt dat iedereen in de zaal uniek is, wat daarmee meteen iets heel gewoons is. Maar het belangrijkste is natuurlijk dat het zo lekker kort is.
Zo’n korte aanhef geeft mij meteen de gelegenheid om ter zake te komen en te beginnen met het voorlezen van het juryrapport.
Traditioneel begint een juryrapport in het kader van de transparantie altijd met een zorgvuldige verantwoording van de werkwijze van de jury, die in een moeite door de aanleiding kan vormen om de harde werkers die deze hele organisatie mogelijk gemaakt hebben, heel even in het zonnetje te zetten, als u mij deze woordspeling vergeeft, want het is al warm genoeg. Dat hoeft allemaal niet zo lang te duren, want alle aandacht dient vanmiddag natuurlijk uit te gaan naar de genomineerde leerlingen, en niet naar allerlei andere betrokkenen. Maar een heel kort woordje is denk ik wel op zijn plaats.
Wat u allemaal namelijk misschien niet zo beseft is dat de jury groter is dan drs. Stassen, Professor Van Oostendorp en ondergetekende, die pas aan het einde van het hele proces een bescheiden rol spelen. De 537 essays die dit jaar zijn ingeleverd zijn namelijk eerst voorgeselecteerd door een jury die bestaat uit zes vrijwilligers, waarvan er drie dit werk voor het eerst deden. Die hebben zich urenlang letterlijk in het zweet gewerkt om al die werkstukken op alle mogelijke kenmerken te beoordelen. Daarom is het wel gepast om even te applaudisseren voor die zes onzichtbaren, zonder wie dit alles onmogelijk zou zijn. Applaus dus voor die juryleden!
Via een ingewikkeld systeem waarvan ik niet meer kan onthullen dan dat er stapeltjes mee gemoeid waren, heeft die voorselectiejury uit de 537 essays er 195 geselecteerd voor een tweede ronde. In die tweede ronde werden al die essays nog eens een keer, en nu nog zorgvuldiger nagekeken en beoordeeld, met als resultaat een stapeltje van 41 kandidaten die voor een finaleplaats in aanmerking kwamen. Deze 41 werden ten slotte aan een nog strengere beoordeling onderworpen, met als resultaat de tien kandidaten die hier vandaag aanwezig zijn. Pas toen kwamen professor van Oostendorp en ik in beeld. Wij hadden dus enerzijds de luxe dat wij maar uit tien kandidaten hoefden te kiezen, maar dit was tegelijkertijd een twijfelachtige luxe, want het waren ook echt de beste tien, waar nauwelijks meer wat op aan te merken viel.
Ik weet dat u allemaal zit te wachten op de bekendmaking van de prijswinnaars, maar ik sta hier met opzet toch even bij stil, omdat het ook illustreert welke bijzondere kwaliteiten alle tien de genomineerde werken vanmiddag eigenlijk hebben. U kunt dat zelf nalezen door ze straks allemaal op te zoeken in het boekje dat u uitgereikt is, maar het betreft hier echt stuk voor stuk essays die zeer de moeite waard zijn om te lezen. Het zijn de beste tien uit een verzameling van 537 essays, en die 537 waren al de werkstukken die de leraren de moeite waard vonden om überhaupt in te zenden. Het is belangrijk om de duizelingwekkende betekenis daarvan nog eens goed tot u door te laten dringen, want ik ga u vragen om een applaus voor alle tien de genomineerden!
Ik zeg het elk jaar, en ik sta daar ook volledig achter, met alle professionele expertise die ik in mij heb: er zijn vandaag geen verliezers. Alle genomineerden van vandaag: jullie zijn allemaal winnaars. Zeven van jullie zullen misschien straks enigszins teleurgesteld zijn, maar je staat toch maar mooi met naam en toenaam en je prachtige essay in de in fraai Radboudrood uitgevoerde luxe-uitgave met het beste van wat de essaywedstrijd van 2023 heeft opgeleverd. Honderden medescholieren hebben meegestreden, maar jullie zijn met zijn tienen boven komen drijven. Jullie dag kan al niet meer stuk.
Professor van Oostendorp heeft het zojuist al laten merken: de jury heeft met veel genoegen alle essays gelezen, en in elk van de werken wel iets gelezen wat er in vergelijking met de anderen uitsprong. Maar toch heeft zij er drie gekozen die zelfs in die selecte groep nog net iets meer boven de andere uitstaken. Deze drie ga ik nu bekend maken.
