Buiging voor de Meester
Mag je je verheugen op een oorlog? Deze vraag kwam boven toen ik enthousiast aan de leerlingen Grieks vertelde dat we samen naar de voorstelling Trojan Wars van Het Nationale Theater zouden gaan. Natuurlijk, het betreft een oorlog uit lang vervlogen tijden met fictieve personages, beschreven in dactylische hexameters, maar toch. Die vraag ebde snel weer weg door het regelen van praktische zaken: “ja, die oorlog duurt vanavond inderdaad wel 5 uur; ja, er zit eten bij; vervoer naar huis moet je zelf regelen”.
De voorstelling had eigenlijk twee jaar geleden moeten plaatsvinden. Goed op de hoogte van de verhaallijn van de Ilias over de val van Troje en de namen van de Griekse en Trojaanse helden stonden de leerlingen klaar voor de start, maar het verlossende ‘af’ bleef uit. Corona legde het schoolse en culturele leven zo goed als stil. Troje bleef dat jaar gespaard.
Nu staat een nieuwe lichting in de startblokken, toch wel nieuwsgierig naar de door mij beloofde unieke ervaring. Bovendien is de Ilias van Homerus dit jaar eindexamenonderwerp voor het vak Grieks, dus utile dulci -het nuttige met het aangename verbonden- ten top!
De voorstelling was adembenemend: snel, energiek, dramatisch, hilarisch, ruw, verstild. De kostuums en het decor werkten betoverend. De dansers en de acteurs trokken je moeiteloos het verhaal in. Dat alles was meer dan voldoende om de avond geslaagd te laten zijn, maar er was méér.
Bij binnenkomst viel je in het feestgedruis; je at, dronk en danste mee op het bruiloftsfeest van Peleus en Thetis (inderdaad, het feest waarop door de godin van de Strijd, Eris, de gouden appel met ‘voor de mooiste’ wordt gegooid). Op het podium ging het verhaal verder met mannen dansend op hoge hakken, een vrijgevochten Helena die zelf initiatief neemt om met de uitbundige Paris mee naar Troje te gaan, een pragmatische Menelaos die dat allang prima vindt, een temperamentvolle Agamemnon die juist aanstuurt op confrontatie, en die, waarom ook niet, door een vrouwelijke acteur gespeeld wordt. De appel met opschrift doet zijn werk en de sfeer wordt steeds grimmiger.
Na de pauze is de feestzaal een slagveld geworden. Agamemnon wil constant zijn beeld van grootste aanvoerder bevestigd zien, Achilles is het moorden moe en berooft zich van het leven. Het plan van Odysseus om Troje met een paard in te nemen wordt niet serieus genomen. In het laatste deel zwe(r)ven we mee door de onderwereld en worden de desastreuze, tijdloze gevolgen van oorlog invoelbaar gemaakt. Verwijzingen naar actuele thema’s worden door het verhaal van Homerus geweven. De waardevolle kracht van het stuk is dat het vragen oproept over jezelf en je positie tegenover wat er gebeurt: wat is normaal? Wie bepaalt eigenlijk wat normaal is? Waar ligt mijn eigen verantwoordelijkheid? Wat zijn mijn grenzen?
De keuzes van de regisseur kunnen schuren met je opvattingen, maar ze zetten je aan het denken, laten je andere (misschien wel onbekende) perspectieven zien, dagen je uit je te verplaatsen in de ander, geven ruimte voor twijfel. Deze voorstelling liet me weer voelen wat de kracht van theater en van kunst in het algemeen voor leerlingen kan zijn. Het biedt andere zienswijzen of legt andere accenten. Zoals de kunstenares Natasja Kensmil het uitdrukt: ‘Maar kunst moet iets altijd net even anders presenteren[1]’.
Leerlingen in het voortgezet onderwijs zitten in een heel vormende fase van hun leven waarin ze kunnen twijfelen aan zichzelf of angst voelen om niet te voldoen aan verwachtingen van zichzelf of hun omgeving. Kunst heeft de macht te laten ervaren dat wat normaal lijkt niet de norm hoeft te zijn; dat het afwijkende normaal kan zijn. Deze gedachte kan bevrijdend of geruststellend werken.
De volgende dag komen de leerlingen enthousiast na deze binge watch ervaring in het theater het lokaal binnen. Ze wisselen druk meningen uit over wat ze geslaagd, gedurfd of moeilijk te begrijpen vonden. Het vormt een mooi slotakkoord van een geslaagde avond. Wat een geweldige inspiratiebron blijft Homerus toch, de grote meester; hij zal tevreden zijn dat zijn verhalen nog steeds inspireren.
Voor mij onderstreept het theaterbezoek hoe belangrijk de taak van het onderwijs is om leerlingen over de muren van hun klaslokaal te laten kijken en een brede blik te laten vormen op de wereld om hen heen. Eerlijk is eerlijk: de dansers op het toilet, het pratende paard, de wolken op het hoofd van Zeus en het feit dat Achilles dat plastic wel erg strak om zijn hoofd had getrokken droegen ook zeker bij aan het succes.
En eigenlijk durf ik nu wel te zeggen dat je je op zo’n ervaring best mag verheugen, ook als het om een oorlog gaat.
[1] Jaeger, T. (2021, oktober 28). 'Als ik naar de toekomst kijk, maakt me dat nog angstiger'. NRC, p. c16.