Schrijven als academische vaardigheid op de middelbare school
Voor mijn laatste blog was het moeilijk kiezen waar ik over zou schrijven. Er verscheen al een heel emotioneel en dankbaar verhaal in Word, maar ik wil me toch nog even richten op de inhoud: de kwaliteit van geschreven teksten van studenten. Al in mijn eerste gesprekken met mijn collega-TiRs, studenten en universitair docenten en in mijn eerste verkenningen rondom het thema in de literatuur kwam dat onderwerp bovendrijven. Docenten vinden dat studenten niet kunnen schrijven; studenten weten niet wat er van ze verwacht wordt en voelen zich in het diepe gegooid.
Als Teachers in Residence hebben we de taak de overgang van het VO naar het WO te versoepelen, en het schrijven was dus bij uitstek een relevant onderwerp, dus we zijn met een werkgroep (bestaande uit Maud Prakken-Senden, Cefas van Rossem, Saskia Schreuder en mijzelf) aan de slag gegaan om te kijken wat onze bijdrage hierin kon zijn. Wij wilden het docenten gemakkelijker maken in hun lessen aan de slag te gaan met het schrijven van een onderzoeksverslag. Die tekstsoort gaat immers het meest richting een academische tekst en komt ook terug in het profielwerkstuk. Als we graag willen dat leerlingen van hun pws een goede tekst maken, moeten we daar niet pas in de examenklas mee aan de slag gaan, en óók niet verwachten dat de docent Nederlands deze klus wel klaart. We weten immers allemaal hoeveel er op hun bord ligt.
Maar ja… Ik ben geen docent Nederlands en weet dus niet goed hoe ik mijn leerlingen moet léren schrijven. In mijn lessen ben ik wel bezig geweest met het schrijven van teksten, maar deed ik dat wel op de goede manier? Deze vraag hield ons bezig in de werkgroep en vanuit daar maakten we dus de keuze om ons op docenten te gaan richten en een didactische handleiding te maken. In de handleiding komen de indeling en beoordeling van het onderzoeksverslag aan de orde, maar ook het geven van feedback. En laat dát nou een heet hangijzer zijn in het schrijfonderwijs: feedback is het belangrijkste middel dat je hebt om je leerlingen te laten groeien in het schrijven, maar pfffffffffff dát kost veel tijd. Hoe doe je dat, zonder dat dat ten koste gaat van de inhoud van je eigen lessen?
Die tijd. Die tijd is de allergrootste vijand in het schrijfonderwijs. Daarom hebben we onze handleiding zo modulair mogelijk gemaakt, waardoor je er als docent uit kunt halen wat jíj belangrijk vindt. Kleine opdrachten helpen óók om leerlingen te leren schrijven. Als ze bij elke docent één keer per jaar een schrijfopdracht krijgen, is bij elkaar al heel helpend. Leren schrijven is als een marathon (al kunnen we die metafoor na covid niet meer aanhoren): het helpt bij het trainen van die marathon om te weten dat je met schrijven ook leert om je gedachten te ordenen. Dus die inhoud van je vak, die hoef je niet overboord te gooien. Laat leerlingen eens een korte tekst lezen na een uitleg, en een synthesetekst maken van de tekst en hun aantekeningen. Ze leren er verbanden van zien, en die op logische manier uit te leggen. Dat is een nuttige vaardigheid, zeker bij het kunstexamen, dat een heel talig examen is. (‘Mevrouw! Ik heb wel 9 kantjes geschreven!’ riep eens een leerling heel trots, omdat ze dacht dat méér tekst betekende dat ze het vast goed had gedaan.)
Ik heb zelf enorm veel geleerd van het maken van deze handleiding. Die is verre van compleet en dat is oké. We hebben geprobeerd om een concreet document te maken waarin we theorie in tamelijk hapklare brokken presenteren, met steeds verwijzingen naar literatuur waar je verder in kan duiken, als je wil. En dat je ook wat wijzer bent geworden als je dat niet wil en handvatten hebt om in je lessen eens een schrijfopdracht te verwerken. Voor mij voelt het nog niet als een gesloten hoofdstuk, maar meer als een uitnodiging om er ook ná mijn TiR-schap mee verder te gaan en wellicht zelf eens te gaan onderzoeken wat werkt in het overvolle kunstonderwijs. Het onderwijs is nooit af en dat is precies waarom ik er zo van hou.
Oh, en de handleiding zelf? Ik laat het zeker weten wanneer deze online gaat; tot die tijd mag je me een berichtje sturen via LinkedIn!