Ik ga, om kort te gaan, drie van jullie hier naar voren roepen, samen met jullie docent, want behalve een feest van het schrijven is het vanmiddag natuurlijk ook een feest van het schrijfonderwijs, en de rol van de docent bij het ontwikkelen van schrijfkwaliteit en schrijfplezier kan niet genoeg benadrukt worden. Ik noem dus zo meteen je naam en die van je docent, en dan komen jullie allebei hier staan, zodat iedereen kan zien wie er samen vandaag het beste gepresteerd hebben.
In de vroegste jaren heb ik de drie prijswinnaars weleens in alfabetische volgorde naar voren geroepen, maar als ik dan iemand opnoemde met een achternaam die met een m begon was voor meer dan de helft van de aanwezigen de spanning er alweer af. Dus dat doe ik sinds enkele jaren niet meer. Ik ga de drie namen in volstrekt willekeurige volgorde opnoemen. Mocht ik dus iemand noemen met een achternaam die met een t begint, dan betekent dat niet dat er nog maar twee anderen in aanmerking komen (toevallig zijn er vandaag maar twee mensen van wie de achternaam met een t begint en eentje met een v), want in principe kan iemand met een achternaam die met een h begint dan ook nog in aanmerking komen.
Om teleurstellingen te vermijden wil ik ook graag het misverstand bestrijden dat iemand denkt dat de eerste die ik ga noemen de derde prijs heeft gewonnen, of juist de eerste. Nee, de volgorde waarin ik jullie naar voren roep heeft nog niets te maken met de uiteindelijke rangschikking.
Goed! Nu dan alle misverstanden uit de weg zijn geruimd, en toch in de kortst mogelijke tijd een aantal noodzakelijke plichtplegingen hebben plaatsgevonden, ga ik over tot het officiële gedeelte van de prijsuitreiking, die bestaat uit het naar voren roepen van de drie prijswinnaars, in nog willekeurige volgorde.
De eerste die ik dan naar voren wil roepen is: Nynke Tinga van de CSG Bogerman uit Sneek, die begeleid werd door docent Petra de Haan! Nynke schreef een spannend essay onder de titel Camouflage, waarover ik zo meteen iets meer zal zeggen. Alvast hartelijk gefeliciteerd, hoewel we dus nog niet weten of je hiermee eerste, tweede of derde bent geworden.
U merkt dat mijn waarschuwing van zojuist over de mogelijkheid dat ik iemand naar voren zou roepen met een achternaam die met een t begon niet geheel overbodig was. Ik wijs er nog maar eens op dat werkelijk alle negen anderen in theorie nu nog in aanmerking komen om na Nynke Tinga naar voren te worden geroepen.
De tweede prijswinnaar, en dan bedoel ik dus niet degene die de tweede prijs heeft gewonnen, maar de tweede die ik nu als een van de drie prijswinnaars benoem, is: Douwine Tolsma, eveneens van de CSG Bogerman uit Sneek, die begeleid is door docent Pytsje Koornstra. Douwines vernuftige essay draagt de titel Klaar voor de start, en ook daarover zal ik straks iets meer vertellen. Ook jij alvast hartelijk gefeliciteerd, want je hebt op zijn minst een derde prijs gewonnen en misschien wel een tweede of eerste.
Ik kan u overigens verzekeren dat het voor de jury achteraf een wonderlijk toeval was dat deze twee prijswinnaars op dezelfde school bleken te zitten, want voor de jurering waren alle werken geanonimiseerd. Wij kenden noch de namen, noch de verdere context van de kandidaten. Wij hebben alleen de kale teksten gelezen, zonder enige auteursinformatie.
Twee prijswinnaars staan hier nu al naast mij, met hun twee docenten. Dat betekent dat er nog eentje in aanmerking komt voor de prijzen. Dat zal niet iemand van dezelfde school zijn, dat weten we alvast, maar het kan dus in principe nog iedereen zijn.
De derde kandidaat die ik naar voren roep is Niko Meijboom van het Leidsche Rijn College uit Utrecht, begeleid door docent Wendela de Raat. Niko schreef een essay met een duidelijke boodschap, waarop ik zo dadelijk nog nader zal ingaan. Ook Niko, hartelijk gefeliciteerd alvast met het feit dat jouw kans om de eerste prijs te winnen ineens gestegen is tot een op drie.
Nynke, Douwine en Niko. Dat zijn dus de drie prijswinnaars. Een van hen wint vandaag de derde prijs, eentje de tweede, en eentje zal zo direct worden uitgeroepen tot de allerbeste van dit jaar. Wie dat zal zijn zal ik zo snel mogelijk bekend maken, maar eerst wil ik graag nog een applaus voor alle drie deze kandidaten!
