Oogappels
Een voldaan gevoel geeft mij de plof op de bank op het einde van de dag. Tijd voor thee, chocolade en- het is woensdagavond,- Oogappels. Een serie over verwikkelingen in de levens van ouders en hun puberkinderen. De slaande deuren, dodelijke blikken, onderlinge irritaties zorgen voor heerlijke herkenning en een zekere ontspanning- zeker als je eigen oogappels die fase ontgroeid zijn.
In de serie zijn die botsingen en onbegrip vermakelijk, maar ik realiseer me dat het voor mijn leerlingen en hun ouders de dagelijkse realiteit kan weerspiegelen. Gedoe over tijden van opstaan en naar bed gaan; over ‘Ik heb al mijn huiswerk af ’ tegenover ‘Ben je nu al klaar?’, om nog maar te zwijgen over de meer persoonlijke onderwerpen. Dat kan explosief materiaal in de huiskamer zijn.
Op school en in de klas zijn er duidelijke regels met bijbehorende consequenties, zodat de kaders voor iedereen duidelijk zijn. Er moet goed (samen)gewerkt kunnen worden om de lesdoelen te bereiken. Thuis is het voor ouders van leerlingen vaak ingewikkelder om een goede balans in regels te vinden; tussen interesse tonen en niet teveel willen weten, tussen loslaten en ondersteunen, tussen vrije keuze van je kind en je eigen waarden en opvattingen. Een soort van koorddansen.
Toch blijkt uit wetenschappelijk onderzoek dat het geluk bij jongeren voor een groot deel samenhangt met de kwaliteit van de relatie met hun ouders. De kop van een artikel uit Trouw van 29 september luidt zelfs: ‘Vergroot de rol van ouders bij de aanpak van jeugdcriminaliteit’. Kortom: ouders zijn zeer belangrijk voor het functioneren van hun kinderen, en dus ook van onze leerlingen in de klas.
Ik vraag me af of ik mij deze rol van de ouders genoeg realiseer in de dagelijkse praktijk. Het is tenslotte de leerling die (bijna) elke dag lijfelijk voor je zit en met wie je het hele jaar samen in een schoolse omgeving de leerstof doorneemt. Als mentor is je contact intensiever en leer je de leerling en zijn omgeving beter kennen, maar de rol van de ouder komt niet altijd expliciet aan de orde, zeker als het goed gaat met de leerling.
Daarom vind ik het een heel goede ontwikkeling dat er dit jaar driehoeksgesprekken in de jaaragenda van de school zijn opgenomen: gesprekken met de leerling, zijn/ haar ouders (of verzorgers) en de mentor. De leerlingen moeten tijdens dit gesprek hun eigen kijk op hun prestaties, manier van aanpak en functioneren presenteren. Ouders kunnen hun ervaringen thuis inbrengen en de mentor de notities van de vakdocenten. Zo kunnen we samen kijken waar uitdagingen liggen en bepalen wat de leerling van wie nodig heeft. Op deze manier kunnen school en ouders hun handen nog beter in elkaar slaan bij de begeleiding van hun zoon of dochter.
Daarom komt er geen zucht over mijn lippen als ik mijn sportavond moet opgeven voor een eerste informatieavond voor de ouders van mijn mentorleerlingen. Ouders vertrouwen tenslotte hun oogappels aan ons toe, wat voor een gedrag ze ook maar tonen in de achtbaan van de puberteit.