Cefas van Rossem - Nederlandse Taal en Cultuur
Om journalist te worden, wilde ik Nederlands gaan studeren, maar toen in 1984 mijn docent Middelnederlands van het Instituut voor de Opleiding van Leraren in Paramaribo begon over Gotisch, sloeg ik meteen een andere weg in: ik moest dat gaan studeren tijdens een studie Nederlands, natuurlijk in mijn geboortestad Nijmegen. Van 1985 tot 1991 heb ik een soort onderzoeksprofiel Taalkunde gevolgd. Vervolgens heb ik vier jaar in Amsterdam bij Algemene Taalwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam en bij het Meertens Instituut gewerkt aan Nederlands gerelateerde contacttalen.
In 1997 heb ik mijn eerstegraads Nederlands aan de lerarenopleiding in Tilburg afgerond, eigenlijk om in een educatieve uitgeverij te kunnen gaan werken, maar toen ik werkelijk voor de klas kwam te staan, was ik verkocht. Ik snap bijna niet waarom ik niet eerder voor het onderwijs gekozen had.
Aan de ene kant heb je de strakke structuur van het schooljaar, met roosters, vaste toetsperiodes, de momenten waarop je nog bruist en die waarop je op je tandvlees loopt. Aan de andere kant is het, het is een cliché, elke dag anders. Als leraar Nederlands kun je leerlingen vakoverstijgend helpen bij schrijf- en leeswerk, maar natuurlijk leer je ze écht iets nieuws over de taal die voor velen hun belangrijkste is. We hebben onze methodes, op welke manier dan ook, en examendomeinen, maar als docent voeg je altijd iets toe. Voor de ene leerling blijft ons vak ballast, maar gelukkig springt de taalvonk regelmatig over. Dat kan een mooi moment opleveren of juist een toekomstige studie, zoals bij mij het geval was.
Inmiddels werk ik bijna 25 jaar in het onderwijs, waarvan ongeveer twintig in het voortgezet onderwijs. Het onderzoek naar de vroegste stadia van het Virgin Islands Dutch Creole mocht ik vanaf 2012 voortzetten met een promotiebeurs voor leraren bij de vakgroep Taalwetenschap van de Radboud Universiteit. In 2017 heb ik mijn dissertatie verdedigd terwijl in de zaal leerlingen uit V6 de spanning konden voelen en via de livestream mijn brugklaspupillen meekeken.
Als Teacher in Residence heb ik nu al interessante gesprekken gehad met mijn nieuwe collega’s bij PUC en Nederlandse Taal en Cultuur. Wat blijft er over van jouw onderzoeksgebied tijdens mijn lessen of die van mijn collega’s? Wat heeft jouw student, vorig schooljaar nog onze leerling, eigenlijk geleerd bij het schoolvak Nederlands? Is de overstap niet te groot? Weten de leerlingen eigenlijk wel hoe het er werkelijk aan toe gaat op de universiteit?
Trouwens, voor Gotisch moest ik niet bij Nederlands maar bij Duits zijn…
“Waarom ik de studie Nederlandse Taal en Cultuur heb gevolgd? In eerste instantie niet om leraar, maar om journalist te worden. Toch haalde ik mijn lesbevoegdheid toen ik in aanraking kwam met Uitgeverij Malmberg en om te vertalen lesbevoegdheid nodig had. Uiteindelijk ben ik ook als onderzoeker bij het Meertens Instituut werkzaam geweest en ben ik gepromoveerd op de Radboud Universiteit. Nu sta ik al ruim twintig jaar op het Olympus College in Arnhem voor de klas. Dit laat maar zien hoeveel kanten je op kan met de studie Nederlands. Ik geef mijn leerlingen ook een kijkje in die wereld. Op donderdag werk ik als Teacher in Residence (TiR) op de Radboud Universiteit. Ik denk na hoe de overgang van scholier naar student zo goed mogelijk kan verlopen. Daarvoor ga ik zowel het gesprek met mijn leerlingen aan als met de vakgroep Nederlands op de Radboud Universiteit. TiR zijn past bij mij, want neerlandici kijken over de grens en daar ben ik trots op! Waarom studeer jij Nederlands?”