Dan nu de uiteindelijke rangschikking! Voordat ik die ga voorlezen, zal ik, om recht te doen aan de prestatie van deze drie kandidaten, eerst heel even kort verantwoorden waarom de jury nou juist deze drie essays het beste vond. Professor van Oostendorp heeft net al geïllustreerd dat we in alle tien wel iets goed zagen, maar deze drie hadden in meerdere opzichten uiteenlopende kwaliteiten. Om dat te illustreren, zal ik van elk van de drie essays de sterkste punten benoemen, en naar goed academisch gebruik – en ook wel een beetje om de spanning erin te houden – zal ik bij alle drie de essays ook een kritiekpuntje noemen.
Dat laatste doe ik met enige aarzeling, want het is natuurlijk niet de bedoeling dat iemand zich niet erkend of onvoldoende gewaardeerd voelt, maar het is ook een beetje ter voorbereiding op een academische studie of carrière. In de wetenschap is kritiek juist een teken dat je bijdrage serieus genomen wordt. Vooruitgang vindt alleen plaats door kritische discussie, en als je geen kritiek krijgt betekent dat meestal dat je genegeerd wordt en er dus niet bij hoort.
Met dat in het achterhoofd begin ik dan met een korte karakterisering van het essay Camouflage van Nynke Tinga. Nynke heeft het ongetwijfeld het meest origineel aangepakt. Zij kiest voor een science fiction-achtig verhaal, waarbij zij spot met alle wetten van het essay door te beginnen met wat korte mechanische meldingen, waarmee de lezer meteen het idee krijgt dat er een of ander computerproces gaande is. Het blijkt te gaan om een soort teleportatie-experiment waarbij een proefpersoon in verschillende contexten verschillende identiteiten kan aannemen in een serie experimenten met het doel om inzichten te verzamelen over de relatie van de proefpersoon als individu tot verschillende groeperingen. De jury schoot regelmatig in de lach bij de vele grappige formuleringen, die het verhaal een genot om te lezen maakten. Als kritiekpuntje noemt de jury de laatste alinea, waarin weliswaar een mooie eindconclusie met een vergelijking bereikt werd, maar die vergelijking en de bijbehorende perspectiefwisseling kwamen wel een beetje uit de lucht vallen. Toch was er voor de jury geen twijfel over mogelijk dat Camouflage tot de beste drie essays van dit jaar behoorde! Nynke schreef zonder twijfel het meest gedurfde en het spannendste essay. Applaus!
Dan het essay Klaar voor de start van Douwine Tolsma. Ook Douwine koos voor een originele vergelijking, door de strijd van jongeren met onzekerheden over hun identiteiten voor te stellen als een hordenloop. Al snel wordt de lezer meegesleurd in een spannende wedstrijd, waarin de ik-figuur de ene na de andere horde moet inschatten en overwinnen, ondertussen om zich heen allerlei anderen observerend, die daarbij uitvallen of falen. Zo weet Douwine op lichtvoetige wijze alle bronnen te benoemen en de lezer tegelijkertijd een indruk te geven van de authentieke gevoelens daarover van de ik-figuur. Als kers op de taart blijkt dan ook nog eens aan het einde dat de finish slechts het begin is van de volgende ronde, waarmee de hele vergelijking wordt opgetild tot een levenswijsheid die de problematiek van jongeren ver overstijgt. De jury was onder de indruk van de diepte van deze gedachte. Toch vond zij ook op dit essay een puntje van kritiek: het begin is wel erg traditioneel, waarbij de vergelijking eerst te omstandig wordt ingeleid voordat de wedstrijd begint. Het zou beter zijn geweest om meteen met het startschot te beginnen. Niettemin: de jury vond dit echt wel een van de drie beste essays van dit jaar. Douwines essay had duidelijk de filosofisch best uitgewerkte vergelijking. Applaus!
Elk jaar zit er ook wel een mooi, gaaf werkstuk bij, dat aan alle wetten van het klassieke essay beantwoordt: een uiterst persoonlijk en authentiek betoog, waarin de lezer een echt inzicht krijgt in de overwegingen van de auteur. Niko Meijboom schreef zo’n essay, onder de titel De geneeskracht van feitelijk onderwijs. Hoe is het om transgender te zijn? Daarvoor bestaat in onze huidige maatschappij te weinig werkelijk begrip, en Niko neemt de lezer daar op overtuigende wijze in mee. Alle bronnen worden netjes behandeld, maar door het authentieke perspectief gaan ze veel beter leven dan in hun originele, droge journalistieke vorm. En daarbij komt, dat Niko ook heel duidelijke ideeën heeft over oplossingen: die zijn gelegen in onderwijs en voorlichting. De jury was volkomen overtuigd door deze diep doorvoelde beschouwing, en merkt zelfs op dat impliciet duidelijk is dat de oplossing niet alleen in onderwijs ligt, maar ook in dit soort authentieke essays, die de lezer echt tot op het bot kunnen raken. Het past eigenlijk niet om hier ook een puntje van kritiek te noemen, maar ik doe het toch: aan het einde wordt het betoog enigszins chaotisch waarbij nu eens het ik-perspectief wordt ingenomen, en dan weer in de tweede persoon ‘je’ enerzijds transgenders worden aangesproken en anderzijds de lezer in het algemeen. Maar deze kritiek neemt niet weg dat Niko volgens de jury ongetwijfeld het meest authentieke klassieke essay heeft geschreven.Drie kandidaten, die elk om een andere reden de prijs verdienen. Nynke met het meest gedurfde en spannendste verhaal, Douwine met ook een spannend, maar vooral filosofisch het best uitgewerkte verhaal, en Niko met het meest authentieke, klassieke essay. Welk van deze drie heeft de jury als prijswinnaar uitgekozen?
Om de spanning er een beetje in te houden zal ik eerst de nummer drie bekend maken. Het mag ondertussen duidelijk zijn dat ook die nummer drie een uitstekend werkstuk is, dat heel dicht tegen de eerste twee aanzit. De derde prijs in deze essaywedstrijd is dus bepaald geen verlies, maar een heel knappe prestatie, waarmee je 534 andere essays achter je laat. Met dat in het achterhoofd vraag ik graag een donderend applaus voor de winnaar van de derde prijs in de essaywedstrijd van 2023, en dat is… Niko Meijboom!
En dan is nu het moment gekomen waarop ik de eersteprijswinnaar zal bekendmaken. We hebben er even op moeten wachten, maar u zult het met mij eens zijn dat alle kandidaten, van vandaag, en zeker de eerste drie, al die tijd en aandacht ten volle verdiend hebben. Ik zou ze allemaal tekort hebben gedaan als ik meteen de prijzen had uitgereikt, zonder even stil te staan bij de teksten zelf en al die mooie vondsten waar de jury zo van genoten heeft en ook wel van onder de indruk was.
Maar nu is aan al het wachten een eind gekomen, want we hebben nog maar twee kandidaten over, en een van hen gaat naar huis met de eerste prijs en zal zo meteen op de foto de meest prominente plaats innemen. Een van deze twee zal straks in de media breed uitgemeten worden als de beste essayschrijver van dit jaar. Is het Nynke, of is het Douwine? Dat zullen we nu zien.
Ik kan nu natuurlijk niet eerst de winnaar van de tweede prijs gaan aankondigen, want omdat iedereen zich dan meteen realiseert dat de ander de eerste prijs wint, ontstaat er dan een soort verdeelde aandacht, waardoor beiden niet de waardering kunnen krijgen die ze verdienen. Anderzijds, als ik nu plompverloren de eersteprijswinnaar noem, krijgt de tweede weer onvoldoende aandacht. Daarom heb ik in de afgelopen jaren bedacht dat ik eerst even aandacht vraag voor de winnaar van de tweede prijs, zonder dat we nog weten wie dat is. En aan jullie twee vraag ik dus om het applaus dat zo meteen losbarst, goed te onthouden. Als straks blijkt dat je de tweede prijs hebt gewonnen, was dit applaus speciaal voor jou! Dus: applaus voor de tweede prijs!
Onthoud dus dit applaus, want ik ga nu de winnaar van de eerste prijs bekend maken en die krijgt een eigen applaus. Die bekendmaking doe ik natuurlijk in de eerste plaats namens mijn medejuryleden Ingrid Stassen en Marc van Oostendorp, en bij uitbreiding ook namens het bestuur van de faculteit der Letteren en de Radboud Universiteit in het algemeen. Ik mag daar ook aan toevoegen dat ik dat met bijzonder veel genoegen doe, want wij hebben ook dit jaar weer genoten van al jullie bijdragen. Maar er kan er maar één de beste zijn, ook als de verschillen klein zijn. Daarom is de winnaar van eerste prijs van de elfde editie van de essayschrijfwedstrijd van de Faculteit der Letteren van de Radboud Universiteit, uitgereikt op 16 juni 2023 op de fraaie locatie in het oude kasteel Heyendaal, dat een centrale plaats inneemt op de campus van de Nijmeegse Radboud Universiteit, die dit jaar haar 100-jarig bestaan viert, een leerling van de Christelijke Scholengemeenschap Bogerman uit Sneek, die een indrukwekkend essay schreef dat u allemaal moet lezen, en die de naam draagt … Douwine Tolsma.